Het eerste Klimaatplan stamt uit 2019 en beschrijft hoe Nederland in 2050 klimaatneutraal kan worden, het doel dat is vastgelegd in de Klimaatwet. Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei is nu gestart met consultatie van een herziene versie van het Klimaatplan.
Voorjaar 2025
Dit vernieuwde Klimaatplan beschrijft de ontwikkelingen en nieuwe inzichten vanuit de wetenschap, de techniek, de maatschappij en het beleid. Het plan bevat verder de uitgangspunten voor toekomstig klimaatbeleid. Aan de hand van de reacties die tijdens de consultatie ontvangen worden, zal minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in het voorjaar van 2025 de definitieve versie van het Klimaatplan presenteren.
In het Klimaatplan concludeert de minister dat de afgelopen jaren grote stappen zijn gezet om het 2030-doel uit de Klimaatwet te bereiken. ‘Die stappen worden ook steeds beter zichtbaar om ons heen. Huizen worden steeds beter geïsoleerd en gaan via warmtenetten en warmtepompen van het aardgas af. Meer auto’s zijn elektrisch en elektriciteit wordt steeds meer op duurzame wijze met windmolens en zonnepanelen opgewekt.’
4 uitgangspunten
Het kabinet heeft in het Klimaatplan 4 uitgangspunten geformuleerd voor de uitwerking van het klimaatbeleid in de komende jaren. Het kabinet wil allereerst dat het klimaatbeleid leidt tot rechtvaardige uitkomsten en expliciet is over wat daarmee wordt bedoeld. Verder moet het economisch perspectief én ruimte bieden aan maatschappelijk initiatief. Tot slot moet het Klimaatplan rekening houden met de samenhang tussen de transities die gelijktijdig moeten plaatsvinden om klimaatneutraliteit te bereiken.
Zonnepanelen
In het Klimaatplan is volop aandacht voor zonnepanelen. Daarbij wordt niet alleen benadrukt dat Nederland wereldkampioen zonnepanelen is, maar wordt ook stilgestaan bij de grote rol die zonnepanelen samen met windmolens spelen bij het verduurzamen van de elektriciteitssector.
‘In 2030 wordt naar verwachting al meer dan 80 procent van de elektriciteitsvoorziening uit wind en zon opgewekt’, aldus het Klimaatplan. ‘Naar verwachting zal opgesteld wind- en zonvermogen verder doorgroeien, samen met de verwachte groeiende energievraag door elektrificatie. Deze energievraag kan dan ook inspelen op het relatieve overschot of schaarste van hernieuwbare- elektriciteitsproductie. Omdat de elektriciteitssector al voor 2040 verduurzaamd is, kan een deel van de Nederlandse productie van waterstof en koolstofdragers gedekt worden door hernieuwbare elektriciteit. De inzet van kernenergie maakt ons minder afhankelijk van de inzet van zon- en windenergie – en draagt zo bij aan de diversificatie van de productie.’
Noodzaak flexibiliteit
Meer wind en zonne-energie zal, zo benadrukt minister Hermans in haar plan, de noodzaak voor flexibiliteit en transportcapaciteit vergroten. ‘Consumenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen hieraan bijdragen door hun productie en verbruik af te stemmen op de netcapaciteit en beschikbaarheid van elektriciteit uit wind en zon. Dit geldt voor zowel korte als langere periodes. Deze flexibiliteit kan geleverd worden door regelbaar vermogen – bijvoorbeeld door inzet van omgebouwde gascentrales, vraagsturing via de industrie of gebouwde omgeving, opslag via bijvoorbeeld batterijen, warmteopslag of waterstofreserves en (hybride) interconnectie met onze buurlanden.’
Snel en fors uitbreiden
Om de ontwikkelingen van het elektriciteitssysteem te ondersteunen, moet de elektriciteitsinfrastructuur volgens haar snel en fors worden uitgebreid, ondanks dat in de verduurzaming van de elektriciteitssector de afgelopen jaren al belangrijke stappen zijn gezet.
‘Het kabinet streeft naar een CO2-vrije elektriciteitssector in 2035. Verdere toename van elektriciteitsopwekking uit wind en zon is van groot belang voor emissiereductie in andere sectoren. Daarnaast zal ook CO2-vrije flexibele elektriciteitsopwekking nodig zijn voor momenten dat de zon niet schijnt en de wind niet waait. Inzetten op versnelde verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening is daarom zinvol, ook omdat veel van de benodigde technologieën ten opzichte van overige sectoren al relatief volwassen en kostenefficiënt zijn.’
172 gigawattpiek
Aanvullend beleid gericht op de doorontwikkeling van hernieuwbare en CO2-vrije elektriciteits productie richting 2050 is volgens Hermans van groot belang. ‘Deze hernieuwbare en CO2-vrije elektriciteitsproductie zal een belangrijke rol spelen in bijvoorbeeld de nationale productie van hernieuwbare waterstof, maar ook voor afnemers in eindsectoren die met hun flexibele vraag kunnen inspelen op het relatieve aanbod van hernieuwbare elektriciteit.’
Om in deze verwachte vraag te voorzien, is er in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) een sterke toename in de productie van hernieuwbare elektriciteit voorzien van 2030 naar 2050. Voor wind op zee is dit een ambitie van circa 21 gigawatt in 2032 naar circa 70 gigawatt in 2050, voor wind op land de ambitie van 8,8 naar 17 gigawatt, en voor zonnepanelen is de ambitie 59,3 gigawattpiek in 2030 en 172 gigawattpiek in 2050.
Nu al opschalen
‘In het NPE zijn deze ambities geformuleerd met de kanttekening dat de vraagontwikkeling hoogst onzeker is’, aldus Hermans. ‘Om aan het maximale vraagscenario te kunnen voldoen, moeten we nu al opschalen. Bij beperktere toenemende vraag zijn lagere vermogens nodig. Hierbij is een belangrijke randvoorwaarde dat de benodigde netcapaciteit uitgebreid kan worden in deze periode.’
Verdere ontwikkeling van hernieuwbare-elektriciteitsproductie kan tot slot, zo benadrukt de minister, alleen in samenhang met tijdige ontwikkeling van het flexibiliteitsportfolio. ‘Op de momenten dat er niet voldoende hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is, zijn we voor de leveringszekerheid afhankelijk van – hybride – interconnectie, vraagrespons, opslag en CO2-vrij – regelbaar – vermogen. Ook nadat de elektriciteitssector – bijna – CO2-neutraal is, zal verdere groei van hernieuwbare energie voor meer tijdelijke overschotten van elektriciteit zorgen. De toenemende vraag vanuit andere sectoren zal dus flexibel mee moeten groeien om zo de tijdelijke mismatch van vraag en aanbod te kunnen overbruggen via opslag, omzetting en verdere integratie met het Europese elektriciteitsnet.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.