Rechter: te laat geplaatste snelladers elektrische auto’s in Utrecht mogen blijven

Utrecht had E2-Energie na een openbare aanbesteding geselecteerd om in de gemeente op meerdere locaties openbare snelladers te plaatsen waarmee elektrische auto’s opgeladen kunnen worden.

Bodemprocedure
Op 2 juni ontbond de gemeente de overeenkomst, omdat de snelladers niet op de afgesproken datum van 1 juni geïnstalleerd waren. E2-Energie heeft vervolgens op 16 juni de snelladers alsnog geplaatst, omdat het bedrijf het niet eens was met de ontbinding van de overeenkomst en de snelladers wil exploiteren.

Het bedrijf had de rechter gevraagd om de gemeente te verbieden de snelladers uit te schakelen of weg te halen. De rechter heeft nu geoordeeld dat de laadpalen – in afwachting van een bodemprocedure over de rechtmatigheid van de ontbinding – mogen blijven staan.

Concessieovereenkomsten
Volgens de concessieovereenkomsten moesten de snelladers binnen 9 maanden – uiterlijk op 1 april – zijn gerealiseerd en in gebruik zijn genomen. Omdat die datum door omstandigheden niet haalbaar bleek – de leverancier kon de op maat gemaakte snelladers niet eerder dan 19 mei leveren – werd die datum met toestemming van de gemeente opgeschoven naar 1 juni jongstleden.

Ook die datum bleek echter niet haalbaar. Op 1 juni was namelijk alle infrastructuur rondom de snelladers gereed – van de verdeelkasten tot de netaansluitingen, de parkeerplaatsen en de verkeersborden – maar waren de 3 snelladers nog niet door de leverancier aan E2-Energie geleverd.

Geen clementie
De gemeente toonde echter geen clementie en ontbond op 2 juni de concessieovereenkomsten omdat 1 juni een harde deadline was. E2-Energie heeft hiertegen geprotesteerd maar de gemeente bleef bij haar standpunt.

Toen E2-Energie half juni alsnog de snelladers installeerde, heeft de gemeente het bedrijf gesommeerd deze weg te halen. Volgens E2-Energie zijn de overeenkomsten niet rechtmatig ontbonden en heeft het bedrijf een groot belang bij zijn exploitatierecht om, in ieder geval, de kosten van het aanleggen van het een en ander terug te kunnen verdienen. Er is volgens de onderneming ook geen sprake van een tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigt.

Niet rechtvaardig
De voorzieningenrechter acht het in voldoende mate aannemelijk dat de bodemrechter zal concluderen dat de tekortkoming van E2-Energie de ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigt. Om die reden verplicht de Rechtbank Midden-Nederland de gemeente Utrecht om de snelladers te gedogen gedurende de looptijd van de concessieovereenkomsten, tenzij in de bodemprocedure anders wordt geoordeeld door de bodemrechter.