PBL: zorgen over impact inflatie op SDE++, onderzoekers vragen zonne-energiesector om informatie

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) advies gevraagd over de SDE++ 2023. Het PBL heeft daartoe de ‘Wijzigingsnotitie SDE++ 2023’ opgesteld met daarin de voorgenomen wijzigingen ten opzichte van het eindadvies SDE++ 2022. De wijzigingsnotitie is nu ter consultatie gepubliceerd en belanghebbenden kunnen op het rapport reageren. Het rapport is dus geschreven om een gespreksbasis te bieden voor de marktpartijen. Aan de hand van de opgehaalde informatie zal het PBL zijn advies aan de minister voor de SDE++ 2023 opstellen.

Zorgen over financiële markten
De PBL-onderzoekers maken zich vooral zorgen over ontwikkelingen op de financiële markten en de impact daarvan op de realisatie van de SDE++-projecten. ‘De SDE-aanvragen uit 2021 geven beperkt inzicht in de werkelijke financiële condities van projecten, aangezien die veelal op een later moment, namelijk bij financial close, worden vastgelegd. De inflatie is sterk toegenomen en de hoge inflatie blijft volgens De Nederlandsche Bank (DNB) zeker tot in de zomer van 2023. Vooralsnog zijn er nog geen duidelijke tekenen dat de Europese Centrale Bank (ECB) zal ingrijpen en hoe dat gaat gebeuren.’

Verder constateert het PBL dat de langjarige rente toeneemt. Dat heeft invloed op leencapaciteit en renteafdrachten van projecten. De onderzoekers vragen brancheorganisaties en marktpartijen daarom in het bijzonder input over enkele parameters van projecten waarover recentelijk financieringsafspraken zijn gemaakt. Ten eerste over de rente die wordt gerekend en het rendement op eigen vermogen.

Netaansluiting
Specifiek voor zonne-energie is het PBL gevraagd te onderzoeken wat de kosten en mogelijkheden zijn zon-pv-systemen aan te sluiten met een netaansluiting van anders dan 50 procent van het vermogen van de zonnepanelen. Voor pv-systemen groter dan 1 megawattpiek wordt de PBL-berekening voor de SDE++ 2023 uitgevoerd met een netaansluiting van 50 procent van het piekvermogen van de zonnepanelen. Voor systemen kleiner dan 1 megawattpiek worden de berekeningen uitgevoerd met zowel een netaansluiting van 50 procent van het piekvermogen van de zonnepanelen als een aansluiting van 70 procent.

Verder zal het PBL evalueren wat de prijsontwikkelingen zijn voor zonnepanelen, omvormers en andere componenten en de ontwikkelingen van operationele kosten. Op basis van de meest actuele gegevens – naar verwachting de status van midden 2022 – zal een schatting gemaakt worden van de kosten.

Actuele cijfers zonnewarmte
Voor de subsidiecategorieën voor zonthermie is volgens het PBL al lange tijd geen wijziging doorgevoerd op de technisch-economische parameters. Dit betekent feitelijk dat de gebruikte kosten refereren aan de situatie van enkele jaren geleden zonder rekening te houden met de huidige schaarste in materialen en arbeidskrachten.

Het PBL gaat daarom in het eindadvies SDE++ 2023 hiervoor correcties doorvoeren en is als onderdeel hiervan op zoek naar actuele marktinformatie.

Subsidie daglichtkas in gevaar
Verder is de SDE++-subsidie voor daglichtkassen in gevaar. Het ministerie is namelijk van plan categorieën uit de SDE++ te verwijderen zodra hier geen projecten meer voor in voorbereiding zijn. Hierbij geldt dan als startpunt dat projectcategorieën verwijderd worden als ze 3 jaar in de regeling zijn opgenomen en er geen projecten zijn aangevraagd. Dit is voor de subsidiecategorie daglichtkas wanneer er in SDE++ 2023 geen aanvragen worden gedaan.

Tot slot stelt het PBL graag met de zonne-energiesector in gesprek te gaan om binnen de huidige uitgangspunten van de SDE++ tot een betere karakterisering van de categorie pvt met warmtepomp te komen.