Coronavirus | ‘Behoud terugdraaiende teller tot eind 2021, Vlaamse installateurs zonnepanelen zwaar getroffen’

De Organisatie Duurzame Energie Vlaanderen (ODE) – waartoe ook brancheorganisatie PV-Vlaanderen behoort – stelt op basis van een enquête dat de Vlaamse bedrijven actief in hernieuwbare energie zwaar getroffen worden door de COVID-19-pandemie. ODE heeft een peiling bij haar leden uitgevoerd over de impact van de maatregelen die de Vlaamse en Belgische regering hebben getroffen om de uitbraak van het coronavirus in te dammen.

Lockdown tot en met 19 april
België heeft afgelopen weekeinde namelijk besloten de strenge maatregelen ter bestrijding van het coronavirus die al tot 6 april golden, met 2 weken te verlengen tot en met zondag 19 april.

Iedereen is in het kader van de lockdown in België verplicht om thuis te blijven en contact met anderen buiten het gezin te vermijden. Er wordt een uitzondering gemaakt om te gaan werken en voor enkele essentiële verplaatsingen zoals een doktersbezoek. Bedrijven en overheden zijn verplicht om thuiswerken te organiseren voor alle functies waar dat mogelijk is. Niet-essentiële winkels blijven gesloten, met uitzondering van voedingswinkels, apotheken, dierenvoedingswinkels en krantenwinkels.

Te weinig personeel
Uit de resultaten van de enquête van ODE blijkt dat de hernieuwbare-energiesector in Vlaanderen zware gevolgen ondervindt. ODE nam de peiling af bij de gehele hernieuwbare-energiesector: van bedrijven actief in zonnepanelen tot windenergie, biomassa, warmtepompen en warmtenetten.

78 procent van de respondenten stelt vandaag de dag al de gevolgen te voelen van de maatregelen die de overheid heeft getroffen. Nog eens 16 procent verwacht die binnen 1 maand te voelen. Ongeveer de helft van de respondenten klaagt over te weinig personeel of het moeten uitstellen of stilleggen van werkzaamheden.

Moeilijkheden bij verkoop
Bevoorradingsproblemen zijn door sommigen deels verholpen door een verhoogde voorraad aan te leggen. De meeste moeilijkheden hebben de bedrijven bij de verkoop. Fysieke gesprekken kunnen niet meer plaatsvinden en dat is voor zonnepanelen en warmtepompen het belangrijkste verkoopkanaal. ODE stelt dat deze maanden normaal gezien bovendien de beste verkoopmaanden zijn.

34 procent omzetverlies
Niet iedereen laat installateurs toe. Toch worden sommige installaties voor bijvoorbeeld zonnepanelen volgens ODE deels opgeleverd; het deel op het dak wel, maar binnen niet. Het halen van deadlines is voor 12 procent van de respondenten een probleem. Dit blijkt vooral te spelen in de wind- en zonne-energiesector. Het gaat dan vooral over vergunningsgerelateerde deadlines of data voor wanneer men een project moet opleveren om binnen een bepaalde  subsidiecategorie te kunnen vallen, wat weer belangrijk is voor de financiering van projecten.

Gemiddeld verwachten de respondenten een omzetverlies van 34 procent. Daarbij zijn er volgens ODE weinig verschillen tussen de sectoren.

Behoud terugdraaiende teller
ODE peilde ten slotte ook de oplossingen die de bedrijven zelf zien voor de huidige problemen. De meestgehoorde suggestie is specifieke ondersteuning, of het uitstellen van deadlines voor de verlaging van de subsidiesteun. Bijvoorbeeld met een termijn in overeenstemming met de lengte van de lockdown.

Specifiek voor zonne-energie suggereren installateurs het behoud van de terugdraaiende teller te verlengen tot midden of eind 2021. Distributienetbeheerder Fluvius is afgelopen juli gestart met het vervangen van alle terugdraaiende tellers door digitale meters.

Pv-eigenaren mogen 15 jaar lang het rendement behouden van de huidige, terugdraaiende teller. Zonnepaneeleigenaren krijgen bij de ingebruikname van de digitale meter namelijk de kans om te kiezen voor het bestaande systeem met terugdraaiende teller of het nieuwe systeem van de Vlaamse energieregulator VREG. In dit systeem van de VREG worden de nettarieven berekend op basis van de stroom die consumenten daadwerkelijk van het net afnemen en vervalt het prosumententarief. Uit simulaties blijkt dat dit voor 60 procent van de prosumenten voordeliger is. Hoe meer een consumentverbruikt op het moment dat de zonnepanelen elektriciteit opwekken, hoe hoger de zelfconsumptie dus, hoe voordeliger het nieuwe systeem.