Kabinet wil elektrisch varen zeeschepen stimuleren met nieuwe subsidie

De Tijdelijke subsidieregeling batterij elektrisch varen zeehavens loopt van 2026 tot en met 2029. Het gaat om een pilotregeling omdat de effecten van zeeschepen die elektrisch varen nog niet volledig te voorspellen zijn.

Stikstofuitstoot verminderen prioriteit
Met de subsidie wil het ministerie het gebruik van batterijen stimuleren die de uitstoot van schepen verminderen. Tegelijk doet Nederland hiermee ervaring op met de techniek en krijgt het kabinet meer inzicht in de praktische toepassing. De regeling omvat ook financiële steun voor eventueel benodigde laadinfrastructuur.

Het belangrijkste doel van de nieuwe subsidieregeling voor batterijen is het verminderen van de stikstofdepositie op kritische Natura 2000-gebieden rond de havens. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden waar strengere regels gelden voor stikstofuitstoot. Daarnaast moet de subsidieregeling zorgen voor minder uitstoot van CO2, fijnstof en geluidsoverlast door schepen. De batterijpakketten maken het mogelijk dat schepen op elektriciteit in plaats van dieselmotoren varen, wat alle genoemde emissies vermindert.

Reactie tot januari
Belanghebbenden kunnen tot en met 16 januari 2026 reageren op de conceptregeling. Het ministerie vraagt daarbij specifiek om reacties op 4 punten. Ten eerste wil het departement weten of bedrijven verwachten gebruik te maken van de regeling en wat voor projecten zij voor ogen hebben. Ten tweede vraagt het kabinet of het werkbaar is dat de aanvrager van laadinfrastructuur dezelfde partij moet zijn als de aanvrager van de batterijen.

Verder wil het ministerie weten of bedrijven kunnen voldoen aan de definitie ‘schoon vervoermiddel voor zeeschepen’ zoals die is geformuleerd in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Deze Europese regelgeving stelt voorwaarden waaraan subsidies voor elektrisch vervoer moeten voldoen. Tot slot vraagt Infrastructuur en Waterstaat reacties op het voorgestelde maximumbedrag per aanvrager en het steunpercentage dat in de regeling is opgenomen.

Het subsidieplafond voor de periode 2026 tot 2029 bedraagt voor de eerste tenderronde 9,85 miljoen euro en voor de tweede tenderronde 3,72 miljoen euro. De subsidie bedraagt per aanvrager maximaal 40 procent van de subsidiabele kosten tot een bedrag van maximaal 3 miljoen euro . Het subsidiebedrag voor laadinfrastructuur bedraagt maximaal 1 miljoen euro per project.