In de tweede editie van zijn Zonnebrief meldt de minister voor Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer de ‘Voorkeursvolgorde Zon’ een dwingender karakter te willen geven.
Voorkeursvolgorde zon
De Voorkeursvolgorde Zon werd in het najaar van 2020 door het kabinet vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). In de bij de NOVI horende uitvoeringsagenda werd de Zonneladder opgenomen. Trede 1 zijn daken en gevels, trede 2 zijn terreinen en objecten binnen bebouwd gebied en trede 3 zijn terreinen en objecten in het landelijk gebied. Landbouw- en natuurgronden worden als trede 4 zo veel mogelijk ontzien.
Multifunctioneel ruimtegebruik
Minister Jetten wil de doorwerking van de Voorkeursvolgorde Zon naar provincies en gemeenten versterken en meer richting geven aan de volgordelijkheid ervan. Uit nieuw onderzoek van Bosch en Van Rijn blijkt dat alle provincies – en ook veel gemeenten – een vorm van een zonneladder hebben opgenomen in hun beleid.
Ook voor multifunctioneel ruimtegebruik bij zon-pv hebben provincies en gemeenten veelal beleidskaders opgesteld of een zonneladder geformuleerd. De minister stelt echter dat er veel verschil is tussen definities ten aanzien van multifunctioneel ruimtegebruik. Om die reden gaat hij het over een andere boeg gooien. ‘Het kabinet wil de doorwerking van de Voorkeursvolgorde Zon naar provincies en gemeenten versterken en meer richting geven aan de volgordelijkheid ervan.’
Instructieregels
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een verkenning laten uitvoeren naar de mogelijkheid van het inzetten van instructieregels voor de Voorkeursvolgorde Zon. ‘Uitgangspunt van het kabinet en medeoverheden is de Voorkeursvolgorde Zon en het stimuleren van zon-pv op trede 1, 2 en 3’, aldus Jetten. ‘Multifunctioneel zon-pv op trede 2 en 3 draagt bij aan de doelen voor hernieuwbare opwek en kan, mits landschappelijk vormgegeven en ingepast, maatschappelijke meerwaarde creëren via lokaal eigendom of een bijdrage aan de gebiedsontwikkeling en een impuls aan landschap, ecologie of natuur.’
De minister stelt dat het kabinet en medeoverheden alle voor het beperken van zon op landbouw- en natuurgronden zijn en samen toewerken naar regels met de strekking ‘nee, tenzij’ om landbouw- en natuurgronden zo veel mogelijk te vrijwaren van zon-pv. ‘Er zal een beperkt aantal uitzonderingen voor zon-pv op landbouw- en natuurgronden, “nee, tenzij”, worden geformuleerd, waarbij de voorwaarden tijdelijkheid en multifunctioneel gebruik in ieder geval zullen gelden. Deze voorwaarden worden in de komende maanden verder uitgewerkt. Bovenal geldt dat de treden 1, 2 en 3 zo veel als redelijkerwijs mogelijk is moeten zijn doorlopen, om aan de uitzonderingen voor trede 4 toe te komen.’
Voor 1 juli 2024
Inzet is volgens de minister om de Voorkeursvolgorde Zon, de verplichting tot zon-pv boven nieuwe parkeerplaatsen en de ‘nee, tenzij’ juridisch te verankeren voor 1 juli 2024. ‘Wij werken toe naar juridische verankering in provinciale regels met of zonder een Rijksinstructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In september zal daarover worden besloten. Tevens zal de impact van de “nee, tenzij” op de RES-doelstellingen voor duurzame opwek middels zon-pv in kaart worden gebracht.’
Verplichten zonnecarports
Tot slot stelt minister Jetten samen met minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening nog te werken aan de invulling van de motie van de Tweede Kamer om de uitrol van zonnepanelen boven parkeerterreinen te verplichten en te subsidiëren. Eind maart nam de Tweede Kamer met een ruime meerderheid een motie hierover van D66 aan.
Daarbij worden schaduwwerking en transportcapaciteit op het elektriciteitsnet volgens de minister in acht genomen.
Drijvende zonnepanelen Voor zon op zee herhaalt de minister in zijn Zonnebrief de opties te verkennen om zon-pv in de tenders voor windparken op zee mee te nemen en zo het doel van 3 gigawattpiek in 2030 te realiseren. ‘Ook wordt een ecologisch onderzoeksprogramma gestart naar de impact van zon op zee’, aldus Jetten. |
Holland Solar: ‘Ontwikkeling zonneparken komt stil te liggen, gemiste kans voor samenleving’‘Als zonneparken op landbouwgrond uitgesloten worden, komt de ontwikkeling van zonneparken stil te liggen.’ Daarvoor waarschuwen manager Beleid Nold Jaeger en beleidsdirecteur Amelie Veenstra van branchevereniging Holland Solar. Jaeger sprak vorig jaar nog de verwachting uit dat Nederland met multifunctionele zonneparken goud in handen heeft en een nieuw exportproduct kan creëren. Die overtuiging heeft hij nog altijd, maar tegelijkertijd is het speelveld flink veranderd. Veel kostbaarder Veenstra valt Jaeger bij en voegt toe dat ook vanuit het perspectief van agrariërs hiermee de keuzevrijheid wordt beperkt voor het zelf kunnen bepalen van de toekomst van het agrarisch bedrijf. Lopende projecten onder druk Jaeger vervolgt dat hij ervan uitgaat dat de regering haar verantwoordelijkheid neemt voor die projecten die al in de pijplijn zitten om deze wel gerealiseerd te krijgen. ‘Verder is het dan zaak dat er op korte termijn een stevige dialoog ontstaat tussen de zonne-energiesector, de ministeries en natuur- en milieuorganisaties over de verdere uitwerking van de normering voor zon op land.’ Volgens Veenstra is het voor de zonne-energiesector hoe dan ook essentieel dat er snel duidelijkheid komt over het toekomstige stimuleringsbeleid voor de zakelijke pv-markt. Niet alleen omdat de ontwikkeling van nieuwe projecten steeds moeilijker wordt, maar ook omdat het einde van de subsidieregeling SDE++ nadert. ‘Projectontwikkelaars en initiatiefnemers hebben behoefte aan duidelijkheid over projecten waarvoor ze wel en waarvoor ze geen vergunning kunnen krijgen. Wij reiken de minister als zonne-energiesector overigens graag de helpende hand, want Nederland is koning in ruimtelijke ordening en we moeten ook dit varkentje samen kunnen wassen. Als sector kunnen wij zo ongelofelijk veel bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Maar dan moet daar door Den Haag wel gebruik van gemaakt worden.’ |