Opnieuw uitstel voor Warmtewet, datum van 1 januari 2025 niet langer haalbaar

De verduurzaming van de gebouwde omgeving zal naar verwachting voor ongeveer een derde van de woningen via collectieve warmtenetten plaatsvinden. De Wet collectieve warmte moet gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden en bevoegdheden geven om deze collectieve warmtevoorzieningen te realiseren.

Publiek eigendom
De vertraging van de komst van de wet betekent het zoveelste uitstel van de komst van de Wet collectieve warmte, ook wel Warmtewet 2 genoemd. In de zomer van 2022 kondigde toenmalig minister Jetten de komst van de wet al een half jaar uit te stellen tot 1 juli 2024.

Afgelopen november presenteerde Jetten het wetsvoorstel dat leidde tot forse kritiek van de energiebedrijven omdat wordt uitgegaan van een verplicht publiek eigendom van collectieve warmtevoorzieningen. Daarbij meldde de toenmalig minister de wet per 1 januari 2025 te willen invoeren.

Snelheid Kamer
Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei meldt nu in de begroting van haar ministerie dat ook die datum niet langer haalbaar blijkt. ‘De inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte stond gepland op 1 januari 2025. Dit lijkt op dit moment niet langer realistisch. Het wetsvoorstel is voor het zomerreces naar de Tweede Kamer gestuurd. De datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel hangt mede af van de snelheid van de behandeling door de Tweede en Eerste Kamer.’

Huidige wet gewijzigd
De huidige Warmtewet wordt volgens Hermans in de tussentijd nog gewijzigd om bij de bepaling van het maximumtarief van warmte bepaalde kosten geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing te kunnen laten. ‘Concreet is het de bedoeling om bij de berekening van het maximale warmtetarief niet-inflatiegerelateerde verhogingen van de energiebelasting op aardgas buiten beschouwing te laten en in plaats van een all-in servicecontract voor het onderhoud van een cv-ketel uit te gaan van de gemiddelde in de praktijk gebruikte onderhoudscontracten. Deze aanpassing word ingevuld via een wijziging van het Warmtebesluit waarvan het streven is om die per 1 januari 2025 in werking te laten treden.’