Minister Depraetere: investeringen in zonnepanelen zijn ‘no-regretbeleid’

In het Vlaams Parlement is gedebatteerd over een rapport van het Federaal Planbureau dat concludeert dat kernenergie samen met offshorewindenergie de goedkoopste optie is voor de elektriciteitsvoorziening tot 2050.

Meest kosteneffectief
Het Federaal Planbureau heeft 3 verschillende toekomstscenario’s onderzocht voor de Belgische energievoorziening. In elk van deze scenario’s kwam de combinatie van kernenergie met offshore- windenergie naar voren als de meest kosteneffectieve oplossing om tegen 2050 aan onze stijgende elektriciteitsbehoefte te voldoen.

Tijdens de vergadering van de Commissie voor Wonen, Toerisme, Energie en Klimaat van het Vlaams Parlement werd het rapport uitgebreid besproken. Filip Brusselmans van Vlaams Belang wees tijdens deze vergadering op de betekenis van het onderzoek: ‘In zowat alle mogelijke toekomstscenario’s vormt kernenergie, in combinatie met windenergie, de goedkoopste optie om tegen 2050 onze elektriciteitsvoorziening te verzekeren.’

Hij benadrukte daarbij dat de verwachte elektrificatie van industrie, transport en huishoudens zal leiden tot een aanzienlijk hoger elektriciteitsverbruik, wat ‘stabiele, betrouwbare en betaalbare productie van energie’ vereist.

Bevoegdheidsverdeling belangrijk
Minister van Energie Melissa Depraetere wees in haar antwoord op de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en het Vlaamse niveau. Kernenergie en offshorewindenergie vallen onder federale bevoegdheid, terwijl Vlaanderen verantwoordelijk is voor windenergie op land en zonne-energie.

Volgens Depraetere onderstreept het rapport de waarde van blijvende investeringen in hernieuwbare energiebronnen op Vlaams niveau: ‘Bijkomende productiecapaciteit van bijvoorbeeld fotovoltaïsche zonnepanelen of wind op land geeft extra ademruimte aan het elektriciteitssysteem van ons land, zeker voor momenten dat er een probleem zou zijn met kernenergie of offshorewindenergie.’

De minister omschrijft de investeringen in windenergie op land en zonne-energie als ‘no-regretbeleid’, wat betekent dat deze investeringen onder alle omstandigheden zinvol blijven. Ze benadrukte dat dit aansluit bij haar streven om Vlaanderen ‘minder afhankelijk te maken van andere landen’ en daarom wil ze blijven investeren.

Energievraag verandert
Een nuance die minister Depraetere aanbracht in het debat is het onderscheid tussen de totale energievraag en de specifieke vraag naar elektriciteit. ‘Naar de toekomst toe zal de totale energievraag dalen, maar zal de vraag naar elektriciteit stijgen', stelde ze.

De verantwoordelijkheid voor de bevoorradingszekerheid en import van elektriciteit ligt echter bij de federale overheid. Minister Depraetere gaf aan dat het aan haar federale collega’s is om conclusies te trekken uit het rapport van het Federaal Planbureau, en dat dit in het kader van de opmaak van een interfederaal energiepact aan bod zal komen.

Tijdshorizon 2050
De studie van het Federaal Planbureau kijkt vooruit tot 2050, terwijl het onlangs goedgekeurde Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) het jaar 2030 als tijdshorizon heeft. Volgens minister Depraetere geeft het rapport daarom geen aanleiding om het VEKP te herzien.

‘Voor investeringen in kernenergie als in offshorewindenergie is het typisch dat ze een lange doorlooptijd hebben,’ verduidelijkte de minister. ‘Het is onrealistisch om te verwachten dat dit voor 2030 een ongelooflijke impact zal hebben.’

In het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP), dat momenteel verder wordt gefinaliseerd, zal wel een hoofdstuk rond energiezekerheid worden opgenomen waarin ook het nucleaire deel aan bod komt. Het Vlaamse luik focust vooral op hernieuwbare energie zoals windenergie op land en zonne-energie.