Uit de analyse van Ember blijkt dat de jaarlijkse groei van de zonne-energieproductie moet verdubbelen om de emissiedoelstellingen van de Europese Unie (EU) voor 2030 te halen.

Groeisnelheid
In 8 EU-landen werden in de afgelopen 2 maanden nieuwe records gevestigd, waaronder Nederland, Spanje en Duitsland. Zonnepanelen wekken echter nog steeds minder elektriciteit op dan de Europese kolencentrales, zelfs tijdens het hoogtepunt van hun zomerpiek.

Zonnepanelen genereerden in juni en juli 39 terawattuur stroom tegenover 28 terawattuur in dezelfde periode in 2018. De groeisnelheid neemt overigens toe, want de EU zag de opwekking van zonne-energie met 5,1 terawattuur toenemen tussen juni-juli 2020 en juni-juli 2021. Dat is een grotere jaar-op-jaar verandering dan in 2020 en 2019, toen die respectievelijk 3,1 en 2,6 terawattuur bedroeg.

Nederland leidt de dans
7 EU-landen wekten in de maanden juni en juli meer dan een tiende van hun elektriciteit op uit zonnepanelen. Nederland leidt daarbij de dans zoals uit onderstaande tabel blijkt die het percentage zonne-energie in de stroomproductie laat zien.

Kolenstroom
​Deze zomer overtrof zonne-energie verder voor het eerst de kolenstroom in Hongarije, een mijlpaal die het jaar daarvoor al was bereikt in Griekenland en Portugal, en enkele jaren geleden in Nederland, Italië, Frankrijk, Spanje, Oostenrijk en België.

Hongarije zag zonne-energie toenemen van 3 procent van de elektriciteit in de periode juni-juli 2018 naar 12 procent deze zomer. Ter vergelijking: de Hongaarse kolenstroom daalde van 17 procent van de elektriciteitsproductie in de periode juni-juli 2018 tot 10 procent deze zomer. In heel Europa waren kolencentrales in de periode juni-juli 2021 met 58 terawattuur goed voor 14 procent van de stroomproductie.