logo
wvhj2023
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
1 november 2019

Klimaat- en Energieverkenning 2019: ‘9 gigawattpiek zonnepanelen in 2020’

Het geïnstalleerde vermogen aan zonnepanelen groeit in Nederland van 4,4 gigawattpiek per eind 2018 naar 9 gigawattpiek in 2020, 15 gigawattpiek in 2023 en 27 gigawattpiek in 2030. Dat voorspelt het PBL.

Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019, die het in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), ECN part of TNO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft opgesteld. De KEV 2019 geeft een geactualiseerd beeld van de Nederlandse energiehuishouding en verkent toekomstige ontwikkelingen in het energiesysteem en de uitstoot van broeikasgassen. Deze KEV vervangt de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017 en geldt als het nieuwe basisscenario voor toekomstige analyses over de nationale broeikasgasuitstoot en het energiesysteem tot 2030. Omdat het kabinet pas op 28 juni 2019 het Klimaatakkoord presenteerde, en dit nog niet op alle onderdelen voldoende concreet was, kon dat pakket niet volledig worden meegenomen in de KEV.

30 procent vermogen in 2030 bij huishoudens
'Het verbruik van zonne-energie (vooral elektriciteit) groeide in 2018 met 40 procent naar 13 petajoule', schrijft het PBL in de KEV. 'De opgestelde capaciteit van zonnepanelen voor zonnestroom steeg in 2018 met een recordhoeveelheid van ruim 1.500 megawatt naar totaal 4.400 megawatt.' De vorige voorspelling van het PBL dateert uit 2017, toen de laatste editie van de Nationale Energieverkenning (NEV, red. de voorganger van de KEV verscheen) verscheen. Destijds ging het PBL uit van een geïnstalleerd pv-vermogen van 6 gigawattpiek per eind 2020 dat nu dus fors opgehoogd is naar 9 gigawattpiek.

In 2030 is volgens het PBL circa 30 procent van het vermogen opgesteld bij huishoudens. De zonneweiden / zonneparken vormen tegen die tijd circa 37 procent van het opgesteld vermogen en de overige circa 30 procent bevindt zich onder andere op daken van bedrijven.

Bandbreedte van 18 tot 36 gigawattpiek
'De hoeveelheid aanvragen in de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+), beschikkingen in de SDE+ en realisaties op basis van deze beschikkingen varieert sterk over de jaren in het verleden', schrijven de onderzoekers. 'De onzekerheid in de snelheid waarmee de zonne-sector projecten kan ontwikkelen, is daardoor groot. Het leidt in 2030 tot een bandbreedte in opgesteld vermogen tussen de 18.000 megawattpiek (18 gigawattpiek) en 36.000 megawattpiek (36 gigawattpiek). In deze groei is ook uitgegaan van voortgezette, ongekorte saldering tot en met 2030 en het beschikbaar blijven van SDE+-subsidie voor grote zonnestroomprojecten. Er is echter aangekondigd dat de salderingsregeling wordt afgebouwd tussen 2023 en 2031. De wijze waarop is nog niet bekend (red. in de KEV 2019 is allleen het vastgestelde en voorgenomen beleid tot 1 mei 2019 meegenomen). De aantrekkelijkheid van zonnestroom bij huishoudens zal daardoor lager liggen dan aangenomen in deze KEV. Een deel van de installatiecapaciteit van de sector zal echter voor andere projecten ingezet kunnen worden. Hierdoor zal het afschaffen van de salderingsregeling wellicht meer invloed hebben op het soort zonnestroomprojecten, dan op de totale toename van zonnestroom.'

Aandeel zelfopgewekte elektriciteit huishoudens naar 36 procent 
Het PBL concludeert dat er op steeds meer woningen zonnepanelen geïnstalleerd zijn en heeft hierbij volop aandacht voor de stroomproductie. Zo schrijft het PBL: 'Gedurende de zomer leveren deze zonnepanelen meer elektriciteit op dan gebruikt wordt in de woning. In de winter wordt de vraag nog gedekt door centraal geproduceerde elektriciteit. Per saldo is de hoeveelheid elektriciteit die huishoudens met zonnepanelen opwekken sinds 2005 (0 procent) gestegen naar 8 procent van de vraag in 2018. Het aantal zonnepanelen zal naar verwachting nog sterk blijven stijgen. In 2030 zal het aandeel zelfopgewekte elektriciteit naar verwachting 36 procent zijn. Dit staat dan voor alle huishoudens samen gelijk aan 26 petajoule hernieuwbare elektriciteit. Door het Rijk wordt gewerkt aan een alternatief voor de huidige salderingsregeling. Dit alternatief is nog niet afgerond (red. zoals bekend werd eerder deze week het voorlopige afbouwpad van de salderingsregeling bekend). Daarom zijn de ramingen nog gebaseerd op ongewijzigd beleid, wat wil zeggen dat uitgegaan is van de mogelijkheid van saldering voor zonnepanelen.'

Opmerkelijk: warmteproductie zonneboilers neemt af
Over zonnewarmte doet het PBL in de KEV een opmerkelijke uitspraak. De onderzoekers voorspellen een afname van het aantal zonneboilers. 'Zonnepanelen die elektriciteit produceren verdringen zonneboilers (red. zonnecollectoren) die warm water produceren. De beperkte groei van zonneboilers tot 2010 is nagenoeg tot stilstand gekomen. Doordat oude systemen niet meer worden vervangen, zal de hernieuwbarewarmteproductie door zonneboilers in de toekomst af gaan nemen.'

De conclusie staat haaks op die van het CBS dat onlangs concludeerde dat 80 procent van de zonneboilers die in Nederland via de regeling Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) gerealiseerd wordt, zijn weg vindt naar bestaande woningen

Lees ook:

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten