logo
wvhj2023
© Digikhmer | Dreamstime.com
© Digikhmer | Dreamstime.com
11 november 2023

Het Dilemma | Contracts for difference – ideale opvolger van de SDE++?

Zijn contracts for difference de ideale opvolger van de SDE++ voor wind- en zonne-energie? Solar Magazine bespreekt dit dilemma met Nold Jaeger (Holland Solar). ‘Ja, maar timing is alles.’

We spreken al jaren over subsidieloze zonne-energieprojecten in Nederland. Is die tijd nog niet aangebroken?
‘In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) staat dat er in Nederland eind dit decennium 47 gigawattpiek aan zon-pv moet zijn gerealiseerd en 71 gigawattpiek in 2035, op weg naar een klimaatneutraliteit in 2050. Dat betekent dat we het huidige geïnstalleerde vermogen de komende jaren meer dan moeten verdrievoudigen. Dat gaat niet gebeuren zonder ondersteuning van de overheid.’

Waarom niet?
‘Het ligt met name aan onzekerheid – of de geproduceerde zonnestroom in de toekomst ook daadwerkelijk aan klanten verkocht kan worden; met minder klanten wordt de gemiddelde prijs van zonnestroom natuurlijk steeds lager. De recente Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) stelt dat we rekening moeten houden met een extra stroomvraag van 50 terawattuur in 2030. Er moet dus nog meer wind- en zonne-energie bij om tegen die tijd over voldoende elektriciteit te beschikken en onze klimaatdoelen te halen. Maar wat als het niet zo hard gaat met onze elektrificatie? Wat is dan de waarde van groene stroom?’

Dus de overheid moet geld blijven bijleggen?
‘Holland Solar pleit niet voor het blind subsidiëren van grote zonnestroomsystemen. Maar zonder investeringszekerheid, de garantie dat grote pv-installaties op de lange termijn renderen, worden die straks niet meer gefinancierd. Er is dus een nieuw vangnet nodig na de SDE++, en we hebben haast, want het einde van dit decennium is al in zicht.’

Adviesbureau Trinomics deed op verzoek van klimaatminister Jetten onderzoek naar een mogelijke opvolger. Hoe heb jij hun rapport ‘Policy options to upscale solar PV and onshore wind beyond 2025’ gelezen?
‘De onderzoekers concluderen dat het wegbewegen van enige vorm van ondersteuningsmechanismen voor wind- en zonne-energie vanaf 2025 de continuïteit van de grootschalige uitrol van zonnepanelen en windturbines in gevaar kan brengen, en het behalen van de klimaatdoelen in gevaar kan brengen. Dat maakt eens temeer duidelijk dat er een nieuw instrument moet worden opgetuigd. Wij vinden het daarbij wel belangrijk dat er, net zoals Trinomics aanraadt, eerst gekeken moet worden naar het meest geschikte instrument – een keuze op hoofdlijnen maken – en daarna kijken naar aanvullende voorwaarden zoals natuurinclusiviteit, landschappelijke inpassing en netbelasting. Die laatste zijn zeker belangrijk, maar door eerst het instrument en dan pas de randvoorwaarden te kiezen, maak je het beter mogelijk om een gedegen afweging te maken voor het optimale instrumentarium dat je nodig hebt om de pijplijn van wind- en zonne-energie te verhogen om de doelstellingen te gaan halen.’

Er werden 4 opties onderzocht, waaronder directe investeringssteun.
‘Dat betekent simpelweg aan het begin van een project een zak geld geven – in omvang natuurlijk wel afgestemd – op het project, als bijdrage aan de investering. Daarmee hou je echter geen rekening met de toekomst. Wat als er straks niet voldoende afnemers zijn, of als je zonnestroom niet genoeg opbrengt? Dan lopen die projecten alsnog gevaar. En wat ga je dan doen? Dit zal naar ons idee dus investeerders niet zo snel over de streep trekken om projecten te blijven financieren. Hetzelfde geldt voor idee nummer 2: het instellen van een garantiefonds voor stroomafnameovereenkomsten (ppa). Hiermee krijgen producenten van groene stroom gegarandeerd hun geld als een afnemer failliet gaat. Dat is een mooi systeem, maar op zichzelf onvoldoende om die pijplijn voldoende te gaan vullen.’

Waarom?

‘Een ppa-garantiefonds is niet de sleutel om door te kunnen pakken met de massale uitrol van zonnepanelen vanwege onzekerheid over de stroomvraag op de lange termijn. Dat wil echter niet zeggen dat we het niet moeten doen. Het is een kleine investering die zichzelf kan bedruipen en absoluut waarde heeft uit het oogpunt van het verminderen van investeringsrisico’s, en dus ook voor onze energietransitie. Een dergelijk garantiefonds gaat ervoor zorgen dat vraag en aanbod elkaar makkelijker vinden, dat is een heel goede zaak. Tegelijkertijd gaat er helaas te veel tijd overheen voordat je op deze manier voldoende volume kan gaan bouwen om die doelstellingen te gaan halen.’

Tweerichtings contracts for difference zijn de oplossing?
‘Ze bieden op hoofdlijnen eenzelfde financieel vangnet als de huidige SDE++. Op de momenten dat het slecht gaat, betaalt de overheid de eigenaar van de installatie voor de lagere inkomsten. Maar als het goed gaat, betaal je overwinsten terug aan de overheid. Dat betekent zekerheid voor investeerders, zij weten dat een project een zekere investering is omdat er zekerheid is over de inkomsten van dat project. En daarbij is het wel zo fair richting de samenleving, dat is ook een verantwoordelijkheid die we als sector op ons moeten nemen. Zo behoud je ook op de lange termijn draagvlak voor de energietransitie. Het is dus het beste voorstel, zoals ook Trinomics aangeeft. Maar timing is alles.’

Wat bedoel je daarmee?
‘Het PBL zegt dat de stroomvraag de komende 6 jaar met bijna de helft gaat stijgen. Hoe die vraagkant van de markt zich echter exact gaat ontwikkelen over de jaren heen is niet duidelijk, terwijl dat wel bepalend is voor de opbrengsten van pv-installaties. Met een contract for difference bied je de zekerheid dat die installaties er wel komen en afnemers de zekerheid gaan krijgen dat die groene stroom er is. Het stimuleert ook de overheid om de elektrificatie in de industrie, gebouwde omgeving en mobiliteit aan te jagen. Immers, hoe meer vraag naar elektriciteit, hoe meer opbrengsten de overheid genereert met het contract for difference-systeem. Een win-win dus.’

Het ontwikkelen van een contract for difference is dus wat er moet gebeuren?
‘Ja. Maar dat is wel makkelijker gezegd dan gedaan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe een basisbedrag vastgesteld moet worden, zijn daar heel veel keuzes in te maken. Er moet een goede balans in dit systeem worden gevonden om een acceptabel rendement te garanderen zonder te overstimuleren. Die details, inclusief aanvullende eisen, moeten de komende maanden worden uitgewerkt. Daar komt ook nog de discussie over verhandelbare contracts for difference bij. Het is terecht dat Trinomics stelt dat een verhandelbare component een grote verandering is en daarmee een discontinuïteitsrisico met zich meebrengt. Tegelijkertijd zitten daar ook weer kansen. Daar moeten we met elkaar echt nog over doordenken.'

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten