In de monitor Regionale Energiestrategie (RES) concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vorige maand dat Nederland het streefdoel van 55 terawattuur wind- en zonne-energie mist.
Negatieve stroomprijzen
In een eerste reactie liet minister Hermans al weten dat Nederland zou blijven streven naar 55 terawattuur wind en zon op land en die boodschap herhaalt ze nu in een brief aan de Tweede Kamer.
‘De pijplijn met nieuwe zonne- en windenergieprojecten droogt op’, aldus de minister. ‘De monitor (red. van het PBL) laat zien dat de pijplijn niet veel verder is gegroeid sinds vorig jaar. Dit komt door onzekerheid over strengere milieunormen voor windturbines, de aangescherpte voorkeursvolgorde zon, maatschappelijke en politieke druk en netcongestie. Ook lopen door negatieve stroomprijzen inkomsten van wind- en zonneprojecten terug. Hierdoor is het totale bod van 55 terawattuur van de RES-regio’s niet binnen bereik in 2030.’
3 tot 5 keer zo groot
‘In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) is voorzien dat de elektriciteitsopwekking tot 2050 3 tot 5 keer zo groot zal moeten worden om te kunnen blijven voldoen aan de benodigde energievraag’, duidt Hermans. ‘Het lokaal combineren van vraag en aanbod van energie voorkomt extra vraag naar transportcapaciteit, maakt het realiseren van lokale ontwikkelingen mogelijk en draagt bij aan de betaalbaarheid van het energiesysteem. Daarom is verdere groei van opwek van zonne- en windenergie op land nodig en moeten we gezamenlijk blijven inzetten op het realiseren van het totaalbod van 55 terawattuur. ‘Het realiseren van zon- en windenergie parallel aan de ontwikkeling van conversie, (flexibele) vraag en opslag wordt daarom steeds belangrijker.’
Hermans wil de komende periode met medeoverheden afspraken maken voor meer regie op keuzes in de planvorming. ‘De RES-regio's spelen hierin een belangrijke rol, omdat we de afgelopen jaren hebben gezien dat zij een waardevolle bijdrage leveren aan het energiesysteem van de toekomst. Daarbij horen ook afspraken over nieuwe projecten, zoekgebieden die er zijn daadwerkelijk te realiseren en afspraken te maken met de regio die recht doen aan de regionale en lokale context. In het kader van de samenwerkingsagenda wordt nadrukkelijk gekeken naar de ruimtelijke planning en claims.’
Nieuw norm windmolens
Om ook na 2030 zonne- en windenergie te kunnen opwekken, is volgens Hermans een goede afstemming tussen ruimte en energie cruciaal, evenals de benodigde regelgeving. ‘Er zijn immers ook andere opgaven die veel ruimte wensen. Zo is in het hoofdlijnenakkoord vastgelegd dat in nieuw te bestemmen gebieden woningbouw, in geval van concurrentie om grond, boven windmolens gaat. Tegelijkertijd werkt het kabinet aan een afstandsnorm voor windturbines op land.’
Nieuw nationaal programma
Per 1 januari 2026 zal bovendien een nieuw nationaal programma energiesysteem van start gaan.
De minister hierover: ‘Daarmee bouwen we voort op de filosofie van het NPE om vanuit een gezamenlijke systeemopgave samen te werken. De interbestuurlijke samenwerkingspartners willen de ontwikkeling van het toekomstige energiesysteem meer in samenhang vernieuwen en verbeteren. Daartoe worden onder meer 3 interbestuurlijke programma’s samengebracht die nu al een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het energiesysteem: NP RES, NP Lokale Warmtetransitie (NP LW) en het Samenwerkingsprogramma Integraal Programmeren van het Energiesysteem (SP IPE).’