logo
wvhj2023
© Digikhmer | Dreamstime.com
© Digikhmer | Dreamstime.com
23 maart 2024

Het Dilemma | Non-firm ato voor zonne-energieprojecten SDE++ een goed idee?

Netbeheer Nederland wil non-firm ato als standaard in de SDE++ voor zon. Is dit een goed idee? Solar Magazine bespreekt dit dilemma met Nold Jaeger (Holland Solar). ‘Het is overbodig en geen structurele oplossing.’

Netbeheerders willen dat een flexcontract – een non-firm aansluit- en transportovereenkomst (ato) – met 30 tot 40 procent teruglevering de standaard wordt voor zonneparken. Was je verbaasd?
‘Nee. Netbeheer Nederland liet CE Delft vorig jaar onderzoek doen naar aanpassingen van de SDE++; mogelijke maatregelen die de impact op het elektriciteitsnet verlagen voor nieuwe SDE++-projecten. Dat onderzoek is ook door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gebruikt voor zijn advies over de SDE++ 2024 en die zijn niet verrassend door het ministerie overgenomen. De maatregelen waar het PBL negatief over adviseerde, hebben de netbeheerders vervolgens weer opgepakt voor hun reactie op de SDE++-ronde van 2025. Zo pleitten ze onder andere voor het verplicht capaciteitsbeperkingscontract of gedeeltelijke non-firm ato voor zon-pv, wind en elektrische boilers. Daarnaast zien ze veel in het combineren van zon en wind in een aparte SDE++-categorie. Beide zijn voor 2024 niet overgenomen door demissionair minister Jetten.

Anderen wel?
‘Er werd ook gelobbyd voor een eigen SDE++-categorie voor thermische opslag, de proces-geïntegreerde warmtepomp en extra zonnepanelen bij een bestaande zon-pv-installatie. De eerste 2 voorstellen hebben het gehaald. De derde werd afgeschoten, iets waar wij niet per se moeite mee hebben. Dit omdat de minister, naar ons idee ook terecht, concludeerde dat het stimulerend effect – of je hiermee dus veel projecten helpt – beperkt was en het moeilijk te handhaven is. Extra categorieën in de SDE++ zijn natuurlijk een goed idee, zo is een combinatie categorie voor zon en wind al logischer, maar het moet allemaal wel te handhaven zijn. Dat was voor het extra bijplaatsen van zon bij zon niet het geval.’

Het gericht subsidiëren van de combinatie zon en wind is wel een goede zaak?
‘Jetten gaf aan dat verder te willen onderzoeken voor 2025. Het is gemakkelijk om te zeggen dat het een goed idee is; veel commerciële en coöperatieve ontwikkelaars willen dit soort projecten realiseren. Op die manier heb je namelijk bijna zekerheid van een netaansluiting met transportcapaciteit. Daarnaast is het natuurlijk ook zo dat de ruimtelijke inpassing van zonnepanelen bij een bestaand of nieuw windpark gemakkelijker is omdat er al participatieprocessen zijn doorlopen met de omgeving. Er ligt dus al een blauwdruk om tot een goed ingepast project te komen.’

Maar?
‘Het is leuk als die SDE++-categorie voor wind en zon er komt. Die is echter niet strikt noodzakelijk. Ontwikkelaars van zonneparken hebben toch wel interesse om zonneparken bij windturbines te realiseren. Maar het probleem zit hier niet in de SDE++. De bal ligt allereerst in de hoek van de provincie en gemeente. Zo wijzen gemeenten zoekgebieden voor zonneparken aan en verlenen ze vergunningen aan initiatiefnemers. Daarmee hebben ze een bepalende stem in de ontwikkeling van dit soort projecten. Veel gemeenten hebben de mogelijkheid om hun lokale windparken met zonneparken te combineren in het omgevingsbeleid. Ze doen dit echter nog niet, dus komen die projecten er helaas nog niet. Op de brief van de netbeheerders mag wat dit aspect betreft dan weinig aan te merken zijn, hij is wel gericht aan het verkeerde adres. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zou de juiste geadresseerde zijn.’

De minister onderzoekt voor 2025 tevens de mogelijkheid van het verplichten van een capaciteitsbeperkend contract voor zonne-energieprojecten.
‘Holland Solar heeft bij PBL en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat helder aangegeven dat dit een slecht idee is, al helemaal voor 2024. Gelukkig is deze voorwaarde dan ook nog niet opgenomen voor de aankomende SDE++-ronde. Het is namelijk nog niet helemaal duidelijk hoe zo’n contract eruit komt te zien, de ACM gaat dat pas als optie stellen vanaf april 2025. Een ontwikkelaar van een pv-project noch het PBL kan dus nog niet exact berekenen wat dit betekent voor een project en wat het doet met het basisbedrag. Er zou kortom onvoldoende informatie zijn om de businesscase vast te stellen. We zijn dus blij dat deze wens van Netbeheer Nederland niet gehonoreerd is. Maar ook los van de situatie van dit moment, het is gewoonweg niet de beste oplossing.’

Waarom?
‘Alle zonne-energie-exploitanten met projecten groter dan 1 megawattpiek doen al verplicht mee aan congestiemanagement. Wij werken daar graag aan mee, het is ook goed voor onze branche. Netbeheerders krijgen via een realtime interface de mogelijkheid om installaties terug of af te schakelen op de momenten dat het nodig is. Zij betalen daar dan een vergoeding voor. Dit wordt dus snel de norm. Alleen netbeheerders moeten dan wel zo snel mogelijk congestiemanagement uitrollen. Wij leveren daar als zonne-energiesector maximaal een bijdrage aan, maar uiteindelijk is het wel het werk van de netbeheerder om de contracten af te sluiten en congestiemanagement in te voeren. Als je congestiemanagement al hebt, vragen wij ons af waarom het dan ook nog nodig is om een Non-firm ATO te verplichten. Het voegt in materiële zin weinig toe.’

De oplossing is er al?
‘Exact. Bovendien, wanneer je capaciteitscontracten verplicht via de SDE++ dan leidt dat tot hogere basisbedragen. Met andere woorden: de landelijke overheid draait op voor de kosten die principieel op de balans van de netbeheerders zouden moeten staan. Dat is onwenselijk. Het stroomnet moet hoe dan ook fors worden verzwaard en het is goed als de netbeheerders die noodzaak blijven voelen door congestiemanagementkosten op de balans te hebben. Ze kunnen daardoor ook beter prioriteren waar verzwaringen als eerste moeten worden gedaan. Het uitbreiden van het elektriciteitsnet gaat gepaard met enorme investeringen. Het huidige financieringsmodel is daar misschien niet op berekend. Een deel kosten wegschuiven naar de SDE++ is echter niet het antwoord – het vertroebelt de zaak, maakt die complex en onoverzichtelijk. Laten we dus met z’n allen het gesprek aangaan hoe deze investeringen gefinancierd moeten worden, in plaats van kosten wegschuiven. Ik snap de inzet van de netbeheerders echt wel; ze staan voor een gigantische opgave en dit is hoe het politieke spel wordt gespeeld. Maar we moeten naar een structurele oplossing voor de lange termijn over hoe we netuitbreidingen financieren. Daar zijn er geen gemakkelijke keuzes maar een langetermijnoplossing moet wel het uitgangspunt zijn, dan kunnen we er gezamenlijk de schouders onder zetten om onze energietransitie te realiseren.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten