Industriële energiehub Shell en Linde verlicht druk op stroomnet Rotterdam

Shell en Linde hebben in Pernis een energiehub opgezet om lokaal elektriciteit te delen. Shell had stroomcapaciteit over en Linde kan dit gebruiken om compressoren te laten draaien die afgevangen CO₂ van de raffinaderij onder druk brengen. Deze gaat vervolgens naar het CO₂-transport- en opslagproject Porthos. Netbeheerder Stedin hielp bij de totstandkoming van de e-hub.

Flexibiliteit noodzakelijk
Om de druk op het stroomnet in de Rotterdamse haven te verminderen is flexibiliteit van bedrijven nodig. Er zijn diverse manieren voor bedrijven om flexibeler met het stroomnet om te gaan. Voorbeelden zijn tijdens piekmomenten minder elektriciteit verbruiken, juist meer stroom opwekken of zoals in dit geval capaciteit met elkaar uitwisselen. Hiermee kunnen Stedin en TenneT, beheerder van het hoogspanningsnet, de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet borgen en ontstaat er ruimte voor anderen.

Netbeheerders Stedin en TenneT werken samen met Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en het bedrijfsleven aan een maatregelenpakket voor de haven. Het doel is overbelasting en stroomuitval te voorkomen en ruimte te creëren voor klanten op de wachtlijst. Tegelijkertijd werken de netbeheerders aan uitbreiding van het elektriciteitsnet van de haven, maar dit kost tijd.

Werkpaard energietransitie
‘De e-hub van Shell en Linde is een prachtig voorbeeld van 2 grote industriepartijen die samenwerken aan slim gebruik van hulpbronnen’, zegt Timo Idema, chief technology officer van Stedin. ‘Met deze e-hub laten de bedrijven zien wat er nog wel kan op het volle stroomnet. Juist deze voorbeelden kunnen veel betekenen voor andere bedrijven in de haven, die ook op zoek zijn naar mogelijkheden.’

‘Dit is een samenwerking met alleen maar voordelen’, aldus Technology Manager Jeroen van de Heijning van Shell Pernis. ‘We kunnen nu CO₂ opslaan met behulp van elektriciteit die er anders niet was geweest, zonder de druk op het volle net te vergroten. Stroom is het werkpaard van de energietransitie en moet zoveel mogelijk beschikbaar zijn. Ik hoop dus dat ons voorbeeld veel gekopieerd kan worden.’