Rechter verklaart beroep over balustrade met zonnepanelen niet-ontvankelijk

De aanvrager had een vergunning gevraagd voor het vergroten van een dakterras en het plaatsen van een balustrade met zonnepanelen, maar verloor volgens de rechter zijn procesbelang toen hij een nieuwe vergunningsaanvraag indiende.

Ontbrekende gegevens
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had de oorspronkelijke aanvraag van 23 februari 2024 buiten behandeling gesteld, omdat de aanvrager onvoldoende gegevens had aangeleverd. De woningeigenaar kreeg op 30 april 2024 de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen, maar ook na meerdere pogingen en een extra termijn van 5 weken waren de aangeleverde stukken volgens de gemeente nog niet toereikend.

Nadat de aanvraag op 2 juli 2024 definitief buiten behandeling werd gesteld, diende de woningeigenaar op 16 oktober 2024 een nieuwe aanvraag in voor het plaatsen van een balustrade met zonnepanelen. Deze tweede aanvraag werd op 7 april 2025 in behandeling genomen.

Procesbelang ontbreekt
De rechtbank vindt dat er geen procesbelang meer is bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Procesbelang is het reële en actuele belang dat een eiser heeft bij een eventueel gelijk in de beroepsprocedure. Als de rechtbank het beroep gegrond zou verklaren, zou dat betekenen dat de gemeente de eerste aanvraag alsnog in behandeling moet nemen. Maar omdat er inmiddels een nieuwe aanvraag met hetzelfde doel loopt, heeft de eiser volgens de rechtbank geen reëel en actueel belang meer.

De woningeigenaar voerde in de rechtszaal nog aan dat de gemeente hem tijdens de aanvraagprocedure niet voldoende had geïnformeerd en dat het bestreden besluit gebrekkig was gemotiveerd. De rechtbank erkent dat er beknopte communicatie is geweest, maar oordeelt dat dit het ontbreken van procesbelang niet wegneemt.

Leges geen schade
Ook het argument van mogelijk geleden schade door betaalde leges voor de eerste vergunningsaanvraag overtuigt de rechtbank tot slot niet. De rechter stelt dat de eiser ook leges verschuldigd zou zijn geweest als zijn aanvraag wel in behandeling zou zijn genomen. De kosten voor de nieuwe aanvraag zijn een gevolg van de eigen keuze van eiser en kunnen niet worden gezien als schade die het gevolg is van de bestuurlijke besluitvorming.