
De Eerste Kamerleden bespraken niet alleen over de betaalbaarheid van collectieve warmtevoorzieningen, maar ook over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel en het publieke meerderheidsbelang in warmtebedrijven. Komende week stemt de Eerste Kamer over het wetsvoorstel en de tijdens het debat 10 ingediende moties.
Wet Collectieve Warmte
De nieuwe Wet Collectieve Warmte, ook wel bekend als de Warmtewet, moet gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden geven om warmtenetten te realiseren.
De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel in juli aan, waarna de behandeling in de Eerste Kamer van start ging. Demissionair minister Hermans van Klimaat en Groene Groei bestempelde de wet als een van de kernwetten van de energietransitie, naast de Energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie die de Eerste Kamer eind vorig jaar goedkeurde.
Publiek meerderheidsbelang
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet is dat warmtebedrijven voor meer dan 50 procent in handen moeten komen van overheden zoals gemeenten of provincies. Op deze manier hebben zij de eindverantwoordelijkheid bij het bepalen van beleid voor warmtebedrijven en warmtenetten. In de huidige situatie zijn collectieve warmtesystemen in handen van commerciële bedrijven. Toenmalig minister Rob Jetten kondigde dit publieke eigendom in 2022 al aan vanwege het vitale karakter van collectieve warmtesystemen.
Verder worden via de nieuwe wet tarieven voor energie via warmte meer gebaseerd op wat de aanleg en het onderhoud van een collectief warmtesysteem kost. Consumenten zijn hiermee niet meer afhankelijk van de fluctuerende gasprijs. Dit beschermt klanten en warmtebedrijven tegen hoge energieprijzen. Ook wil het demissionaire kabinet op deze manier de betrouwbaarheid van het warmtesysteem verhogen, zodat er minder kans is op storingen.
Zorgen over uitvoerbaarheid
Senator Ferd Crone van GroenLinks-PvdA waarschuwde tijdens het debat dat de wet dreigt vast te lopen op het nieuwe toezichtmodel. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet honderden varianten van warmtenetten beoordelen aan de hand van benchmarking, maar dat is volgens Crone technisch en organisatorisch onhaalbaar. Hij pleitte voor een systeem waarin gemeenten en energiegemeenschappen zelf transparant hun tarieven vaststellen en de ACM vooral procedureel toetst. Ook vroeg Crone nadrukkelijk om substantiële ondersteuning van burgerinitiatieven, die volgens hem een centrale rol spelen in de energierevolutie.
Senator Eric Holterhues van de ChristenUnie benadrukte dat de warmtetransitie alleen slaagt wanneer betaalbaarheid en draagvlak zijn gewaarborgd. Hij vroeg om duidelijkheid over langetermijnkosten voor huishoudens en wees op het belang van het aangekondigde waarborgfonds. Grote zorg was de uitvoeringscapaciteit van vooral kleine gemeenten. Volgens Holterhues is structurele ondersteuning nodig, inclusief specialistische kennis.
Grote investeringsopgave
Senator Theo Bovens van het CDA, die tijdens het debat mede namens de SGP, onderschreef de ambitie maar plaatste kanttekeningen bij de uitvoerbaarheid. Gemeenten staan volgens hem pas aan het begin van de ontwikkeling van warmtebeleid, terwijl de doelstelling van 500.000 aansluitingen in 2030 dichtbij is. Hij wees op de grote investeringsopgave en op het beperkte budget daarvoor. Het publieke meerderheidsbelang kan volgens schattingen circa 40 miljard euro vragen.
Senator Pim van Ballekom van de VVD gaf aan dat zijn fractie normaliter waarde hecht aan marktwerking, maar erkende dat warmtenetten een natuurlijk monopolie vormen en dat publieke sturing daarom gerechtvaardigd kan zijn. De VVD-fractie is daarom bereid het publieke meerderheidsbelang te accepteren onder voorwaarde dat de financiële en organisatorische randvoorwaarden helder zijn.
Positie van huurders
Senator Lies van Aelst van de SP stelde dat de wet onvoldoende rekening houdt met huurders en kwetsbare huishoudens. Zij waarschuwde dat warmtenetten, hoewel maatschappelijk goedkoop, voor veel bewoners juist duur uit kunnen vallen en regionale ongelijkheid in energiearmoede kunnen versterken. Ze vroeg of huurbescherming en consumentenrechten voldoende zijn geborgd. Van Aelst diende samen met collega’s 2 moties in over aansluiting op een warmtenet en over het opzetten van een landelijk fonds of solidariteitsregeling. Op verzoek van de SP wordt komende week bij de stemming eerst over deze 2 moties gestemd voordat de Eerste Kamer zich buigt over het wetsvoorstel zelf.
Senator Andrea van Langen-Visbeek van de BoerBurgerBeweging (BBB) stelde dat bewoners het gevoel kunnen krijgen dat aansluiting wordt opgelegd, met beperkte keuzevrijheid om alternatieven te kiezen. Ze vroeg nadrukkelijk aandacht voor de positie van kleine gemeenten en voor warmtetransitie in minder dichtbevolkte gebieden. Ook pleitte ze voor meer ruimte voor kleinschalige warmtegemeenschappen en om een lichter toezichtregime voor non-profitinitiatieven.
Duurzaamheid warmtebronnen
Senator Nico Koffeman van de Partij voor de Dieren vroeg waar de warmte vandaan komt en hoeveel daarvan afkomstig is van fossiele restwarmte, afvalverbranding of biomassa. Volgens hem bestaat het risico dat warmtenetten afhankelijk worden van vervuilende industrieën. Hij vroeg de minister welke maatregelen worden genomen om warmtenetten daadwerkelijk te verduurzamen en om inwoners inzicht te geven in de gebruikte bronnen.
Onafhankelijk senator Ingrid Visseren-Hamakers – die tot voor kort tot de fractie van de Partij voor de Dieren behoorde – stelde dat de wet te veel draait om infrastructuur en te weinig om de herkomst van warmte. Restwarmte uit fossiele of anderszins niet-duurzame bronnen kan volgens haar niet als duurzaam worden aangemerkt. Zij diende moties in over het uitfaseren van dierlijke producten en niet-duurzame warmtebronnen, en over het informeren van consumenten over de herkomst van warmte in het warmtenet.
Kritische stemmen
Senator Johan Dessing van Forum voor Democratie (FVD) stelde dat de wet geen duidelijk probleem oplost en dat burgers worden geconfronteerd met hoge kosten en beperkte keuzevrijheid. Hij kondigde aan niet met de wet te kunnen instemmen. Senator Ton van Kesteren van de PVV uitte zorgen dat warmtenetten met een publiek meerderheidsbelang kunnen leiden tot hogere energielasten en dat kostengebaseerde tarieven geen garantie bieden voor betaalbaarheid.
Adviezen minister
Minister Hermans verdedigde het publieke meerderheidsbelang omdat warmtevoorziening een nutsfunctie is. De overstap naar kostengebaseerde tarieven moet zorgen voor transparantie en betaalbaarheid. Daarvoor is een overgangsperiode nodig en verdere uitwerking in een Algemene Maatregel van Bestuur. De invoering van de wet werd al meerdere keren uitgesteld, waarbij betaalbaarheid en het publieke eigendom steeds hete hangijzers bleken.
De 10 ingediende moties kregen verschillende adviezen. Minister Hermans ontraadde 5 moties, waaronder die over aansluiting op een warmtenet, het opzetten van een landelijk fonds, en het uitfaseren van dierlijke producten. Bij 5 andere moties gaf zij het advies ‘Oordeel Kamer’, waaronder die over invoering van kostengebaseerde tariefregulering en ondersteuning van warmtegemeenschappen.
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.