De productie van elektriciteit uit biomassa, wind en zon in Nederland nam in 2019 toe met 3,5 miljard kilowattuur, volgens het PBL vooral doordat het opgestelde vermogen voor zonnestroom toenam. De productie van zonnestroom in Nederland was met 4,2 terawattuur in de eerste helft van 2020 1,5 terawattuur hoger dan in de eerste helft van 2019.
75 procent hernieuwbare elektriciteit
In de komende jaren zal uitfasering van kolen volgens de onderzoekers zorgen voor een sterke reductie van de emissie bij de productie van elektriciteit. ‘De emissies in deze sector dalen naar verwachting tot 11 à 25 megaton CO₂-equivalenten in 2030. De elektriciteitsproductie met kolen en aardgas neemt af en de hernieuwbare-elektriciteitsproductie stijgt. Vooral in 2030 dalen de verwachte emissies fors door het voornemen om vanaf dat jaar de elektriciteitsproductie met kolen te verbieden, wat effect zal hebben op de emissies van de laatste 3 kolencentrales in Nederland. Het aandeel hernieuwbare-elektriciteitsproductie neemt toe van 18 procent in 2019 naar 75 procent in 2030.’
Nederland wordt netto-exporteur
Op hoofdlijnen is de ontwikkeling van de in- en uitvoer van elektriciteit in Nederland volgens het PBL bij het voorgenomen beleid vergelijkbaar met die in de vorige editie van de KEV. ‘Doordat de elektriciteitsproductie uit wind en zon in Europa stijgt, wisselen uren van import en export elkaar meer af dan nu het geval is. Daarom nemen in de meeste landen de huidige verschillen tussen import en export af in de tijd. Nederland zal ergens in de komende jaren naar verwachting op jaarbasis netto-exporteur worden van elektriciteit. Gegeven de onzekerheden over de ontwikkelingen op de Europese elektriciteitsmarkt zijn het jaar waarin en de omvang waarmee dit gebeurt echter onzeker.’
Prijs voor zonne- en windenergie daalt
De analisten van het PBL merken daarbij op dat de prijzen voor zonnestroom dalen. ‘Als het waait en als de zon schijnt, produceren windmolens en zonnepanelen op hetzelfde moment elektriciteit, waardoor het aanbod op de markt toeneemt. Op deze momenten drukt dit de prijs van elektriciteit. De gemiddelde prijs voor elektriciteit uit zon en wind is daarom lager dan de gemiddelde groothandelsprijs voor alle opgewekte elektriciteit. Dit heet het profieleffect. Door de stijging van het aandeel hernieuwbaar opgewekte elektriciteit in Noordwest-Europa neemt dit profieleffect toe. Zo is de gemiddelde marktprijs voor windenergie op land in 2030 34 euro per megawattuur, terwijl de groothandelsprijs ruim 51 euro per megawattuur is. Voor windenergie op zee is de gemiddelde marktprijs ongeveer 39 euro per megawattuur. Voor zonnestroom komt de gemiddelde marktprijs in 2030 uit op ruim 41 euro per megawattuur.’
Elektriciteitsverbruik huizen daalt
Het verbruik van elektriciteit in woningen is in Nederland sinds 2012 ongeveer gestabiliseerd rond de 84 petajoule. Van het totale elektriciteitsverbruik van huishoudens wordt al 9 petajoule door huishoudens zelf opgewekt met zonnepanelen. De nettolevering van elektriciteit door energiebedrijven aan huishoudens is daardoor gedaald naar 76 petajoule in 2019. Een gemiddeld huishouden gebruikte in 2019 zo’n 3.100 kilowattuur per jaar. Dit verbruik zal volgens onderzoekers in 2030 verder zijn gedaald naar ongeveer 2.600 kilowattuur.
26 petajoule met zonnepanelen
Naar verwachting daalt het elektriciteitsverbruik van huishoudens naar 75 petajoule in 2030; met een bandbreedte van 72 tot 80 petajoule. Daarvan zal 26 petajoule elektriciteit met zonnepanelen worden opgewekt, zodat de nettolevering van elektriciteit aan huishoudens daalt naar 49 petajoule. In 2030 wordt dan 35 procent van het elektriciteitsverbruik in huishoudens opgewekt met eigen zonnepanelen.
Lees ook:
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.