Analyse SDE++ 2021: productie windmolens en zonnepanelen loopt op naar 31,1 terawattuur

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) neemt wel een flinke disclaimer op bij de door hem gepubliceerde voortgang richting de Klimaatakkoorddoelstelling van 35 terawattuur wind en zon op land, en bestempelt het cijfer als slechts ‘een grove indicatie waaraan geen rechten ontleend kunnen worden’.

18,3 terawattuur gerealiseerd
Onderstaande tabel toont de gerealiseerde productie – 18,34 terawattuur – en de geprognosticeerde productie van de nog niet gerealiseerde productie – 13,77 terawattuur; samen optellend tot 31,1 terawattuur. De voor zonnestroom nog niet gerealiseerde productie is met 3,1 terawattuur gegroeid van 8,0 naar 11,1 terawattuur.

SDE++ 2021 meegerekend
Voor projecten die al gerealiseerd zijn, hanteert RVO bij zijn berekeningen als uitgangspunt de beschikte productie per jaar als productie voor 2030. Verder worden alleen projecten meegenomen die binnen de SDE-regelingen in 2030 nog subsidiabel kunnen zijn. In praktijk betekent dit dat projecten met een ingebruiknamejaar vanaf 2015 meegenomen worden (red. een subsidiabele looptijd van 15 jaar + eventueel 1 bankingjaar).

Voor wind-op-landprojecten die nog niet zijn gerealiseerd, wordt uitgegaan van een realisatiepercentage van 98 procent. De beschikte productie maal het realisatiepercentage is het uitgangspunt voor de productie in 2030. Voor zonnestroomprojecten die nog niet zijn gerealiseerd, wordt uitgegaan van een realisatiepercentage van 60 procent. De beschikte productie maal het realisatiepercentage is het uitgangspunt voor de productie in 2030.