Kamervragen VVD over productie zonnepanelen in Nederland

De 2 VVD’ers in de Tweede Kamer willen allereerst weten wat op dit moment het aandeel van buitenlandse zonnepanelen op de Nederlandse markt is in relatie tot het aandeel Chinese zonnepanelen.

Verdienvermogen versterken
Verder vragen zij de ministers of het beeld klopt dat Chinese zonnepanelen over het algemeen goedkoper zijn, maar minder duurzaam en veilig dan Nederlandse dan wel Europese zonnepanelen. ‘Deelt u de mening dat het gebruik van Nederlandse/Europese zonnepanelen daarom wenselijker is? Zo ja, hoe draagt het beleid hieraan bij? Deelt u de mening dat het nodig is om de Nederlandse / Europese zonnepanelenindustrie te versterken om minder afhankelijk te worden van China op dit vlak, met het oog op de energietransitie én om ons toekomstig verdienvermogen te versterken? Zo nee, waarom niet?’

Acties en financiële middelen
De VVD’ers hebben ook een aantal vragen gesteld over de acties en financiële middelen die het kabinet inzet om de Nederlandse productie van zonnepanelen te stimuleren. Daarnaast vragen zij welke regelingen er vanuit de Europese Unie (EU) beschikbaar zijn en hoe het kabinet de Nederlandse zonnepanelenproducten ondersteunt die aanspraak willen maken op deze Europese regelingen.

‘Bent u bekend met de Recovery en Resilience Plans van de Europese Commissie waarin middelen worden vrijgemaakt om de maakindustrie voor duurzame technieken zoals windturbines of zonnepanelen te stimuleren? Bent u er ook van op de hoogte dat Nederland tot eind april de gelegenheid heeft om kenbaar te maken of het gebruik wil maken van de regeling? Klopt het dat Nederland nog niet heeft aangegeven gebruik te willen maken van deze regeling? Kunt u toelichten waarom het kabinet niet voornemens is om aanspraak te maken op de regeling? Deelt u de mening dat het een gemiste kans zou zijn als Nederland geen gebruik maakt van deze regeling? Ziet u mogelijkheid om alsnog interesse kenbaar te maken voor deze regeling?’

Nieuw beleid
Silvio Erkens diende eerder een motie in waarmee hij het kabinet vroeg een onderzoek te doen naar hoe bestaand en mogelijk nieuw beleid kan stimuleren dat er meer zonnepanelen in Nederland en Europa worden geproduceerd. De VVD’er wil niet alleen weten wat de status is van de uitvoering van de motie, maar ook of het vanwege de aangenomen motie niet logisch is om aan te sluiten bij Europese initiatieven die de productie van zonnepanelen stimuleren.

Van Strien diende op zijn beurt eerder al een motie in om als Nederland deel te nemen aan de Important Project of Common European Interest voor zonne-energie (IPCEI-Solar). Ook van de uitvoering van die motie wil de VVD de status weten. Tot slot vragen zij de minister welke (andere) mogelijkheden zij zien om samen te werken met andere Europese landen om een Europese zonnepanelenindustrie op te bouwen en zo de afhankelijkheid van China te verminderen.

De minister moet de Kamervragen beantwoorden voordat de gebruikelijke termijn van 3 weken is verstreken. Mocht die beantwoordingstermijn te kort zijn, dan kan zij een uitstelbericht sturen en de vragen binnen 6 weken beantwoorden.