logo
wvhj2023
© Wattkraft
© Wattkraft
24 oktober 2024

‘Nederland telt 33,6 gigawatt zonnepanelen in 2030, groei hernieuwbare energie blijft achter’

De noodzakelijke opschaling van de productie van hernieuwbare energie met windmolens en zonnepanelen blijft uit. Nederland zal in 2030 over 33,6 gigawatt geïnstalleerd vermogen aan zonnepanelen beschikken.

Die verwachting spreekt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2024. Vorig jaar kwam 17 procent van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, waarmee het doel van 16 procent in 2023 uit het Energieakkoord van 2013 werd gehaald. De PBL-onderzoekers verwachten dat Nederland in 2030 over 30 tot 37 procent hernieuwbare energie zal beschikken en daarmee het Europese doel van 39 procent hernieuwbare energie mist. De kans dat het doel alsnog gehaald wordt schat het PBL op minder dan 5 procent.

Salderingsregeling
De oorzaak van de lagere productie van hernieuwbare energie ligt volgens de KEV 2024 bij het achterblijven van de realisatie van windmolens op zee, minder warmtepompen, minder energiebesparing én minder zonnepanelen.

‘Het gebruik van hernieuwbare energie in 2030 is in de KEV 2024 tientallen petajoules lager dan in de KEV 2023’, schrijven de onderzoekers. ‘Dit komt voornamelijk doordat wind-op-zeeprojecten vertraging oplopen, het gebruik van zonnestroom minder snel groeit doordat de salderingsregeling wordt afgebouwd, het gebruik van warmtepompen minder snel toeneemt doordat normering van verwarmingsinstallaties niet doorgaat en de groei van groen gas lager wordt geraamd. Daarnaast is het finale eindverbruik in de KEV 2024 tientallen petajoules hoger dan in de KEV 2023, door minder energiebesparing.’

Zonnestroom
Waar het PBL in de KEV 2022 nog voorspelde dat consumenten in Nederland in 2030 zo’n 46 petajoule zonnestroom zouden produceren, werd dat in de KEV 2023 verhoogd naar 56 tot 62 petajoule zonnestroomproductie door huishoudens in 2030. In de nieuwste KEV is dat echter weer naar beneden bijgesteld tot 35 tot 52 petajoule met als meest waarschijnlijke uitkomst een zonnestroomproductie door huishoudens van 39 petajoule.

‘In deze raming is rekening gehouden met de voorgenomen afschaffing van de salderingsregeling vanaf 2027’, duidt het PBL. ‘In de raming met geagendeerd beleid gaan we uit van een verbod op terugleverkosten. Hierdoor wordt de terugverdientijd van zonnepanelen verlaagd, wat kan zorgen voor meer investeringen in zonnepanelen door huishoudens. De terugverdientijd van een investering in zonnepanelen door huishoudens zou daarmee naar 12 jaar gaan. Dat zou meer huishoudens kunnen verleiden tot investeren in zonnepanelen, maar mogelijk is de terugverdientijd toch te lang.’

33,6 gigawatt en 106 petajoule
Verder verwacht het PBL een toename van het zonnestroomvermogen van 24 gigawatt eind 2023 naar 33,6 gigawatt eind 2030. ‘De groei vindt vooral plaats bij grootschalige projecten met SDE++-subsidie’, aldus de onderzoekers.

Het PBL verwacht daarbij een zonnestroomproductie van 29,6 terawattuur in 2030 en 35,5 terawattuur in 203.

In de nieuwste editie van de KEV heeft het planbureau ook het aandeel hernieuwbare energie – uitgedrukt in het zogenaamde – bruto-eindverbruik opgenomen. De term ‘bruto’ betekent in dit geval dat ook de distributieverliezen van elektriciteit en warmte en het eigen verbruik van wind- en zonnepaneelinstallaties worden meegenomen. In 2030 wordt een bruto-eindverbruik van 106 petajoule verwacht voor zonne-energie.

Jaar (productie in petajoule)

Windenergie

Zonne-energie

2005

7,4

0,1

2020

55

30,8

2022

77

61,5

2023

105

72

2030

256

106

2035

341

127

 

Flexibiliteit nodig
Het planbureau constateert dat ondanks de stijgende stroomvraag – met een nettoverbruik door eindverbruikers van 130 terawattuur in 2030 – niet op ieder moment van de dag alle wind- en zonne-energie kan worden gebruikt.

‘Naar verwachting zullen er momenten zijn waarop het elektriciteitsaanbod op landelijk niveau groter is dan de vraag plus wat er maximaal aan elektriciteit opgeslagen en geëxporteerd kan worden’, aldus de onderzoekers. ‘Om de productie van elektriciteit uit zon en wind te kunnen benutten, is het van belang voldoende flexibele vraag te ontwikkelen, bijvoorbeeld door elektrificatie in de industrie. Daarnaast zullen er ook in 2030 nog beperkingen zijn in de distributienetwerken – netcongestie – waardoor er op het net niet altijd ruimte is voor lokaal met zonnepanelen opgewekte elektriciteit.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten