Afbouw salderingsregeling | Minister wil nog geen absoluut maximum voor terugleververgoeding

Zonnepaneelbezitters krijgen straks in 2 gevallen te maken met de redelijke vergoeding die ook wel terugleververgoeding wordt genoemd.

Redelijke vergoeding
Ten eerste krijgt een consument met zonnepanelen een redelijke vergoeding als hij meer stroom opwekt dan hij verbruikt. Die redelijke vergoeding wordt dan toegekend voor alle ‘overtollige’ zonne-energie.

Ten tweede krijgt een consument met zonnepanelen een redelijke vergoeding voor het percentage dat kleinverbruikers straks niet meer mogen salderen. In het wetsvoorstel van minister Jetten mogen zonnepaneelbezitters in het jaar 2025 bijvoorbeeld nog 64 procent van de opgewekte zonne-energie salderen en voor de overige 36 procent krijgen ze een redelijke vergoeding.

VVD
De Tweede Kamer nam afgelopen februari een amendement van Silvio Erkens (VVD) aan waarmee een minimumtarief voor de redelijke vergoeding is vastgelegd. Tot 1 januari 2027 is dat minimumtarief ten minste 80 procent van de kosten die het energiebedrijf met de klant is overeengekomen voor afname van elektriciteit, met uitzondering van de daarvoor te berekenen belastingen en heffingen.

Bij algemene maatregel van bestuur kan door minister Jetten een absoluut tarief – oftewel een maximumhoogte – voor de redelijke vergoeding worden vastgesteld. Als de minimumvergoeding van 80 procent hoger uitvalt dan dit absoluut tarief, dan geldt dit absoluut tarief als de uit te keren terugleververgoeding.

Geen aanleiding
Minister Jetten meldt echter om nu besloten te hebben op dit moment nog niet over te gaan tot uitwerking van een algemene maatregel van bestuur waarin een absoluut tarief wordt vastgesteld. ‘De huidige situatie op de energiemarkt verschilt wezenlijk met die van een jaar geleden waarin er grote prijsschokken te zien waren. Daarom is er nu geen aanleiding om over te gaan tot uitwerking van dit absoluut tarief. Wel acht ik het verstandig om de optie open te houden, mocht dat in de toekomst wel noodzakelijk geacht worden. Deze optie kan bijvoorbeeld heroverwogen worden wanneer de ontwikkelingen op de energiemarkt hier aanleiding toe bieden.’

Mocht minister Jetten laten overgaan tot het uitwerken van dit absoluut tarief, dan stelt hij de gevolgen voor de terugverdientijden in het oog te willen houden en de benodigde toetsen te doorlopen.