Nederland pleit voor verhoging klimaatambitie op COP28

De COP28 vindt van 30 november tot 12 december plaats in Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten.

Voortgang
COP28 wordt volgens minister Jetten een belangrijk moment om stil te staan bij hoe de wereld het tot nu toe doet op het gebied van klimaatactie, omdat de top in het teken staat van de eerste Global Stocktake (GST). In het Klimaatakkoord van Parijs is namelijk afgesproken dat de internationale gemeenschap via de GST elke 5 jaar stilstaat bij de voortgang ten aanzien van het behalen van de klimaatdoelen.

‘Het antwoord is helaas overduidelijk: ook al is er sinds Parijs flink vooruitgang geboekt, alle landen doen samen nog niet genoeg om de afgesproken doelen te behalen in 2030’, stelt Jetten. ‘Ook de wetenschap laat ons zien dat de wereld op de huidige manier niet op koers ligt om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken, met alle gevolgen van dien.’

Concrete stappen
Meer dan ooit moet COP28 volgens de minister daarom een evenwichtige uitkomst hebben, waarbij op alle pijlers van het Klimaatakkoord van Parijs – mitigatie, adaptatie en financiering – duidelijk wordt welke concrete stappen we gaan zetten.

‘Het kabinet zal zich, ondanks de ingewikkelde opgave die er ligt, inspannen om mondiale klimaatambitie te verhogen, uitvoering te versterken en van COP28 een succes te maken’, aldus Jetten. ‘Tijdens de COP onderhandelt de EU als één partij en wordt er met één mond gesproken.’

Hernieuwbare energie
‘Vanuit het COP-voorzitterschap (red. de Verenigde Arabische Emiraten leveren de voorzitter) wordt ingezet op commitments om de mondiale hernieuwbare-energiecapaciteit in 2030 te verdrievoudigen en energiebesparing te verdubbelen’, vervolgt Jetten. ‘Dit helpt wereldwijd om duurzame en betaalbare energie toegankelijk te maken voor honderden miljoenen mensen en versnelt verduurzaming in de sectoren.’

Jetten benadrukt dat Nederland de mondiale doelen steunt en zich ervoor inzet dat deze doelen vastgelegd worden in een COP-besluit. ‘Daarbij zet Nederland zich er actief voor in dat deze transitie rechtvaardig verloopt, met aandacht voor de lagere- en middeninkomenslanden. Commitments op hernieuwbare energie en energiebesparing moeten wel gepaard gaan met het uitfaseren van het gebruik van fossiele brandstoffen, om het 1,5 graaddoel in zicht te houden.’