CLECAT vraagt EU opnieuw om officieel onderzoek naar hoge transportkosten

CLECAT riep de EU vorig jaar mei voor het eerst op om een onderzoek te starten naar de hoge tarieven en slechte dienstverlening van rederijen in de internationale containervaart.

Dienstverlening
CLECAT stelt niet alleen dat de prijzen extreem hoog zijn, maar ook dat de dienstverlening zich op een historisch laag niveau bevindt. De organisatie die de belangen behartigt van Europese verladers en expediteurs stelt blij te zijn dat regelgevende instanties over de hele wereld – waaronder in Amerika, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland en Australië – onderzoeken zijn gestart.

Nicolette van der Jagt, directeur-generaal van CLECAT: ‘Alleen de EU heeft haar mond gehouden, maar toch vallen 4 van de grootste rederijen ter wereld onder haar jurisdictie. We dringen er bij Eurocommissaris voor Mededinging Vestager op aan om ook MSC, Maersk, CMA CGM en Hapag Lloyd te onderzoeken. In tegenstelling tot de EU-aanpak zijn internationale regelgevers samengekomen om een wereldwijd onderzoek te starten naar de lijnvaartindustrie die vorig jaar historisch hoge winsten maakte en op koers ligt om dit jaar vergelijkbare winsten binnen te halen.’

Steun van ESC
CLECAT vindt bij haar pleidooi de European Shippers’ Council (ESC) aan haar zijde en stelt dat het winstbejag van de rederijen deze een goedgevulde oorlogskas heeft bezorgd. In een brief aan Eurocommissaris Vestager schrijft CLECAT dat de oorlogskas nu gebruikt wordt om verticaal te integreren, containertarieven te verhogen en onafhankelijke expediteurs in de markt te verdrijven. Nieuw discriminerend gedrag jegens expediteurs, de belangrijkste organisator van dienstverlening in alle vervoerswijzen bij deur-tot-deurtransport, zal volgens de organisatie uiteindelijk verladers en eindgebruikers benadelen vanwege de beperkte keuze in diensten en hogere tarieven.

CLECAT vraagt Vestager haar onderzoeksbevoegdheden dringend te gebruiken om de mate van concentratie, consolidatie, coördinatie en kartelvorming vast te stellen in de containerlijnvaartdiensten die de Europese Unie bedienen. Van der Jagt: ‘De verticale integratie is bijzonder oneerlijk en discriminerend omdat vervoerders – die een vrijstelling genieten van de normale concurrentieregels – de winst gebruiken om te concurreren met andere sectoren die geen dergelijke immuniteit hebben.’

Oligopolie
In maart 2020 verlengde de Europese Commissie de Consortia Block Exemption Regulation (CBER) met 4 jaar tot 25 april 2024. Daarmee opereren rederijen feitelijk onder een vrijstelling op de reguliere Europese mededingingswet- en regelgeving. De CBER schetst voorwaarden waaronder lijnvaartconsortia gezamenlijke diensten kunnen verlenen die leiden tot schaalvoordelen en een betere benutting van de ruimte op schepen.

‘Meer dan 90 procent van de internationale wereldhandel gaat over zee. 3 allianties bestaande uit 8 rederijen hebben nu 80 procent van die handel in handen’, stelt Vestager. ‘Dit is een oligopolie die oligopolieprijzen hanteert. We betreuren het dat de Europese Commissie tot dusverre de berichten van veel belanghebbenden heeft genegeerd die afhankelijk zijn van een gezonde toeleveringsketen voor maritieme containerlogistiek. We blijven pleiten voor nieuwe spelregels, met meer governance en toezicht op vervoerders in overeenstemming met de normale concurrentieregels, zodat vervoerders en expediteurs kunnen samenwerken om de best mogelijke service aan verladers te bieden, zonder dat één partij een oneerlijk voordeel krijgt, of probeert een dergelijk voordeel te gebruiken om de ander failliet te laten gaan.'