Europees Parlement keurt Batterijenverordening goed: strengere regels voor recycling en veiligheid batterijen

De Batterijenverordening in het kort

De nieuwe Batterijenverordening scherpt de veiligheidseisen en de regels voor recycling van batterijen aan. De belangrijkste maatregelen van de nieuwe wet zijn:

• een verplichte verklaring en etiket met de CO2-voetafdruk van batterijen voor elektrische voertuigen, lichte vervoermiddelen en oplaadbare industriële batterijen met een capaciteit van meer dan 2 kilowattuur.
• draagbare batterijen in apparaten moeten in de toekomst zo ontworpen worden dat consumenten ze zelf gemakkelijk kunnen verwijderen en vervangen, ze mogen bijvoorbeeld niet meer worden vastgelijmd in mobiele telefoons of laptops.
• Een digitaal ‘batterijpaspoort” voor batterijen voor elektrische voertuigen, lichte vervoermiddelen en oplaadbare industriële batterijen met een capaciteit van meer dan 2 kilowattuur.
• Een due diligence-beleid – waarbij dit beleid voor ‘passende zorgvuldigheid’ onder meer dwangarbeid moet voorkomen – voor alle bedrijven, met uitzondering van kleine en middelgrote ondernemingen.
• Strengere doelstellingen voor de inzameling van draagbare batterijen: 45 procent tegen 2023, 63 procent tegen 2027 en 73 procent tegen 2030. De doelstelling voor batterijen van lichte vervoermiddelen wordt 51 procent tegen 2028 en 61 procent tegen 2031.
• Minimumgehalten aan uit afgedankte batterijen teruggewonnen materialen: 50 procent lithium tegen 2027 en 80 procent tegen 2031; en 90 procent kobalt, koper, lood en nikkel tegen 2027 en 95 procent tegen 2031.
• Minimumgehalten aan gerecyclede inhoud afkomstig van productie- en consumentenafval voor gebruik in nieuwe batterijen: 8 jaar na de inwerkingtreding van de verordening gaat het om 16 procent voor kobalt, 85 procent voor lood, 6 procent voor lithium en 6 procent voor nikkel; en 13 jaar na de inwerkingtreding gaat het om 26 procent voor kobalt, 85 procent voor lood, 12 procent voor lithium en 15 procent voor nikkel.