De minister voor Klimaat en Energie heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de Regionale Energiestrategieën (RES’en) en uitrol van wind- en zonne-energie. Met de RES’en 1.0 hebben de 30 energieregio’s 1,5 jaar geleden plannen gepresenteerd voor de realisatie van 55 terawattuur wind- en zonne-energie in 2030.
Streefdoel 55 terawattuur
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er na 2025, of zodra er met de SDE++ 35 terawattuur aan subsidiabele productie op land wordt ondersteund, geen nieuwe subsidie meer verstrekt zou worden aan windmolens en zonnepanelen. De Tweede Kamer nam in april 2022 al een motie aan om dat plafond los te laten.
Minister Jetten meldt de Tweede Kamer nu kritisch te kijken naar het tijdpad en de opgave van 35 terawattuur. ‘Omdat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateert dat het kwantitatieve doel van 2030 binnen bereik ligt, zie ik vooralsnog geen reden tot aanvullende maatregelen. De democratisch vastgestelde biedingen van de regio’s in de RES 1.0, die samen optellen tot 55 terawattuur en de 35 terawattuur overstijgen, kunnen als streefdoel worden gezien voor 2030 (en daarna).’
Niet formeel ophogen
De minister heeft ook zijn reactie gegeven op het onderzoek dat een werkgroep onder leiding van Greetje Bos heeft uitgevoerd. Zij is gevraagd onafhankelijk te adviseren over de vraag of het RES-doel formeel opgehoogd dient te worden en wat belangrijke randvoorwaarden zijn om de biedingen uit de RES 1.0 boven de 35 terawattuur te kunnen verzilveren.
‘Op basis van het advies van mevrouw Bos, hebben de opdrachtgevers van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) samen met Netbeheer Nederland besloten dat het niet wenselijk is om de gemaakte afspraken in het Klimaatakkoord formeel te verhogen. Daarmee voorkomen we dat we het proces onnodig vertragen door mogelijke tijdrovende heronderhandelingen. Het doel wordt daarmee niet formeel verhoogd. Liever richten we onze gezamenlijke inspanningen op het zoveel mogelijk realiseren van de biedingen van RES 1.0. Dit aanbod telt op tot 55 terawattuur tot 2030.’
Meest toepasselijke instrument
‘De stimulering van zon en wind tot 35 terawattuur middels de SDE++ is niet meer passend richting de toekomst’, vervolgt Jetten. ‘Daarom zal er, conform motie Bontenbal in 2023 geen plafond voor hernieuwbare elektriciteit in de SDE++ meer worden opgenomen. Dat het kabinet zon- en windprojecten op land verder zal stimuleren dan 35 terawattuur, betekent niet automatisch dat de SDE++ richting de toekomst hiervoor het meest toepasselijke instrument blijft. In de SDE++ kan namelijk niet altijd goed rekening gehouden worden met belangrijke randvoorwaarden voor projecten, zoals bijvoorbeeld landschappelijke inpassing. Ook na de SDE++ zal ondersteuning voor zon- en windprojecten blijven. Op termijn zal ik echter wel, in plaats van de SDE++ in huidige vorm, deze ondersteuning op een andere wijze vormgeven.
Gerichtere ondersteuning
De minister onderzoekt daarom of de ondersteuning van wind- en zonne-energieprojecten gerichter kan dan in de huidige SDE++ het geval is. Dit onderzoek laat hij uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Dit onderzoek zal niet gaan over de vraag óf er ondersteuning nodig is, maar op welke manier deze het beste kan worden vormgegeven.
Jetten: ‘Voor de vormgeving van deze ondersteuning zijn door de Tweede Kamer al suggesties gedaan, bijvoorbeeld het vaak genoemde two-sided contract for difference. Ik zal de Kamer tegen de zomer van 2023 nader informeren over het verloop van dit onderzoek. Tegen die tijd heb ik ook het Nationaal Plan Energiesysteem naar de Tweede Kamer verzonden, waardoor ik de uitwerking van de nieuwe vorm van ondersteuning voor zon en wind daar goed op kan laten aansluiten. De nieuwe vorm van ondersteuning zal op zijn vroegst ingaan ná de SDE++-ronde van 2023, op het moment dat het instrument afgerond is en invoering opportuun is. Hierbij streef ik ernaar dat er geen gat valt tussen de afloop van de SDE++ voor zon- en windprojecten op land en de invoering van de nieuwe vorm van ondersteuning.’
5 passende randvoorwaardenMinister Jetten wil samen met de opdrachtgevers van het NP RES en de netbeheerder inzetten op het faciliteren en stimuleren van de plannen van de RES-regio’s. Volgens Jetten zijn daar 5 passende randvoorwaarden voor nodig. 1. Slimmer programmeren en omgaan met het elektriciteitsnet 2. Beleid en bijbehorende financiële instrumenten laten aansluiten op de RES-opgave 3. Borging afspraken en uitvoering gedurende bestuurlijke veranderingen 4. Burgerparticipatie en maatschappelijke acceptatie 5. Integrale ruimtelijke sturing |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.