Woningeigenaar haalt opnieuw bakzeil: btw bouw woning ondanks zonnepanelen niet terug te vorderen

De rechtszaak werd door een woningeigenaar aangespannen tegen de Belastingdienst.

30 zonnepanelen
Die heeft een nieuwbouwwoning laten bouwen, waarbij op het dak 30 niet-geïntegreerde zonnepanelen zijn geïnstalleerd. De aan de woningeigenaar in rekening gebrachte omzetbelasting bedraagt over de kosten van de bouwgrond 24.336 euro, over de bouwkosten van de woning 56.449 euro, en over het plaatsen van de zonnepanelen 2.478,36 euro.

De woningeigenaar heeft een ‘aangifte omzetbelasting voor startende ondernemers’ gedaan voor het tijdvak 18 november 2019 tot en met 31 december 2019. In de aangifte is verzocht om een teruggaaf van 2.475 euro. Die teruggaaf is door de belastinginspecteur verleend, maar de woningeigenaar maakte vervolgens bezwaar en vroeg om een aanvullende teruggaaf van de omzetbelasting van 15.762 euro. De belastinginspecteur heeft dat bezwaar van de huiseigenaar vervolgens afgewezen.

Rechtstreeks en onmiddellijk verband
De woningeigenaar had de rechtbank gevraagd om te oordelen voor welk bedrag hij recht heeft op teruggaaf van een deel van de omzetbelasting die aan hem in rekening is gebracht in verband met de aankoop van de grond en de bouw van de woning. De woningeigenaar stelt zich op het standpunt van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de aanschaf van de grond en de bouw van de woning enerzijds en de levering van zonne-energie aan het energiebedrijf anderzijds. De Belastinginspecteur betwist het door belanghebbende gestelde rechtstreeks en onmiddellijk verband.

Voor de rechter was het klip-en-klaar: mede op basis van een arrest van de Hoge Raad van 16 juli 2021 oordeelt de rechtbank dat de woningeigenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de grond- en bouwkosten uitsluitend zijn gemaakt voor het met zonnepanelen opwekken en tegen vergoeding leveren van energie. Daaruit leidt de rechter af dat belanghebbende de kosten voor de grond en de bouw van zijn woning hoe dan ook zou hebben gemaakt, ook wanneer hij de zonnepanelen niet zou hebben aangeschaft. Het benodigde rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de levering van energie via de zonnepanelen en de bouw van de woning is dus daarmee aanwezig.

Om die reden heeft de woningeigenaar geen recht op een aanvullende teruggave van de btw en daarmee is het beroep ongegrond.