logo
wvhj2023
© Omar Halawi | Dreamstime.com
© Omar Halawi | Dreamstime.com
14 mei 2024

Pas in 2027 nieuwe subsidie voor windmolens en zonnepanelen, SDE++ tot die tijd gehandhaafd

Het creëren van een nieuw instrument om de uitrol van windmolens en zonnepanelen te stimuleren, duurt waarschijnlijk nog tot 2027. Om die reden blijft de huidige SDE++ tot die tijd gehandhaafd.

Dat meldt demissionair minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten. Afgelopen zomer meldde Jetten al alternatieve stimulering voor wind- en zonne-energie niet voor 2025 te verwachten en dat de SDE++ daarom ook dit en volgend jaar de subsidieregeling open te stellen voor wind- en zonne-energie.

Contracts for difference
Afgelopen oktober concludeerde Trinomics in een onderzoeksrapport dat contracts for difference (cfd’s) in 2-richtingen de meest interessante optie zijn om voor wind- en zonne-energie na 2025 ingevoerd te worden als opvolger van de subsidieregeling SDE++.

Naar aanleiding van die conclusie gaf demissionair minister Jetten opdracht voor een verdiepende studie naar cfd’s die Trinomics nu afgerond heeft. Bij cfd’s spreken projectontwikkelaars met de overheid een vaste stroomprijs af. Jetten hierover: ‘Als de prijs niet wordt behaald op de markt, vult de overheid aan tot het afgesproken bedrag. Als er meer dan de afgesproken prijs wordt verdiend op de markt, betaalt de projectontwikkelaar het overschot aan de overheid.’  Belangrijk verschil tussen cfd’s en de huidige SDE++ is volgens Jetten dat overstimulering hiermee voorkomen kan worden.

Zonder subsidie
Om toe te groeien naar een markt zonder subsidie, is volgens de demissionair minister een ander instrument nodig dan de SDE++, dat moet zorgen voor een betere verdeling van de risico’s en baten tussen bedrijven en de overheid. ‘In het Klimaatakkoord is bovendien afgesproken dat zon-pv en windenergie op land in elk geval na 2025 niet langer zullen worden ondersteund door de SDE++’, aldus Jetten.

De invoering van een instrument voor cfd’s zal volgens Jetten echter enkele jaren duren. ‘Dit betekent dat een nieuw stimuleringsinstrument voor zon-pv en windenergie op land waarschijnlijk pas in 2027 kan worden toegepast en dat projecten die hieruit voortvloeien op zijn vroegst vanaf 2029 gerealiseerd zullen worden.’

Stop onverantwoord
Omdat een volledige stop op financiële ondersteuning naar verwachting zou betekenen dat de uitrol van zonnepanelen en windmolens zou stagneren – en de sector mogelijk ook op langere termijn geschaad wordt – vindt Jetten het op dit moment nog niet verantwoord om geen opvolginstrument uit te werken voor de SDE++.

‘Bij een abrupte stop van prijssteun zoals via de SDE++ zouden, door het toegenomen risico van projecten, de financieringskosten en daarmee de onrendabele top en totale kosten van zon-pv en windenergie op land toenemen. Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Trinomics  en gesprekken die ik met de sector heb gevoerd. Vanwege dit risico heb ik onderzoek gedaan naar een nieuw stimuleringsinstrument dat past bij de huidige en toekomstige beleidswensen en behoefte, evenals van de markt.’

Investeringszekerheid
Omdat de aangekondigde hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt (red. EMD) het gebruik van cfd’s voorschrijft, heeft Jetten Trinomics nader onderzoek laten doen naar de ontwerpmogelijkheden voor tweezijdige cfd’s. ‘De EMD stelt voor de tweezijdige cfd’s een overgangstermijn van 3 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding. Ik streef er daarom naar om zo snel mogelijk, maar uiterlijk in 2027, een overgang te maken naar tweezijdige cfd’s. Op dit moment onderzoek ik welke stappen er nodig zijn om een overgang naar dit instrument voor zon-pv en windenergie op land mogelijk te maken en op welke termijn dit kan.’

Tweezijdige cfd’s kunnen volgens Jetten de benodigde investeringszekerheid bieden voor zon-pv en windenergie op land en tegelijkertijd voorkomen dat gesubsidieerde projecten hoge overwinsten maken wanneer de elektriciteitsprijzen hoog zijn. ‘Dit beschouw ik als positief, mede omdat dit bijdraagt aan de transitie naar een zelfstandige markt voor zon-pv en windenergie op land.’

Onder voorbehoud
Het besluit is volgens Jetten wel onder voorbehoud van de beleidsmatige ontwerpkeuzes die hij momenteel verkent en van de mogelijkheden om de tweezijdige cfd’s ook juridisch vorm te kunnen geven. ‘Een overgang naar een nieuw beleidsinstrument betekent een extra uitvoeringslast en mogelijk een lange invoeringstermijn. Tweezijdige cfd’s kunnen op verschillende manieren worden vormgegeven, zowel beleidsmatig als juridisch, waarbij ook de uitvoerbaarheid van belang is. Ik neem nu nog geen beslissing over de hoogte en mate van stimulering voor zon-pv en windenergie op land. Verschillende ontwerpkeuzes moeten zorgvuldig worden afgewogen. Hierbij betrek ik zowel RVO als andere organisaties vroegtijdig om de uitvoerbaarheid te waarborgen.’

Jetten benadrukt dat onder meer moet worden bepaald op welke wijze de concurrentie tussen technieken geborgd blijft, welke projecten in aanmerking komen en welke beperkingen er gesteld zullen worden aan het budgettaire risico van marktpartijen en de overheid. ‘Daarbij moet worden onderzocht of het mogelijk en wenselijk is de cfd’s voor zon-pv en windenergie op land onder te brengen in de systematiek van de SDE++, of als los instrument. Budgettaire gevolgen binnen het budget van de SDE++ vergen nadere uitwerking. Als tweezijdige cfd’s als een apart instrument worden vormgegeven, buiten de SDE++, heeft dit mogelijk implicaties voor de tendersystematiek en de allocatie van budget.’

Nadeel en voordeel
Een voordeel van die laatste keuze is volgens Jetten dat gerichter gestuurd kan worden op wenselijke ontwikkelingen van zon en wind, maar een nadeel is dat budgetten niet integraal worden verdeeld over diverse technieken.

Jetten: ‘Een mogelijk voordeel van een apart instrument is dat er meer onderlinge competitie kan ontstaan tussen zon-pv- en/of windprojecten, die nu door hun lage subsidie-intensiteit vooraan in de rangschikking van de SDE++ staan en daarom nagenoeg geen concurrentie ervaren. Ik vind het in ieder geval essentieel dat een steuninstrument zo min mogelijk negatieve gevolgen heeft op de congestie op het elektriciteitsnet. Ik zal er bij het ontwerp van de tweezijdige cfd’s daarom nadrukkelijk aandacht voor hebben dat de impact van het instrument op netcongestie beperkt wordt. Ook verken ik de mogelijkheid voor het stellen van minimumeisen aan of het wegnemen van barrières voor circulariteit en de mogelijkheid tot een maximale CO2-voetafdruk van productie-installaties. Bij het ontwerp van de tweezijdige cfd’s wil ik er ook voor zorgen dat dit instrument bijdraagt aan de ontwikkeling van een ppa-markt en langetermijncontracten zodat een zelfstandige markt tot stand kan komen, waarbij hernieuwbare-elektriciteitsprojecten zonder financiële steun van de overheid gerealiseerd kunnen worden.’

Verrekenen overwinst
Tot de implementatie van een nieuw instrument, zal zon-pv en windenergie op land nog via de SDE++ gestimuleerd worden. Vanaf 2024 zal in de SDE++ een mechanisme worden opgenomen voor de verrekening van overwinsten met subsidie-uitkeringen.

Jetten: ‘Dit is een verplichting die voortvloeit uit de meest recente staatssteunbeslissing van de Europese Commissie. Dit is een eerste stap richting tweezijdige cfd’s en betekent dat overwinsten ten tijde van hoge elektriciteitsprijzen worden verrekend met eerder uitgekeerde subsidie of toekomstige subsidie-uitkeringen.’

Begin 2025 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de ontwerpkeuzes en planning van de implementatie van tweezijdige cfd’s. Op dat moment wordt ook duidelijk hoe zon-pv en windenergie op land in 2025 binnen de SDE++ zullen worden gestimuleerd.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten