De Directive on corporate sustainability due diligence bevat regels voor passende zorgvuldigheid. Bedrijven moeten in de Europese Unie (EU) straks als onderdeel van de richtlijn negatieve gevolgen van hun activiteiten voor de mensenrechten – zoals kinderarbeid en uitbuiting van werknemers – en voor het milieu – zoals vervuiling en biodiversiteitsverlies – vaststellen en waar nodig voorkomen, beëindigen of reduceren. De richtlijn is ook relatief gezien belangrijk voor de zonne-energiesector, vanwege de vermeende dwangarbeid bij de productie van zonnepanelen in China.
Zorgvuldigheidsplicht
Een aantal lidstaten heeft al nationale regels voor passende zorgvuldigheid ingevoerd, en sommige bedrijven hebben op eigen initiatief maatregelen genomen. Er zijn volgens de Europese Commissie echter verbeteringen nodig op grotere schaal, die met vrijwillige maatregelen moeilijk te realiseren zijn.
Het voorstel voor de richtlijn voorziet voor bedrijven in een zorgvuldigheidsplicht op het gebied van duurzaamheid. Bedrijven moeten daartoe passende zorgvuldigheid in hun beleid integreren, feitelijke of potentiële negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu in kaart brengen, potentiële effecten voorkomen of reduceren, daadwerkelijke effecten beëindigen of tot een minimum beperken, een klachtenprocedure vaststellen en in stand houden, de effectiviteit van het beleid en de maatregelen inzake passende zorgvuldigheid monitoren en in het openbaar communiceren over passende zorgvuldigheid.
Regels niet voor mkb
De nieuwe zorgvuldigheidsregels zullen gelden voor 3 groepen bedrijven. Ten eerste voor alle Europese bedrijven met 500 of meer werknemers en een wereldwijde netto-omzet van 150 miljoen euro of meer. Ten tweede voor bedrijven die actief zijn in bepaalde sectoren met een grote impact en meer dan 250 werknemers hebben en een wereldwijde netto-omzet van 40 miljoen euro of meer. Voor deze tweede groep bedrijven worden de regels 2 jaar later van kracht dan voor de eerste groep. Tot slot zullen de regels gelden voor alle bedrijven van buiten de Europese Unie met een wereldwijde netto-omzet van 40 miljoen euro of meer.
Het voorstel voor de richtlijn geldt voor de eigen activiteiten van de onderneming, maar ook die van dochterondernemingen en voor hun waardeketens. Kleine en middelgrote ondernemingen – mkb en kmo’s – vallen niet rechtstreeks onder de voorgestelde richtlijn. Het voorstel omvat wel maatregelen ter ondersteuning van het mkb en kmo’s waarvoor de regels indirect gevolgen kunnen hebben.
Inspanningsverplichting
Concreter betekent dit dat mensenrechten die in internationale overeenkomsten opgenomen zijn, doeltreffender moeten worden beschermd. Werknemers hebben bijvoorbeeld recht op een veilige en gezonde werkomgeving. Daarnaast zal dit voorstel ook bijdragen tot het voorkomen van negatieve milieueffecten die in strijd zijn met belangrijke milieuovereenkomsten. De ondernemingen waarop de regels van toepassing zijn, zullen passende maatregelen moeten nemen – een inspanningsverplichting – die in overeenstemming zijn met de ernst en de waarschijnlijkheid van de diverse effecten, de maatregelen die het bedrijf in de specifieke omstandigheden ter beschikking staan en de noodzaak om prioriteiten te stellen.
Boete
De door de lidstaten aangewezen nationale bestuursinstanties zullen worden belast met het toezicht op deze nieuwe regels en kunnen in het geval van niet-naleving een boete opleggen. Slachtoffers kunnen bovendien gerechtelijke stappen ondernemen voor vergoeding van geleden schade die had kunnen worden voorkomen als passende zorgvuldigheidsmaatregelen waren genomen.
Om ervoor te zorgen dat passende zorgvuldigheid integraal deel uitmaakt van het ondernemingsproces, moeten bestuurders van ondernemingen erbij worden betrokken. Het voorstel introduceert daarom voor bestuurders ook de plicht om de uitvoering van de passende zorgvuldigheid op te zetten en te controleren en deze in de bedrijfsstrategie op te nemen.
Planning
Het voorstel voor de richtlijn zal nu ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Europese Raad. Na goedkeuring hebben de lidstaten 2 jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten en de teksten in kwestie aan de Europese Commissie mede te delen.
160 miljoen kinderenVolgens voorzitter Ursula von der Leyen geeft Europa met de komst van de nieuwe richtlijn een sterk signaal dat zaken doen nooit ten koste mag gaan van de menselijke waardigheid en vrijheid. ‘We willen niet dat goederen die het resultaat zijn van dwangarbeid, in onze winkels in Europa terechtkomen. Daarom werken we aan een verbod op goederen die door dwangarbeiders zijn gemaakt.’ Uit de meest recente cijfers blijkt volgens de Europese Unie dat veel mensen wereldwijd geen waardig werk hebben en er nog heel wat werk aan de winkel is: 160 miljoen kinderen – zo’n 10 procent van de kinderen wereldwijd – zijn het slachtoffer van kinderarbeid en 25 miljoen mensen verrichten dwangarbeid. 70 procent van die dwangarbeid zou plaatsvinden in de landbouw, 19,7 procent in de dienstensector en 10,3 procent in de industrie. |