logo
wvhj2023
© Timon Schneider | Dreamstime.com
© Timon Schneider | Dreamstime.com
19 augustus 2024

Waakhond onderzoekt komst invoedingstarief voor zonnepanelen

De ACM verwacht dat meer maatregelen nodig zijn om flexibel gebruik van het stroomnet te stimuleren en onderzoekt daarom de komst van een invoedingstarief voor zonnepanelen en nieuwe nettarieven voor consumenten.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een reeks uitgangspunten vastgesteld voor toekomstige aanpassingen van de tariefstructuren.

Differentiatie
Een voorbeeld van een nieuwe tariefstructuur is een invoedingstarief dat momenteel door de ACM onderzocht wordt. Het invoedingstarief wordt ook wel producententarief genoemd en zou in de toekomst ingevoerd kunnen worden voor producenten van energie zoals grootverbruikers met windmolens of zonnepanelen. Met een invoedingstarief moeten aangeslotenen die elektriciteit invoeden ook meebetalen voor het transport van elektriciteit. De kosten voor alle andere netgebruikers gaan daardoor omlaag. Op dit moment worden de kosten voor transport alleen door afnemers betaald.

Een ander voorbeeld dat de ACM voor toekomstige nettarieven noemt, is tariefdifferentiatie bij kleinverbruikers. Kleinverbruikers met een aansluiting tot maximaal 3 x 25 ampère betalen nu allemaal hetzelfde tarief, ongeacht hoe zij hun aansluiting gebruiken. De waakhond onderzoekt momenteel ook voor kleinverbruikers een andere tariefstructuur.

Verdelingsvraagstuk
De ACM benadrukt dat nettarieven een steeds groter deel uitmaken van de energierekening van consumenten en bedrijven. De kosten die netbeheerders maken, moeten eerlijk, objectief en transparant verdeeld worden over alle verschillende soorten netgebruikers. Tariefdifferentiatie voor typen gebruikers is alleen mogelijk als dit voldoet aan de Europese uitgangspunten op het gebied van kostenreflectiviteit, het bevorderen van systeemefficiëntie, transparantie en non-discriminatie.

De ACM wijst er in dit kader op dat het gaat om een verdelingsvraagstuk: als de ene netgebruiker minder betaalt, moeten andere netgebruikers meer betalen. De totale kosten voor het beheer van de netten verandert immers niet. Bovendien mag de ACM bijvoorbeeld niet bedrijven een lager tarief laten betalen zodat zij beter kunnen concurreren met bedrijven in andere landen. Als er een maatschappelijke wens is om bepaalde sectoren of typen gebruikers anders te behandelen, moet dat buiten de tariefstructuur om geregeld moeten worden; bijvoorbeeld in de vorm van subsidies.

Inventarisatie
De huidige tariefstructuur is relatief eenvoudig en kent weinig differentiatie en prikkelt daardoor volgens de ACM slechts in beperkte mate een efficiënt en flexibel gebruik van het stroomnet. De toezichthouder heeft al verschillende wijzigingen in gang gezet om meer prikkels in de tariefstructuur aan te brengen – zoals tijdgebonden tarieven op het hoogspanningsnet en alternatieve transportrechten – maar dat is nog niet genoeg. Daarom is nu het kader met uitgangspunten voor de tariefstructuur opgesteld dat gebaseerd is op de Europese regelgeving. Het kader geeft inzicht in de wijze waarop de ACM de beoordeling maakt van voorgestelde wijzigingen.

De ACM heeft aanvullend een inventarisatie gemaakt van een aantal mogelijke wijzigingen in de tariefstructuur en deze beoordeeld aan de hand van het kader. Verschillende beoordeelde aanpassingen passen goed binnen de uitgangspunten voor de tariefstructuur, waaronder een verdere differentiatie van de nettarieven.

4 aanpassingen
4 aanpassingen kunnen de huidige tariefstructuur volgens de waakhond sowieso verbeteren. Ten eerste het uitbreiden van tijdsafhankelijke tarieven naar de regionale netten. Een eenvoudiger model, met een kleiner aantal tijdsvensters en/of een beperking in de toepassing tot een deel van de verbruikers, is ook mogelijk.

Een tweede aanpassing is het vaker actualiseren van de tijdsafhankelijke tarieven op basis van – verwachte – netbelasting, zodat de tarieven beter de werkelijke situatie op het stroomnet weerspiegelen. Dit kan stapsgewijs gebeuren, waarbij steeds geëvalueerd kan worden of het verder dynamisch maken van de tarieven nog toegevoegde waarde heeft.

Locatieafhankelijk maken
Een derde optie is de nettarieven – meer – locatieafhankelijk te maken, met als eerste stap het locatiespecifiek invullen van de tijdsafhankelijke tarieven, oftewel de goedkope en dure uren, op basis van de lokale netbelasting. Hiermee is het mogelijk om afnemers een effectieve prikkel te geven om hun verbruik af te stemmen op lokale piek- en dalmomenten. Een vervolgstap is om voor bepaalde categorieën aangeslotenen de absolute hoogte van tarieven te variëren op basis van locatie, om daarmee systeemefficiënte vestigingskeuzes te stimuleren.

Een vierde en laatste maatregel is het zoveel mogelijk in lijn brengen van de verschillende tariefdragers die voor verbruikers op verschillende spanningsniveaus gelden. Daarbij zouden in principe een of meerdere op capaciteit – in kilowatt – gebaseerde tariefdragers en een op volume – in kilowattuur – gebaseerde tariefdrager moeten worden gebruikt.

De ACM gaat de 4 mogelijke aanpassingen samen met de netbeheerders en andere betrokkenen onderzoeken. Daarnaast wordt separaat onderzoek uitgevoerd naar de invoering van een invoedingstarief. De waakhond publiceert de uitkomsten later dit jaar .

Invoedingstarieven in andere landen

Voor het opstellen van uitgangspunten voor de tariefstructuur elektriciteit heeft de ACM onderzoek gedaan naar de situatie in andere landen. De belangrijkste conclusie is dat time-of-use tarieven – oftewel tijdgebonden nettarieven – in andere Europese landen vaak in een bepaalde vorm worden toegepast. De variatie tussen landen qua vormgeving en reikwijdte is echter groot en de ACM verwacht op korte termijn geen Europese harmonisatie. Voor locatiespecifieke tarieven is minder vergelijkingsmateriaal beschikbaar. Hier wordt tot nu toe slechts in een beperkt aantal landen gebruik van gemaakt en met name voor invoeding.

In relatie tot invoedingstarieven merkt de ACM op dat tarieven in een aantal Europese landen variëren op basis van de locatie. Zo gelden in Oostenrijk verschillende tarieven in verschillende netgebieden. netbeheerders). In Ierland en Noorwegen zijn de transporttarieven voor producenten locatieafhankelijk en gebaseerd op de netverliezen. In Zweden zijn zowel de invoedingstarieven van landelijke netbeheerders als van regionale netbeheerders locatieafhankelijk. Denemarken voert locatiespecifieke invoedingstarieven in om de kosten veroorzaakt door nieuwe productiecapaciteit beter te weerspiegelen.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten