VvE door rechter vrijgesteld van energiebelasting op stroom zonnepanelen

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een eerdere naheffing van ruim 117.000 euro aan energiebelasting volledig vernietigd. De Belastingdienst had deze naheffing opgelegd aan een VvE die als beheerder optrad van een intern elektriciteitsnetwerk waarop zowel elektriciteit van het openbare stroomnet als van zonnepanelen op het dak werd gedistribueerd.

Geen beschikkingsmacht
De centrale vraag was of de VvE belastingplichtig is voor energiebelasting en ODE over de zonnestroom die door de gezamenlijke zonnepanelen wordt opgewekt en door de appartementseigenaren wordt verbruikt. De Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) bepaalt dat belasting wordt geheven bij levering van elektriciteit via een aansluiting of bij eigen verbruik.

Het gerechtshof oordeelde dat de VvE op geen enkel moment de beschikkingsmacht over de zonnestroom heeft verkregen. De rechters wezen erop dat de zonnepanelen en het interne distributienetwerk in mandelig – oftewel gezamenlijk – eigendom zijn van alle appartementseigenaren. De opgewekte zonnestroom is daarmee direct eigendom van de appartementseigenaren.

Gesloten kring
‘De VvE fungeert in dit verband enkel als beheerder van het experimentnet en administrateur van de opgewekte zonnestroom', stelde het gerechtshof. ‘Het vervullen van deze beheers- en administratieve taken maakt echter niet dat zij de macht heeft verkregen om als eigenaar over de zonnestroom te beschikken.’

De VvE had zelf betoogd dat er sprake is van een gesloten kring: de zonnepanelen zijn in mandelig eigendom van de appartementseigenaren, de zonnestroom wordt ingevoed op een net dat ook in mandelig eigendom is, en dezelfde appartementseigenaren verbruiken vervolgens de stroom.

Beroep
De belastinginspecteur had aangevoerd dat de VvE verantwoordelijk is voor het transport en de levering van alle elektriciteit op het experimentnet. Volgens de inspecteur is de bron van de elektriciteit niet te herleiden omdat elektriciteit naar haar aard niet individualiseerbaar is.

De Belastingdienst heeft nog de mogelijkheid om binnen 6 weken na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.