Solliance rondt eerste fase proef drijvende dunnefilmzonnepanelen af

Sinds maart dit jaar is de drijvende dunnefilmproefopstelling operationeel en wordt het systeem continu gemonitord. De data worden vergeleken met de data van GroenLeven over kristallijn siliciumzonnepanelen en het systeem presteert volgens verwachting.

Buigzame drijvers
In het kader van Solar@Sea ontwikkelt een consortium onder leiding van Solliance een nieuw concept voor drijvende zonnepanelen. Het concept wordt ontwikkeld voor offshore-toepassingen. De grondgedachte achter de innovatie is een drijfconstructie die de golven volgt in plaats van probeert te trotseren. Dit is mogelijk door gebruik te maken van flexibele dunnefilmzonnecellen en sterke maar buigzame drijvers.

Buig- en vermoeiingstesten bij Solliance hebben laten zien dat dunnefilmmodules miljoenen kleine verbuigingen zonder schade kunnen doorstaan. Een schaalmodel van het concept is op golfslag beproefd in het testbassin van Marin. Uit deze testen blijkt dat het concept technisch levensvatbaar voor offshore-toepassing kan zijn.

Van 1 naar 50 kilowattpiek
Voor deze tweede praktijktest is er een demonstratiesysteem gebouwd met een vermogen van 1 kilowattpiek. Het belangrijkste doel is het bepalen van de juiste drijfhoogte en stabiliteit van het drijflichaam.

De monitoring van het systeem wordt voortgezet in de tweede fase van het Solar@Sea-project. In deze vervolgfase zal een groter testsysteem met een vermogen van 50 kilowattpiek worden gebouwd en geïnstalleerd in het Oostvoornse Meer. Na afloop van deze fase, eind 2021, verwacht het consortium – waarin verder Genap, Bluewater Energy Services, Marin, Avans en TNO deelnemen – klaar te zijn om de eerste volwaardige offshore-pilotsystemen te kunnen bouwen voor toepassing op de Noordzee.