logo
wvhj2023
© Alliander
© Alliander
3 oktober 2024

CE Delft: invoedingstarief leidt tot hogere stroomprijs, druk op stroomnet verlaagd

De komst van een invoedingstarief voor grote producenten van stroom verlaagt de druk op individuele stations van het elektriciteitsnet met 5 tot 15 procent. Wel gaat de stroomprijs vermoedelijk licht omhoog.

Dat concludeert CE Delft in een nieuw onderzoek. Het kennisinstituut heeft in opdracht van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) onderzoek gedaan naar een mogelijke invoering van een invoedingstarief in Nederland. De toezichthouder gaat nu voorbereidingen treffen om het producententarief daadwerkelijk in te voeren. Zo’n invoedingstarief kan bestaan uit een jaarlijks te betalen transportafhankelijk nettarief en/of van eenmalige aansluitkosten voor het publieke stroomnet dat bovenop de bestaande nettarieven komt.

6 varianten
In deze studie is onderzocht wat het effect is van de varianten van een invoedingstarief op de verschillende invoeders: windmolens op zee, windmolens op land, zonnepaneelinstallaties met en zonder eigen verbruik, gascentrales, en batterijen. Daarnaast is gekeken naar de impact op de internationale energiemarkten, het elektriciteitsnet en de energierekening van afnemers.

In het onderzoek zijn 6 varianten van een mogelijk invoedingstarief van elektriciteit onderzocht, die verschillen in tariefdrager – kilowatt max, kilowatt contract, kilowattuur, aansluittarief – en in type prikkel – locatie en tijd. De onderzoekers hebben verder gevoeligheidsanalyses uitgevoerd met meer netkosten voor invoeders, met alleen een kilowatt max-tariefcomponent en een invoedingstarief waarbij het tarief ook negatief is in specifieke gebieden.

2,50 euro per megawattuur
CE Delft benadrukt dat de 6 varianten niet allesomvattend zijn, maar wel samen inzicht geven in de verschillende karakteristieken voor een invoedingstarief. Voor de eerste 5 varianten van het invoedingstarief houdt de studie rekening met een gemiddeld bedrag van 2,50 euro per megawattuur voor invoeders. Bij dit bedrag dragen de invoeders met een grootverbruikers- aansluiting 4 procent van de totale netbeheerderskosten.

In de varianten met kilowatt-tariefcomponenten kennen batterijen relatief hogere kosten per megawattuur vanwege het beperkte aantal vollasturen. De overige technieken kennen vergelijkbare kosten. Bij differentiatie naar locatie zijn de kosten lager in gebieden met veel vraag – circa 1 euro per megawattuur – en hoger in gebieden met veel aanbod van elektriciteit – circa 4 euro per megawattuur. De variant met een kilowattuur-tariefcomponent kent ook differentiatie naar tijd en locatie en zien we dezelfde spreiding afhankelijk van het project; 1 tot 4 euro per megawattuur. De onderzochte variant met een aansluittarief kent alleen hogere kosten voor alle nieuw aangeslotenen, al zijn de exacte kosten afhankelijk van het ontwerp.

Nieuwe projecten
Marktpartijen hebben in gesprek met CE Delft aangegeven dat door een invoedingstarief investeringen in nieuwe projecten in Nederland beperkter zullen doorgaan. Met de interpretatie van die conclusies hebben onderzoekers dit vertaald naar het verwachte directe effect.

‘Daaruit blijkt dat een invoedingstarief naar verwachting leidt tot een stijging van de elektriciteitsprijzen van ongeveer 10 procent’, aldus CE Delft. ‘Bij de kilowattuur-variant komt die prijsstijging deels omdat partijen het invoedingstarief doorrekenen in hun marginale kosten en tegen een hogere prijs inbieden. Bij alle varianten van het invoedingstarief ontstaat de prijsstijging doordat er minder opgesteld vermogen is van, hernieuwbare, productiebronnen. Daarvoor vindt er meer import plaats en worden gascentrales meer ingezet, waardoor de elektriciteitsprijzen stijgen. Door dit effect nemen ook de inkomsten toe voor de invoeders die actief blijven. Dit resulteert vervolgens tot een herstel van de markt en dit wordt versterkt door, mogelijke, compensatie van kosten van hernieuwbare opwek in de SDE++. Onze verwachting is daarom dat er een nieuw equilibrium ontstaat een periode na invoering van het invoedingstarief, waarbij de elektriciteitsprijs beperkt hoger is, geschat tot 1 procent. De nieuwe energiemix zal dan naar verwachting bestaan uit een beperktere hoeveelheid minder duurzame opwek, maar het werkelijke effect is afhankelijk van het overheidsbeleid op dit thema.’

Als Nederland een invoedingstarief invoert, zijn de kosten in Nederland volgens de onderzoekers ook hoger dan in omliggende landen. Het wordt dan aantrekkelijker voor partijen om in andere landen projecten te realiseren, al zijn deze keuzes ook van veel andere factoren afhankelijk.

Netbelasting
Het effect op het elektriciteitsnet is in de studie bepaald op basis van een analyse van de netbelasting van een aantal representatieve stations. ‘De netbelasting verandert door een beperktere groei in nieuwe projecten en in geval van de variant “tarief met locatieprikkel” door de verplaatsing van nieuwe projecten naar andere locaties’, aldus CE Delft. ‘Dit resulteert in een lagere netbelasting in gebieden die gedomineerd worden door invoeding. Het effect is het grootste in gebieden waar de komende jaren veel nieuwe elektriciteitsproductie wordt gerealiseerd, met name voor zonneparken en wind op land. We schatten een lagere netbelasting van 5 tot 15 procent in op die stations. Voor wind op zee en gascentrales hangt de netimpact sterk af van of individuele projecten doorgaan of niet.’

Als er door markteffecten of overheidsbeleid toch meer projecten gerealiseerd worden, neemt de netimpact volgens de onderzoekers af. ‘De netimpact zal dan vrijwel gelijk zijn aan de situatie zonder invoedingstarief in het geval van een tarief zonder locatiesturing, of als de locatiesturing financieel gecompenseerd wordt. Als de locatiesturing blijft bestaan, zal er wel een verlaging van de netimpact blijven bestaan.’

De 6 varianten van het invoedingstarief

Om verschillende aspecten van een invoedingstarief te kunnen analyseren, heeft CE Delft de volgende 6 varianten onderzocht:

  1. Uniform invoedingstarief waarbij invoeders ongeacht moment of locatie een vast tarief betalen, met kilowatt max- en kilowattcontract als tariefdrager.
  2. Invoedingstarief gedifferentieerd naar moment van gebruik van het net, met kilowatt max- en kilowattcontract als tariefdrager.
  3. Invoedingstarief gedifferentieerd naar gebruikslocatie, met kilowatt max- en kilowattcontract als tariefdrager.
  4. Invoedingstarief gedifferentieerd naar zowel moment van gebruik van het net als naar gebruikslocatie, met kilowatt max- en kilowattcontract als tariefdrager.
  5. Invoedingstarief met kilowattuur als tariefdrager, gedifferentieerd naar zowel moment van gebruik van het net als naar gebruikslocatie.
  6. Aansluittarief met als toevoeging beperkt diepe of diepe aansluitkosten.
Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten