Vorig jaar werd NHE door de rechter al ter verantwoording geroepen vanwege het onjuist toepassen van het salderen. Ook in de nieuwste rechtszaak – die draait om een volgens de zonnepaneelbezitter variabel energiecontract en volgens NHE dynamisch energiecontract – is de zonnepaneeleigenaar in het gelijk gesteld. De consument liet zich in de rechtszaal bijstaan door Achmea Rechtsbijstand.
Contractprijs
De zonnepaneelbezitter heeft op 6 oktober 2021 een 4-jarig energiecontract afgesloten bij NHE voor de periode 2022-2025. In het betwiste energiecontract staat dat de contractprijs voor de zonnepaneeleigenaar bestaat uit de EPEX-maandprijs (red. referentieprijs plus vaste opslag) per kilowattuur elektriciteit en vaste leveringskosten per maand.
Daarnaast is vastgelegd dat de contractprijs voor energielevering en teruglevering zal worden verrekend op basis van de leverings- en terugleveringsprofiel-gewogen EPEX Day Ahead-prijzen van dat kalenderjaar, vermeerderd of verminderd met een contractuele opslag of afslag voor onbalans-, reconciliatie-, profilerings- en handlingkosten op basis van het leverings- en terugleveringsprofiel.
Jaarlijks salderen
De klant ontdekte in zijn factuur voor de maand maart 2022 dat hij per teruggeleverde kilowattuur een lager bedrag vergoed krijgt dan per afgenomen kilowattuur, wat duidde op het op maandbasis in plaats van het op jaarbasis toepassen van de salderingsregeling.
De zonnepaneeleigenaar heeft NHE om die reden meermaals schriftelijk gevraagd om de afgenomen en teruggeleverde elektriciteit jaarlijks te salderen en de maandnota’s waarin dit niet is gebeurd te corrigeren. Het energiebedrijf heeft dat echter niet gedaan en daarom besloot de consument het energiecontract per eind 2022 op te zeggen. Naar aanleiding daarvan heeft het energiebedrijf een opzegboete in rekening gebracht.
Dynamische tarieven
Dat was tegen het zere been van de consument en die is naar de rechter gestapt en heeft daar geëist dat NHE zijn fouten moet rechtzetten door de maandnota’s en de opzegboete te crediteren, omdat die laatste onjuist berekend zou zijn.
NHE stelt zich op het standpunt dat het op maandbasis salderen een direct gevolg is van het feit dat het energiebedrijf een leveringsovereenkomst met dynamische tarieven (red. EPEX-dagmarkttarieven) hanteert. Dit betekent volgens NHE dat het tarief afhankelijk is van de actuele prijs die het energiebedrijf zelf voor energie moet betalen op de energiebeurs. Wordt er op een bepaald moment elektriciteit afgenomen, dan wordt de actuele beursprijs van dat moment aan de klant in rekening gebracht. Bij teruglevering ontvangt de klant de op dat moment geldende beursprijs. Op het moment van teruglevering krijgt de zonnepaneelbezitter dus hetzelfde bedrag per kilowattuur als hij op dat moment betaalt per afgenomen kilowattuur. Dit systeem is volgens het energiebedrijf in overeenstemming met de salderingsregeling. De eis van de consument is volgens NHE dan ook in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De energieleveranciers zouden dan namelijk benadeeld worden en het verschil uit eigen zak moeten betalen.
Variabel of dynamisch?
De kantonrechter oordeelt dat vaststaat dat de consument en het energiebedrijf variabele tarieven zijn overeengekomen. Waar de consument stelt dat afgesproken is dat de stroomprijzen per maand variëren, stelt NHE dat een dynamisch tarief is afgesproken dat per uur varieert, afhankelijk van de prijzen op de energiebeurs.
De kantonrechter laat de beoordeling van dit vraagstuk opvallend genoeg in het midden. De zonnepaneelbezitter en het energiebedrijf twisten in de rechtszaak volgens de kantonrechter namelijk over de vraag hoe de salderingsregeling moet worden toegepast bij variabele tarieven. Of dit tarieven zijn die per maand of per uur variëren, doet voor de toepassing van de salderingsregeling in de ogen van de rechtbank niet ter zake.
Eerdere rechtszaak
Zowel de zonnepaneelbezitter als het energiebedrijf verwijzen in hun pleidooi overigens naar de rechtszaak van maart vorig jaar en leggen de uitspraak in hun eigen voordeel uit. Destijds oordeelde de kantonrechter dat de salderingsregeling zo moet worden toegepast dat de afgenomen en teruggeleverde elektriciteit door de energieleverancier jaarlijks moet worden gesaldeerd. De saldering moet plaatsvinden door de hoeveelheid afgenomen en teruggeleverde elektriciteit tegen elkaar weg te strepen, dan wel door exact hetzelfde bedrag per kilowattuur voor de teruggeleverde elektriciteit aan de klant te vergoeden als het bedrag per kilowattuur dat voor de afgenomen elektriciteit bij die klant in rekening wordt gebracht.
Dit geldt volgens de kantonrechter ook als er variabele tarieven zijn overeengekomen en in de nieuwe rechtszaak strookt de door NHE toegepaste salderingswijze in de ogen van de rechter opnieuw niet. Het energiebedrijf streept de hoeveelheid afgenomen en teruggeleverde elektriciteit immers niet op jaarbasis tegen elkaar weg. Ook krijgt de klant niet hetzelfde bedrag per kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit vergoed als zij per kilowattuur aan afgenomen elektriciteit moet betalen.
Elektriciteitswet
Dat NHE voor de teruglevering hetzelfde tarief hanteert als de klant op datzelfde moment voor afgenomen energie zou moeten betalen, is volgens de kantonrechter niet in overeenstemming met de salderingsregeling. Het gevolg is immers dat aan de klant op jaarbasis per afgenomen kilowattuur elektriciteit een hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan aan hem per kilowattuur teruggeleverde elektriciteit wordt vergoed.
Dat deze salderingswijze wellicht inherent is aan het dynamische energiecontract zoals dat door NHE wordt aangeboden, maakt volgens de rechtbank nog niet dat dit in overeenstemming is met artikel 31c uit de Elektriciteitswet.
Fout NHE
De rechter vindt dat NHE daarmee in de fout gaat. Het energiebedrijf moet daarom ook in deze nieuwe rechtszaak van de kantonrechter eerst op jaarbasis de hoeveelheid afgenomen en teruggeleverde elektriciteit tegen elkaar wegstrepen. Bij een positief saldo aan teruggeleverde elektriciteit is NHE in het kader van de Elektriciteitswet een redelijke vergoeding verschuldigd.
In de rechtszaak van vorig jaar concludeerde de rechter dat niet wettelijk is geregeld tegen welk tarief dit eventuele saldo moet worden gefactureerd als het overeengekomen tarief varieert. Omdat dit nog altijd niet in de wet is geregeld, vindt de kantonrechter het redelijk dat NHE het saldo tegen een gewogen gemiddelde van het betreffende kalenderjaar in rekening brengt. Omdat de maandnota’s niet kloppen, stelt de rechter vast dat ook de opzegboete hierdoor onjuist is berekend.
Onder aan de streep moet NHE de in 2022 door de zonnepaneelbezitter afgenomen elektriciteit verminderen met de teruggeleverde stroom van de zonnepanelen en vervolgens voor het resterende saldo een redelijke vergoeding in rekening brengen dan wel betalen.
NHE moet daarom de maandnota’s crediteren en ervoor zorgen dat de vergoeding voor de op het stroomnet ingevoede elektriciteit gelijk is aan de in rekening gebrachte kosten voor de afgenomen stroom. Het energiebedrijf moet dit regelen op straffe van een dwangsom van 50 euro per dag tot een maximum van 5.000 euro. Daarnaast moet NHE de in rekening gebrachte opzegboete crediteren en deze opnieuw berekenen, op straffe van een dwangsom van eveneens 50 euro per dag tot een maximum van 5.000 euro. Tot slot moet NHE de proceskosten van 1.049,94 euro betalen.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.