De salderingsregeling is vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998 (artikel 31c) en de Wet belastingen op milieugrondslag (artikel 50, tweede lid). Voor beide wetten heeft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat een wijziging voorbereid. Door deze wetsvoorstellen wordt de salderingsregeling van 1 januari 2023 tot 1 januari 2031 geleidelijk afgebouwd. De afbouw betekent dat de invoeding van zonnestroom op het elektriciteitsnet door kleinverbruikers vanaf 1 januari 2023 niet langer tegen hun afname van elektriciteit wordt gesaldeerd. In plaats daarvan mag de kleinverbruiker slechts een percentage van de elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed nog salderen met de afname van elektriciteit via dezelfde aansluiting.
Voorlopig afbouwpad
De hoogte van het percentage per jaar wordt opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (red. in artikel 50, tweede lid). De tabel hieronder geeft het afbouwpercentage weer voor de salderingsregeling voor elk heel kalenderjaar tussen 2022 en 2031. Minister Wiebes meldt in zijn memorie van toelichting op de wetsvoorstellen dat het afbouwpad in het najaar van 2019 aangepast wordt op basis van de meest recente cijfers uit de Klimaat en Energieverkenning 2019. Dit najaar wordt daarmee pas het definitieve afbouwpad van de salderingsregeling bekend.
Kalenderjaar |
Percentage dat gesaldeerd mag worden |
2023 |
89 procent |
2024 |
78 procent |
2025 |
67 procent |
2026 |
56 procent |
2027 |
45 procent |
2028 |
34 procent |
2029 |
23 procent |
2030 |
11 procent |
2031 |
kalenderjaren vanaf 2031 naar 0 procent |
Direct eigen verbruik het meest rendabel
De voorgestelde afbouw van de salderingsregeling heeft geen effect op de vrijstelling van belasting op de elektriciteit die achter de meter zelf wordt opgewekt en direct wordt verbruikt. Over de zelfopgewekte elektriciteit die huishoudens en bedrijven direct verbruiken of opslaan achter de meter, betalen zij – nu en ook na 1 januari 2023 – geen elektriciteitsprijs, energiebelasting en Opslag Duurzame Energie (ODE). Hierdoor loont het om de zelfopgewekte elektriciteit direct in eigen huis of gebouw te verbruiken of achter de meter op te slaan. De afbouw van de salderingsregeling geldt dus uitsluitend voor elektriciteit die op het net wordt ingevoed.
Meetinrichting voor aparte registratie verplicht
Voor de afbouw van de salderingsregeling is het nodig dat alle kleinverbruikers een meetinrichting hebben die de afname en invoeding van elektriciteit op het net apart kan meten. Vanaf 1 januari 2021 is het daarom verplicht dat kleinverbruikers een dergelijke meetinrichting hebben. De verwachting is nu dat eind 2020 circa 80 procent van alle kleinverbruikers over een slimme meter beschikt als resultaat van de huidige aanbieding van de slimme meter door de netbeheerders aan alle kleinverbruikers. De resterende circa 20 procent die op 1 januari 2021 niet een slimme meter heeft, zal tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023 een aanbod van hun netbeheerder krijgen om een geschikte meter te laten installeren die aan de verplichting voldoet dat afname en invoeding apart kan worden gemeten.
Automatische verrekening
In zijn memorie van toelichting meldt minister Wiebes dat kleinverbruikers met zonnepanelen zelf geen actie hoeven te ondernemen voordat óf op het moment dat de salderingsregeling zal worden afgebouwd. Zij krijgen automatisch met de afbouw te maken doordat hun leverancier die afbouw verwerkt in hun energierekening.
Lees ook:
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.