De basis voor de milieudatabase wordt gevormd door de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken, kortweg ‘Bepalingsmethode’. Het is een uniforme meetmethode voor de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG)-berekening. Die is in Nederland verplicht bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning voor nieuwe kantoorgebouwen groter dan 100 vierkante meter en voor nieuwbouwwoningen. De MPG-waarde – de prestatie-eis van 0,8 voor nieuwe woningen en 1,0 voor nieuwe kantoren – geeft aan wat de milieubelasting is van de bouwproducten die in een gebouw worden toegepast. Hoe lager de MPG-waarde, hoe duurzamer het productgebruik.
Definitieve oplossing
Op dit moment actualiseert de NMD alle installatiedata die gebruikt worden om de MPG-waarde vast te stellen. Totdat al deze data geactualiseerd zijn en de impact bekend is, introduceert de NMD een tijdelijke verrekenfactor voor nieuwe installaties waaronder warmtepompen. Als het beeld van de impact van alle actualisaties compleet is – naar verwachting in het tweede kwartaal van 2023 – wordt er een voorstel gemaakt voor een definitieve oplossing.
Momenteel zijn de geactualiseerde milieudata van warmtepompen volgens de NMD namelijk niet bruikbaar, omdat door de actualisatie van de milieudata het aandeel van de warmtepompinstallatie in de MPG-berekening zo hoog is geworden dat in de praktijk niet meer voldaan kan worden aan de prestatie-eis.
Koudemiddel en elektronica
De actualisatie van de milieudata voor warmtepompen heeft aangetoond dat de berekening van de milieubelasting van de warmtepomp niet meer volledig was. Koudemiddel en elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt. Bovendien was de milieubelasting berekend met een type dat inmiddels niet meer representatief was voor de markt. De effecten van het rekenen met de geactualiseerde data werden duidelijk bij het opstellen van een nieuwe categorie 1-productkaart voor een warmtepomp. Als logisch gevolg van de verslechtering van de milieuscore van de categorie1 1-warmtepomp heeft NMD de productkaart voor merkongebonden warmtepompen – de categorie 3- productkaart – aangepast. Daarmee heeft de warmtepomp een hoger aandeel in het resultaat van de milieuprestatieberekening gekregen.
Jan-Willem Groot, directeur van NMD, hierover: ‘De eis aan de milieuprestatie in het Bouwbesluit voor woningen en kantoren is vastgesteld aan de hand van de data die in de NMD aanwezig waren. Voor de markt kunnen er problemen ontstaan als we de milieudata van warmtepompen zomaar aanpassen. Er zou een ongelijk speelveld ontstaan voor leveranciers die warmtepompen leveren met de nieuwe data ten opzichte van leveranciers die warmtepompen aanbieden op basis van de oude data. Bovendien kan het ertoe leiden dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen om een warmtepomp met geactualiseerde data in een bouwwerk te kunnen opnemen. Uit het oogpunt van duurzaamheid zou ik het een probleem vinden als daardoor de warmtepomp niet meer wordt toegepast. Uiteindelijk leveren de warmtepompen een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en aan de vermindering van de CO₂-uitstoot.’
Leveranciers
‘Op basis van de geactualiseerde data is het voor de markt lastiger om een warmtepomp in een project toe te passen’, vervolgt De Groot. ‘Wij willen het probleem niet zomaar even bij de leveranciers van warmtepompen neerleggen. Dat zou niet terecht zijn. Daarom hebben wij besloten een tijdelijke verrekenfactor op te stellen die op de geactualiseerde productkaarten van warmtepompen mag worden toegepast. De verrekenfactor zorgt ervoor dat de berekende milieu-impact tussen de oude en de nieuwe situatie wordt genivelleerd. Het betekent dat de milieuscore van de warmtepomp voor dit moment op eenzelfde niveau ligt als voor de actualisatie.’
Het tijdelijke karakter van de rekenfactor hangt samen met het onderzoek naar de effecten van de actualisaties. Groot: ‘Wij onderzoeken de effecten van de actualisaties in bredere zin en kijken daarbij ook naar de precedentwerking. De kans dat het ook bij de constructieve en andere bouwkundige elementen optreedt, achten wij klein. Op 1 april is ons onderzoek gereed. Vervolgens wordt advies gevraagd aan de Beleidscommissie Milieuprestatie Nederland en wordt een besluit genomen voor het vervolg.’
Beide benen op de grond
Robert van Beek van de FME constateert dat het actualisatieproject ertoe leidt dat de kwaliteit van milieudata van gebouwinstallaties wordt verbeterd. ‘Vooraf hadden we niet verwacht dat de actualisatie zou leiden tot een veel hogere milieubelasting van de warmtepomp. Hierdoor moeten we tijdelijk een verrekenfactor toepassen. Op de iets langere termijn is dit positief. Een goede en complete database is belangrijk voor opdrachtgevers en alle schakels in de bouwketen. Het doel is immers om duurzame gebouwen te realiseren inclusief de technische installatie. De actualisatie van de data leidt ertoe dat we even weer met beide benen op de grond komen te staan. Het positieve eraan is dat de warmtepomp gestimuleerd wordt zich nog verder te ontwikkelen. Er is nog veel mogelijk op dit gebied. Te denken valt aan het gebruik van natuurlijke koelmiddelen, milieuvriendelijkere elektronica en de verlenging van de levensduur.’
Onvolledig beeld
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland wijst op het belang van de warmtepomp in brede zin. De milieuscore van warmtepompen geeft volgens hem een onvolledig beeld. ‘De score geeft namelijk alléén de milieubelasting van materialen aan en laat de energieprestatie volledig buiten beschouwing. Dankzij de warmtepomp verbruiken nieuwbouwwoningen helemaal geen aardgas meer en daalt de CO2-uitstoot met de helft. Daarmee leveren warmtepompen een onmisbare bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.’
Wat betreft Techniek Nederland moet er een integrale milieu- en energieprestatienorm komen die geldt voor de gehele technische levensduur van apparaten en materialen. Op basis van zo’n norm is er volstrekt geen twijfel over de toepassing van duurzame-energietechnieken zoals warmtepompen. De milieuscore van warmtepompen houdt ook geen rekening met een aantal andere aspecten. Terpstra: ‘Veel materialen uit een warmtepomp worden al hergebruikt. Ze krijgen een tweede leven in een nieuwe warmtepomp of in een andere toepassing. We intensiveren de komende tijd onze inspanningen om samen met de fabrikanten grote stappen te maken naar circulariteit. Daarnaast is de innovatie van warmtepompen in volle gang. Apparaten worden steeds kleiner waardoor minder materialen nodig zijn om het apparaat te produceren.’
3 categorieën productkaarten Er zijn in de Nationale Milieudatabase 3 categorieën productkaarten te onderscheiden. Productkaarten met merkgebonden data van fabrikanten en toeleveranciers vallen onder categorie 1. Productkaarten met merkongebonden data (merkloos) van groepen van fabrikanten en/of toeleveranciers en branches vallen onder categorie 2. Tot slot is er categorie 3; productkaarten met merkongebonden data (merkloos) vergaard door de Stichting NMD. Op de categorie 3 productkaarten is een toeslagfactor van toepassing. Deze toeslagfactor wordt door Stichting NMD vastgesteld en bedraagt momenteel 30 procent. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.