Minister werkt aan nieuwe regelgeving voor elektrisch vliegen

In een brief aan de Tweede Kamer beschrijft de minister concrete stappen om technologieën voor waterstof-elektrisch en batterij-elektrisch vliegen mogelijk te maken.

Schiphol
‘Ongeveer 75 procent van de vluchten vanaf Schiphol vindt plaats op routes tot 2.000 kilometer’, aldus Madlener. ‘Een aanzienlijk deel hiervan zou in de toekomst vervangen kunnen worden door waterstof- of elektrische vliegtuigen.’

De minister constateert dat de technologie zich snel ontwikkelt, maar commerciële toepassingen zijn vooralsnog beperkt door de kleine actieradius en beperkte passagierscapaciteit.

Ambitieuze tijdlijn
In de Kamerbrief schetst minister Madlener een duidelijk tijdpad voor de transitie naar emissievrije luchtvaart zoals die opgenomen is in de Innovatiestrategie Luchtvaart.

Nederland streeft naar een eerste vlucht zonder CO2-uitstoot voor minimaal 9 passagiers in 2030. In 2040 moet dit zijn opgeschaald naar toestellen voor minimaal 40 personen. De langetermijnambitie is om in 2050 alle korte vluchten tot 500 kilometer te hebben vervangen door emissievrije alternatieven.

Airbus
Bedrijven als Fokker Next Gen, Conscious Aerospace, Elysian en Vaeridion werken aan waterstof- en elektrische vliegtuigen. Deze voortrekkersrol heeft ook Airbus aangetrokken, die de Airbus Tech Hub in Nederland heeft geopend voor onderzoek en innovatie.

Miljoeneninvestering
Via het nationale groeifondsproject Luchtvaart in Transitie (LiT) investeert Nederland 383 miljoen euro in de ontwikkeling van waterstoftechnologie voor de luchtvaart. De luchtvaartsector draagt eenzelfde bedrag bij, wat de totale investering op ruim 766 miljoen euro brengt. Deze financiering richt zich voornamelijk op waterstoftechnologie, terwijl batterij-elektrisch vliegen andere financieringsbronnen vereist.

Praktische uitdagingen
Voor de implementatie van de nieuwe technologieën moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Zo zijn er aanpassingen nodig in wet- en regelgeving, laad- en tankinfrastructuur op luchthavens, en voldoende test- en experimenteerruimte. Ook netcongestie vormt een uitdaging, evenals het tekort aan gekwalificeerd personeel zoals vliegtuigtechnici en luchtvaartingenieurs.

Minister Madlener benadrukt in zijn brief dat internationale samenwerking essentieel is. Nederland werkt samen met de Benelux-landen en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, en heeft recent een gezamenlijk voorstel aan de Europese Commissie overhandigd om Europese samenwerking te versterken.

Nieuwe regelgeving
Er wordt door de minister tot slot gewerkt aan nieuwe regelgeving die een normenkader vaststelt voor luchtvaartuigen die worden gebruikt om te testen en experimenteren.

Madlener: ‘Hiervoor wordt voorgesteld om de Wet luchtvaart aan te passen en een zogenoemde vliegvergunning – ‘permit to fly’ – in te voeren. Dit maakt het mogelijk om test- en experimenteervluchten uit te voeren, zonder dat daar ontheffingen voor nodig zijn.’