Technieksector nadert kartonreductiedoel, plastic blijft uitdaging

In het brancheplan is een doel van 20 procent reductie in 2025 opgenomen.

Recycling op niveau
Naast de verminderde hoeveelheid karton zijn er ook goede resultaten behaald op het gebied van recycling en duurzame herkomst. Inmiddels wordt 98 procent van het gebruikte karton gerecycled, terwijl 81 procent van het nieuw gebruikte karton een FSC- of PEFC-keurmerk heeft.

Hoewel de resultaten voor karton positief zijn, kampt de sector nog met uitdagingen rond plastic. Het gebruik van plastic steeg in 2024 met bijna 20 procent. Tegelijkertijd daalde de hoeveelheid plastic die voor recycling of hergebruik werd ingezameld van 81 procent in 2023 naar 66 procent in 2024.

Eindsprint naar 2025
Deze ontwikkeling staat haaks op de doelstelling om in 2025 ook 20 procent minder plastic te gebruiken. Wel stappen steeds meer bedrijven over op milieuvriendelijke alternatieven voor etiketten op verpakkingen.

Het Brancheplan Verpakkingen, een initiatief van Techniek Nederland, FEDET en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, loopt tot 2025. Laurens de Vrijer, hoofd Werkgevers- en Ondernemerschap bij Techniek Nederland, benadrukt dat er nog werk aan de winkel is: ‘De resultaten van het Brancheplan over 2024 laten zien dat een breedgedragen ketenaanpak werkt. Maar om de ambities van het Brancheplan te halen, is in 2025 nog een stevige eindsprint nodig.’

Voorbereid op Europese regels
Ook Sebastiaan Scheers, projectmanager bij FEDET, roept de sector op tot extra inzet: ‘De resultaten zijn wisselend, maar de richting is goed. In 2025 gaan we grote stappen zetten om de doelstellingen van het Brancheplan te halen. We moeten fundamenteel anders omgaan met verpakkingen.’

De inspanningen van de sector komen op een strategisch moment, aangezien volgend jaar Europese regels voor de vermindering en verduurzaming van verpakkingen van kracht worden. Scheers wijst erop dat het Brancheplan de bedrijven goed voorbereidt op deze wetgeving: ‘Met het Brancheplan nemen we daar al een voorschot op. Dat maakt het een stuk eenvoudiger om straks aan de wetgeving te voldoen.’

De Vrijer benadrukt dat de ingezette beweging onomkeerbaar is: ‘Met het Brancheplan hebben we een beweging in gang gezet die niet meer te stoppen is. Volgend jaar maken we de eindresultaten bekend en bundelen we de opgedane ervaringen in een Successenboek. Daar profiteert straks de hele branche van.’