logo
wvhj2023
© Martijn Beekdam
© Martijn Beekdam
2 januari 2023

SDE++: minister laat plafond van 35 terawattuur voor zonnepanelen los

Minister Rob Jetten stapt af van het plafond van 35 terawattuur voor wind- en zonne-energie. Hierdoor kan er voor projecten met windmolens en zonnepanelen in de SDE++ 2023 ‘gewoon’ subsidie aangevraagd worden.

De minister voor Klimaat en Energie heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de Regionale Energiestrategieën (RES’en) en uitrol van wind- en zonne-energie. Met de RES’en 1.0 hebben de 30 energieregio’s 1,5 jaar geleden plannen gepresenteerd voor de realisatie van 55 terawattuur wind- en zonne-energie in 2030.

Streefdoel 55 terawattuur
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er na 2025, of zodra er met de SDE++ 35 terawattuur aan subsidiabele productie op land wordt ondersteund, geen nieuwe subsidie meer verstrekt zou worden aan windmolens en zonnepanelen. De Tweede Kamer nam in april 2022 al een motie aan om dat plafond los te laten.

Minister Jetten meldt de Tweede Kamer nu kritisch te kijken naar het tijdpad en de opgave van 35 terawattuur. ‘Omdat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateert dat het kwantitatieve doel van 2030 binnen bereik ligt, zie ik vooralsnog geen reden tot aanvullende maatregelen. De democratisch vastgestelde biedingen van de regio’s in de RES 1.0, die samen optellen tot 55 terawattuur en de 35 terawattuur overstijgen, kunnen als streefdoel worden gezien voor 2030 (en daarna).’

Niet formeel ophogen
De minister heeft ook zijn reactie gegeven op het onderzoek dat een werkgroep onder leiding van Greetje Bos heeft uitgevoerd. Zij is gevraagd onafhankelijk te adviseren over de vraag of het RES-doel formeel opgehoogd dient te worden en wat belangrijke randvoorwaarden zijn om de biedingen uit de RES 1.0 boven de 35 terawattuur te kunnen verzilveren.

‘Op basis van het advies van mevrouw Bos, hebben de opdrachtgevers van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) samen met Netbeheer Nederland besloten dat het niet wenselijk is om de gemaakte afspraken in het Klimaatakkoord formeel te verhogen. Daarmee voorkomen we dat we het proces onnodig vertragen door mogelijke tijdrovende heronderhandelingen. Het doel wordt daarmee niet formeel verhoogd. Liever richten we onze gezamenlijke inspanningen op het zoveel mogelijk realiseren van de biedingen van RES 1.0. Dit aanbod telt op tot 55 terawattuur tot 2030.’

Meest toepasselijke instrument
‘De stimulering van zon en wind tot 35 terawattuur middels de SDE++ is niet meer passend richting de toekomst’, vervolgt Jetten. ‘Daarom zal er, conform motie Bontenbal in 2023 geen plafond voor hernieuwbare elektriciteit in de SDE++ meer worden opgenomen. Dat het kabinet zon- en windprojecten op land verder zal stimuleren dan 35 terawattuur, betekent niet automatisch dat de SDE++ richting de toekomst hiervoor het meest toepasselijke instrument blijft. In de SDE++ kan namelijk niet altijd goed rekening gehouden worden met belangrijke randvoorwaarden voor projecten, zoals bijvoorbeeld landschappelijke inpassing. Ook na de SDE++ zal ondersteuning voor zon- en windprojecten blijven. Op termijn zal ik echter wel, in plaats van de SDE++ in huidige vorm, deze ondersteuning op een andere wijze vormgeven.

Gerichtere ondersteuning
De minister onderzoekt daarom of de ondersteuning van wind- en zonne-energieprojecten gerichter kan dan in de huidige SDE++ het geval is. Dit onderzoek laat hij uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Dit onderzoek zal niet gaan over de vraag óf er ondersteuning nodig is, maar op welke manier deze het beste kan worden vormgegeven.

Jetten: ‘Voor de vormgeving van deze ondersteuning zijn door de Tweede Kamer al suggesties gedaan, bijvoorbeeld het vaak genoemde two-sided contract for difference. Ik zal de Kamer tegen de zomer van 2023 nader informeren over het verloop van dit onderzoek. Tegen die tijd heb ik ook het Nationaal Plan Energiesysteem naar de Tweede Kamer verzonden, waardoor ik de uitwerking van de nieuwe vorm van ondersteuning voor zon en wind daar goed op kan laten aansluiten. De nieuwe vorm van ondersteuning zal op zijn vroegst ingaan ná de SDE++-ronde van 2023, op het moment dat het instrument afgerond is en invoering opportuun is. Hierbij streef ik ernaar dat er geen gat valt tussen de afloop van de SDE++ voor zon- en windprojecten op land en de invoering van de nieuwe vorm van ondersteuning.’

5 passende randvoorwaarden

Minister Jetten wil samen met de opdrachtgevers van het NP RES en de netbeheerder inzetten op het faciliteren en stimuleren van de plannen van de RES-regio’s. Volgens Jetten zijn daar 5 passende randvoorwaarden voor nodig.

1. Slimmer programmeren en omgaan met het elektriciteitsnet
‘In veel regio’s wordt er geëxperimenteerd met opslag en andere vormen van flexibiliteit. In de huidige fase vraagt de huidige netproblematiek dat RES-regio’s samen met netbeheerders explicieter de energievraag, opslag en beschikbare netcapaciteit meenemen in het uitwerken van zoekgebieden’, aldus Jetten. ‘Het Rijk moet slimme locatiekeuzes maximaal faciliteren. We zetten hierop in middels integraal programmeren en de Landelijke Aanpak Netcongestie. Zo onderzoek ik onder meer de mogelijkheden om te prioriteren in uitbreidingsinvesteringen.’

2. Beleid en bijbehorende financiële instrumenten laten aansluiten op de RES-opgave
Minister Jetten laat een onderzoek uitvoeren naar hoe wind- en zonne-energie na 2023 gestimuleerd kan worden, eventueel in een andere vorm dan de SDE++.

3. Borging afspraken en uitvoering gedurende bestuurlijke veranderingen
Het PBL vraagt in zijn RES-monitor aandacht voor politiek-bestuurlijke wisselingen. Minister Jetten onderstreept dat het van belang is dat nieuwe volksvertegenwoordigers meegenomen worden in de gemaakte keuzes en reeds doorlopen processen. ‘Nu de opstartperiode na de gemeenteraadsverkiezingen voorbij is, zal de komende tijd moeten blijken of de besluitvorming rond de RES’en doorvertaald wordt naar beleid. Tegelijkertijd staan de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen alweer voor maart 2023 gepland, wat opnieuw voor politiek-bestuurlijke dynamiek zal zorgen. Het is essentieel voor regio’s zich hier goed op voor te bereiden om continuering in de uitvoering veilig te stellen.’

4. Burgerparticipatie en maatschappelijke acceptatie
‘Goede burgerparticipatie is van cruciaal belang voor alle ingrepen in de fysieke leefomgeving’, aldus de minister voor Klimaat en Energie. ‘Acceptatie begint met begrip voor de opgave en eerlijke verdeling van lusten en lasten. Als burgers deel zijn van het proces en ook echt invloed hebben, is de kans op acceptatie groter. In lijn met dit advies werk ik samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan een kabinetsvisie op burgerbetrokkenheid in de energietransitie. Deze visie zal ik komend voorjaar naar de Tweede Kamer sturen. Ook doe ik onderzoek naar lokaal eigendom, en zal ik in de tweede helft van 2023 met een analyse en maatregelen voor het stimuleren van lokaal eigendom komen.’

5. Integrale ruimtelijke sturing
In het adviesrapport van Greetje Bos wordt integrale ruimtelijke sturing benoemd als een van de belangrijke randvoorwaarden in de uitvoering van de RES’en. ‘Meervoudig ruimtegebruik is ontzettend belangrijk’, bevestigt Jetten. ‘Daarnaast is onze ruimtelijke uitdaging breder en complexer, en zetten we ons in op de ruimtelijke efficiëntie van het energiesysteem, aangepast op landschapstypes. Het programma ‘Mooi Nederland’ biedt hiervoor ontwerpende inspiratie richting 2050. In het kader van het programma Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) starten we een proces met de provincies, waarin we samen met hen een ruimtelijke inpassing geven aan de belangrijkste nationale opgaven. Gelijktijdig wordt gewerkt aan de aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie, waarin de ruimtelijke effecten van de energietransitie een belangrijke rol zullen spelen.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten