De minister van Klimaat en Groene Groei diende haar wetsvoorstel op Prinsjesdag in en de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer heeft nu tientallen vragen gesteld over het wetsvoorstel.
Oude plan
De D66-fractie, die onder leiding staat van voormalig klimaatminister Rob Jetten, wil weten waarom het in 1 keer afschaffen van de salderingsregeling in 2027 een beter plan zou zijn dan de geleidelijke afbouw tussen 2025 en 2031, zoals in het ‘oude’ plan de bedoeling was.
‘Wat verwacht de regering dat de teruglevertijd zal zijn van een pv-systeem dat netto evenveel levert als een huishouden verbruikt in 2027 en 2030’, wil D66 weten. ‘Verwacht de regering dat huishoudens met deze teruglevertijd nog nieuwe pv-systemen zullen installeren? Wat zijn de gevolgen voor de huursector van deze abrupte beëindiging van de salderingsregeling? Is dit onderzocht?’
Redelijke vergoeding
De CDA-fractie merkt op dat dit wetsvoorstel ervoor zorgt dat zonnepaneelbezitters per 1 januari 2027 voor alle teruggeleverde zonne-energie een redelijke vergoeding gaan ontvangen. De leden wijzen erop dat, in tegenstelling tot in het oude voorstel voor het afbouwen van de salderingsregeling, er in het nieuwe voorstel geen verdere uitwerking wordt gegeven aan de hoogte van deze redelijke vergoeding.
De Tweede Kamerleden van CDA vinden het echter wel van belang dat huishoudens ook in de toekomst een investering in zonnepanelen binnen een redelijke tijd terug kunnen verdienen. ‘We vragen de regering welke waarborgen het wetsvoorstel kent om ervoor te zorgen dat het voor huishoudens aantrekkelijk blijft om te investeren in zonnepanelen. Welke maatregelen treft de regering om de terugverdientijd van een investering in zonnepanelen niet te veel op te laten lopen en hoe zal de ontwikkeling van de terugverdientijd worden gemonitord?’
Afgeslankt en abrupt
De ChristenUnie merkt op het wetsvoorstel een ‘zeer afgeslankte en abrupte versie’ is van het vorige wetsvoorstel om de salderingsregeling te beëindigen. ‘We concluderen dat het vorige wetsvoorstel consumenten en bedrijven meer tegemoetkwam en zekerheid bood dan het voorstel dat nu voorligt. Kan de regering toelichten waarom ervoor gekozen is om afbouwpad en aangenomen amendementen niet te verwerken in het wetsvoorstel?’
Bovendien merkt de fractie op dat na het vervallen van de salderingsregeling de energiebelasting een afremmende werking kan hebben op de businesscase voor energieopslag. ‘Als een thuisbatterij of elektrisch voertuig immers oplaadt vanaf het net en de elektriciteit vervolgens weer teruglevert zonder het te gebruiken, betaalt de klant energiebelasting. Wij vinden dit onwenselijk, juist omdat het vanuit het perspectief van de collectieve kosten wenselijk kan zijn om elektriciteit tijdelijk even op te slaan. Hoe reflecteert de regering hierop?’
Het CDA vraagt verder welke maatregelen, anders dan het beëindigen van de salderingsregeling, zal nemen om het eigen verbruik van opgewekte zonne-energie bij consumenten meer te stimuleren.
Huurders
Onder meer de SGP en ChristenUnie vragen aandacht voor de situatie van de woningcorporaties en huurders na het beëindigen van de salderingsregeling. ChristenUnie verwijst naar Aedes die waarschuwt dat stagnatie van de uitrol van zonnepanelen in de huursector dreigt. ‘Wat is de reactie van de regering op deze waarschuwingen van Aedes. Hoe kijkt de regering naar de aangedragen van Aedes: een investeringssubsidie voor de huursector? Is ze bereid om met een voorstel te komen? Zo ja, wanneer kunnen we dit verwachten? Zo nee, hoe wil de regering dan voorkomen dat de huursector straks nog verder gaat achterlopen op de koopsector in de energietransitie?’
Onredelijke terugleververgoedingen
Zonnepaneeleigenaren met een kleinverbruikersaansluiting die netto meer stroom terugleveren dan ze afnemen van hun energieleverancier, krijgen hiervoor een terugleververgoeding. Het CDA constateert dat de regering er niet voor kiest om de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in staat te stellen om in specifieke gevallen een minimumterugleververgoeding op te kunnen leggen aan leveranciers die onredelijke vergoedingen hanteren, ondanks dat de ACM wel om deze bevoegdheid vraagt.
‘Welke maatregelen worden er dan wel genomen om consumenten te beschermen tegen leveranciers die onredelijke terugleververgoedingen hanteren?’, vraagt het CDA. ‘Welke instrumenten heeft de ACM om in te grijpen in dergelijke situaties?’
Consumentenbescherming
De VVD wil weten of er voldoende capaciteit is bij de ACM om toezicht te houden op de redelijke vergoeding van teruggeleverde zelf opgewekte hernieuwbare energie. De partij vraagt zich verder af of het niet beter zou zijn om de consumentenbescherming goed te borgen door een minimum- terugleververgoeding in te voeren. ‘Bent u het met de leden van de VVD-fractie eens dat invoering van een minimumterugleververgoeding ook duidelijkheid kan bieden aan consumenten over de minimale terugverdientijd? Bent u het ermee eens dat het bieden van duidelijkheid hierover bijdraagt aan het terugbrengen van rust op de verstoorde zonnepanelenmarkt?’
Tot slot wil NSC weten of de regering bereid is het wetsvoorstel zo aan te passen dat elke manier om extra geld in rekening te brengen voor teruglevering voor energiebedrijven niet toegestaan is.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.