Rechter herhaalt: btw voor bouw woning met zonnepanelen niet aftrekbaar

Het hoger beroep in de rechtszaak van de consument diende bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De huiseigenaar heeft een nieuwe woning laten bouwen die uitgerust is met 97 geïntegreerde zonnepanelen in de vorm van zonnedakpannen.

5.674 euro
De in rekening gebrachte btw bedraagt voor de bouw van de woning 58.581,85 euro, waarvan 2.057,29 euro voor het plaatsen van de zonnepanelen. De woning is op 1 oktober 2019 in gebruik genomen. De stroom die door de consument niet wordt gebruikt, wordt geleverd aan het energiebedrijf.

Waar de inspecteur van de belastingdienst vond dat de consument over de periode 22 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 recht heeft op een btw-teruggave van 636 euro, vindt de consument dat hij recht heeft op een teruggave van 5.674 euro. In zijn berekening heeft de consument namelijk een deel van de bouwkosten toegerekend aan de zonnepanelen en vraagt hij deze btw daarom ook terug.

Kosten sowieso gemaakt
Het Gerechtshof stelt echter ook in het hoger beroep dat de consument de bouwkosten sowieso zou hebben gemaakt, ook wanneer hij geen zonnepanelen zou hebben aangeschaft. Dat het in tegenstelling tot bij een soortgelijke rechtszaak die behandeld is door de Hoge Raad niet om standaardzonnepanelen maar om gebouwgeïntegreerde zonnepanelen gaat, luidt niet tot een ander oordeel.

Ondanks deze omstandigheden is volgens de rechter namelijk nog steeds sprake van een situatie waarin de overige bouwkosten niet afhankelijk zijn van het al dan niet plaatsen van zonnepanelen. Daarom kan niet worden gezegd dat de bouwkosten zijn gemaakt voor het met zonnepanelen opwekken en tegen vergoeding leveren van stroom. De consument heeft daarom geen recht op aftrek van een deel van de btw voor de bouw van de woning.

De conclusie van de rechtbank is dat het hoger beroep van de consument tegen de eerdere uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uit september 2022 ongegrond is.