Rechter laat installateur schadevergoeding betalen na levering verkeerde zonnepanelen

Het Rotterdamse installatiebedrijf had in september 2023 aan een klant 14 zonnepanelen van het merk Denim geoffreerd met een vermogen van 410 wattpiek per stuk. Bij de installatie in november 2023 leverde het bedrijf echter zonnepanelen van het merk Trina Solar met een vermogen van 430 wattpiek per stuk.

Fout erkend
De klant ontdekte de fout pas op 4 maart 2024, toen het bedrijf een gebrek in de elektrische aansluiting kwam verhelpen. Diezelfde dag klaagde de klant bij het bedrijf over de verkeerde zonnepanelen.

De installateur erkende per e-mail van 21 maart 2024 dat hij andere zonnepanelen had geleverd en gemonteerd in plaats van de in de offerte overeengekomen zonnepanelen.

Geen vervanging
De gemachtigde van de klant verzocht per brief van 28 juni 2024 en 8 juli 2024 aan het installatiebedrijf om tot vervanging over te gaan. Het bedrijf ging niet tot vervanging over. Daarop zette de gemachtigde de vordering om in een vervangende schadevergoeding van 2.745 euro. De installateur betaalde de schadevergoeding ondanks de aanmaning niet.

Het bedrijf voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van non-conformiteit, oftewel dat de geleverde zaken niet overeenkomen met de overeenkomst. Het bedrijf benadrukte dat de geleverde zonnepanelen weliswaar van een ander merk en type waren, maar wel beter zouden zijn. De zonnepanelen hadden volgens de installateur een hogere opbrengst, voldeden aan alle vereisten en het bedrijf had aanvullende garantie toegezegd.

Veroordeeld tot betaling
De kantonrechter oordeelde dat het bedrijf niet de zonnepanelen heeft geleverd zoals omschreven in de offerte. Omdat een ander merk en type zonnepanelen is geleverd dan wat het bedrijf heeft geoffreerd, staat volgens de rechter vast dat deze niet aan de overeenkomst beantwoorden. De door de installateur aangevoerde omstandigheid dat de geleverde zonnepanelen van betere kwaliteit zouden zijn, wat de klant overigens heeft betwist, maakt dat volgens de rechter niet anders.

Omdat de geleverde zonnepanelen niet aan de overeenkomst beantwoordden, had de klant als consument het recht om vervanging van de zonnepanelen te eisen. Door niet op het verzoek tot vervanging te reageren, ontstond voor de klant een recht op vervangende schadevergoeding. De rechter wees een bedrag van 1.666 euro toe voor de levering van de juiste zonnepanelen. Daarnaast zijn de kosten voor het verwijderen van de oude en aanbrengen van de nieuwe zonnepanelen van samen 765 euro ook toewijsbaar, aldus de rechter.

Proceskosten
Tot slot werd de installateur ook veroordeeld tot betaling van 364,65 euro aan buitengerechtelijke incassokosten en 1.068,02 euro aan proceskosten. In totaal moet het bedrijf 2.795,65 euro betalen aan de klant, plus de proceskosten.

De installateur had gevorderd dat het bedrijf bij toewijzing van de vordering alsnog in de gelegenheid zou worden gesteld om Denim zonnepanelen van 420 wattpiek te plaatsen. De rechter wees dit af, omdat de klant de vordering rechtsgeldig had omgezet naar een vervangende schadevergoeding en daarom niet meer kan worden verplicht om mee te werken aan vervanging.