Rechter wijst klacht over beslaglegging zonnepanelen Bonaire af

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba verklaarde de klacht tegen een deurwaarder op Bonaire daarmee ongegrond. De zaak draaide om de beslaglegging op zonnepanelen en bijbehorende apparatuur die afgelopen zomer plaatsvond.

Conservatoir beslag
2 verzoekers kregen in augustus 2024 toestemming om conservatoir beslag tot afgifte te leggen op een aantal zonnepanelen en bijbehorende zonnestroomsysteemonderdelen van West Form en een natuurlijk persoon.

De deurwaarder kreeg opdracht om de spullen in beslag te nemen. Op 12 juni 2025 spoorde hij de goederen op en nam in het bijzijn van de verzoekers en een politieambtenaar een aantal zaken in beslag. Dit betrof 32 zonnepanelen, 6 omvormers, 4 batterijen en diverse andere onderdelen zoals kabels, controllers en serverkasten.

Sloten doorgeslepen
Om toegang te krijgen tot de container heeft de deurwaarder de sloten doorgeslepen. Vervolgens heeft hij de container afgesloten met nieuwe sloten en de roerende zaken in bewaring genomen. De klager beklaagde zich hierover, onder meer omdat het volgens hem niet nodig was de sloten te vernielen aangezien de sleutels bij de buren lagen.

De klager stelde dat er ook zaken in beslag waren genomen die aantoonbaar zijn eigendom waren en niet van de beslagenen. Op 24 oktober 2025 heeft de deurwaarder een aantal zaken terugbezorgd nadat was gebleken dat die aan de klager toebehoorden. Op de zitting in de rechtbank bleek dat het om 16 zonnepanelen ging.

19.433 Amerikaanse dollar
Het Hof oordeelde dat de deurwaarder bij de inbeslagneming binnen zijn wettelijke bevoegdheden heeft gehandeld. De omstandigheden waren dat het beslagverlof de in beslag te nemen zaken tamelijk vaag omschreef als ‘zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen ter waarde van 19.433 Amerikaanse dollar’. Bovendien had het geruime tijd geduurd voordat duidelijk was waar de zaken zich bevonden, waardoor voortvarend handelen noodzakelijk was.

De deurwaarder had zich in verband met de vage omschrijving bij de inbeslagneming laten vergezellen door de verzoekers, zodat zij de aan hen toebehorende zaken konden aanwijzen. Ook was er een politieambtenaar aanwezig. Omdat de beslagenen niet ter plaatse waren, had de deurwaarder volgens artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechtmatig toegang tot de container. De rechter heeft nu geoordeeld dat er voor de deurwaarder geen verplichting bestond om contact op te nemen met de eigenaar of beheerder van de container. Dit gold des te meer omdat snel handelen geboden was om te voorkomen dat de in beslag te nemen zaken opnieuw uit het zicht zouden raken.

Ook teruggave correct
Ook over de gang van zaken bij de teruggave van de 16 zonnepanelen afgelopen oktober oordeelde het gerechtshof dat de deurwaarder zijn bevoegdheden niet had overschreden. De klager had geklaagd dat voorafgaand aan de teruggave geen overleg met hem was gepleegd en dat de zaken buiten zijn aanwezigheid in de container waren teruggeplaatst.

Het Hof stelde dat er geen sprake was van een verplichting voor de deurwaarder om voor terugbezorging van de zaken contact op te nemen en dit af te stemmen met de klager. De deurwaarder beschikte over de sleutels van de nieuwe sloten en kon op eigen gelegenheid de te veel meegenomen zaken terugplaatsen.

De slotsom van de rechter luidde dat geen sprake was van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de deurwaarder. Het Hof oordeelde dat de deurwaarder de nodige zorgvuldigheid heeft betracht bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.