logo
© Martin Bergsma | Dreamstime.com
© Martin Bergsma | Dreamstime.com
9 december 2025

Rechter herhaalt: salderingsregeling moet ook bij dynamisch contract op jaarbasis toegepast worden

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep bevestigd dat energieleveranciers ook bij dynamische contracten verplicht zijn op jaarbasis te salderen. De uitspraak geldt totdat de salderingsregeling stopt.

Het hof bekrachtigde daarmee de uitspraak van de kantonrechter uit juli 2024. De zaak draaide om een melkveehouderij met zonnepanelen die een energiecontract had afgesloten met energieleverancier Nieuw Hollands Energiebedrijf, dat handelt onder de naam Holland Energie.

Per uur
De melkveehouderij ontdekte dat per teruggeleverde kilowattuur een lager bedrag werd vergoed dan per afgenomen kilowattuur. Dit duidde erop dat niet op jaarbasis, maar per uur werd gesaldeerd.

De melkveehouder stelde dat er sprake was van een variabel contract waarbij per jaar gesaldeerd moest worden. Het energiebedrijf hield vol dat het om een dynamisch contract ging waarbij het tarief per uur verschilt, afhankelijk van de prijzen op de energiemarkt. Bij zo’n contract zou saldering per uur passen, aldus het bedrijf.

Wettelijke verplichting
Het hof oordeelde dat artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998 energieleveranciers verplicht op jaarbasis te salderen. Deze bepaling is bedoeld om productie van duurzame elektriciteit door kleinverbruikers te stimuleren. Het voordeel voor de kleinverbruiker is dat afname van elektriciteit op het ene moment gesaldeerd wordt met teruglevering op een ander moment. Bij saldering op jaarbasis is dit voordeel duidelijk aanwezig. Bij saldering per uur of per kwartier is van zo’n voordeel nauwelijks sprake.

De wettekst vermeldt weliswaar niet expliciet dat per jaar gesaldeerd moet worden, maar de verplichting tot saldering per jaar ligt gezien het doel van de bepaling volgens de rechter wel degelijk in die bepaling besloten. Het gegeven dat energieleveranciers er nadeel van hebben als bij dynamische contracten op jaarbasis gesaldeerd moet worden, is volgens het hof onvoldoende grond om het beroep op de wettelijke regeling af te wijzen.

Opzegboete onredelijk
Het hof oordeelde verder dat de door het energiebedrijf in rekening gebrachte opzegboete van 3.842 euro onredelijk was. De boete was gebaseerd op een gemiddelde van de tarieven van de energiebeurs in 2022 en een resterende looptijd van 3 jaar. De algemene voorwaarden van het energiebedrijf spreken echter over het overeengekomen of geldende tarief. Bij een dynamisch contract verschilt de prijs per uur. Een gemiddeld tarief op basis van historische gegevens is daarom in de ogen van de rechtbank geen deugdelijke maatstaf voor het vaststellen van de resterende waarde van de overeenkomst.

Het hof veroordeelde het energiebedrijf om de opzegboete volledig terug te betalen en de boetefactuur te crediteren. De verplichting om op jaarbasis te salderen blijft tot slot gelden tot de salderingsregeling per 1 januari 2027 stopt.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten