Dat meldt minister Jetten in de Zonnebrief die hij heeft toegestuurd aan de Tweede Kamer.
Realisatie lastig
Adviesbureau Bosch en Van Rijn heeft op verzoek van het kabinet in beeld gebracht hoe medeoverheden met hun huidige beleid sturen op multifunctioneel ruimtegebruik en toepassing van de Voorkeursvolgorde Zon.
Bosch & Van Rijn concludeert dat multifunctioneel ruimtegebruik bij grondgebonden zon breed wordt ingezet in beleid en kaders van de provincies en gemeenten. Ondanks goed beleid blijkt uit het rapport dat sturing op de realisatie ervan lastig kan zijn. Jetten: ‘Het kabinet is in gesprek met de medeoverheden om te bezien op welke manier ondersteuning vanuit het Rijk kan helpen bij betere toepassing van de Voorkeursvolgorde zon-pv en sturing op multifunctioneel ruimtegebruik in de praktijk. Leidend hierbij is het subsidiariteitsbeginsel waar in de Omgevingswet van uit wordt gegaan. Uit de gesprekken blijkt dat een nationale instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving een voor de hand liggende optie is.’
Instructieregel
De instructieregels van de rijksoverheid vormen een belangrijk kader voor de gemeentelijke regels in het omgevingsplan. Soms dwingend, met voorschriften waar gemeenten niet van mogen afwijken. Maar veel vaker geven deze regels juist ruimte voor maatwerk.
‘Momenteel wordt de toegevoegde waarde verkend van een instructieregel waarmee de gemeente bij de vergunningverlening en/of het omgevingsplan rekening houdt met de Voorkeursvolgorde zon-pv en/of de belangen van multifunctioneel ruimtegebruik conform het beleid dat van toepassing is in de desbetreffende provincie of gemeente’, duidt Jetten. ‘Projecten zonder multifunctioneel ruimtegebruik conform dit beleid zijn, gelet op deze instructieregel, in beginsel ongewenst. Daar wordt in de basis dan ook geen vergunning voor afgegeven.’
Voortgangsrapportages
Het kabinet zal de Tweede Kamer in het najaar informeren over een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), samen met de mogelijkheden voor regels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Naast een mogelijke instructieregel zal het kabinet de RES-regio’s verzoeken om in de voortgangsrapportages over de Regionale Energie Strategie (RES) – die in juli 2023 worden opgeleverd – toe te lichten hoe de Voorkeursvolgorde Zon en het decentrale ruimtelijk beleid voor zon-pv is toegepast bij de regionale locatiekeuzes voor zon-pv. Op basis van deze rapportages zal het kabinet het gesprek aangaan met de regio’s over de toepassing van de voorkeursvolgorde.
Kwaliteitsbudget
‘Een mogelijk gevolg van sturing op multifunctionele grondgebonden zon-pv is een langere terugverdientijd vanwege extra kosten door een verlies aan ruimte voor opwek of door kostenverhogende aspecten’, stelt Jetten. ‘Momenteel wordt onderzocht welke maatschappelijke kosten meegenomen kunnen worden in de SDE++ en worden de mogelijkheden van een kwaliteitsbudget onderzocht. Daarnaast bezie ik of er eventueel aanvullend budget beschikbaar gesteld kan worden voor de kosten die niet in de subsidie noch in het kwaliteitsbudget meegenomen kunnen worden. Voorwaarde hierbij is dat deze extra kosten voortvloeien uit de vergunning en dus daadwerkelijk worden gemaakt en niet op een andere manier worden gedekt.’
Aan het einde van het kalenderjaar informeert minister Jetten over de verdere uitwerking van deze maatregel.
Holland Solar: ‘Blij met erkenning voor onrendabele top multifunctionele zonneparken’‘Met multifunctionele zonneparken heeft Nederland goud in handen en wordt een nieuw exportproduct gecreëerd.’ Dat is de overtuiging van Nold Jaeger, senior beleidsmedewerker bij Holland Solar. De branchevereniging is volgens Jaeger blij met het feit dat minister Jetten de complexiteit en gevoeligheden van multifunctionele zonneparken in zijn Zonnebrief heeft weten te vangen. ‘Het is goed dat gemeenten aan het roer blijven staan bij het afgeven van omgevingsvergunningen. De instructieregel zal het proces naar onze verwachting stimuleren, omdat gemeenten en provincies al heel druk bezig zijn met multifunctionele zonneparken. We twijfelen aan het nut en de noodzaak van de motiveringsplicht.’ Tot slot zijn wij als zonne-energiesector blij dat minister Jetten ziet dat de ontwikkeling van zonneparken met een dubbelfunctie met een hogere onrendabele top gepaard gaat. Dat hij die onrendabele top via een kwaliteitsbudget of een ander fonds gaat ondersteunen, is heel goed. Nederlandse bedrijven kunnen daarmee techniek en kennis opdoen die ze vervolgens naar andere Europese landen kunnen exporteren.’ |