Kamervragen over minister die voorspelt dat kabinet klimaatdoelen niet gaat halen

De Volkskrant meldde afgelopen week dat minister van Klimaat en Groene Groei Hermans tijdens een webinar van het Nationaal Klimaat Platform dat het regeerprogramma niet voldoende is om de klimaatdoelen voor het kalenderjaar 2030 te halen.

Warmtepompen
Vijlbrief heeft Kamervragen over deze uitspraak gesteld aan minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Hij wil onder meer weten of Keijzer het eens is met Hermans.

‘Hoe schat u, gezien het schrappen van de normering voor hybride warmtepompen per 2026 en de aanpassing van de energiebelasting zoals was voorzien in het belastingplan van 2024, de klimaateffecten voor de gebouwde omgeving in?’, vervolgt hij. ‘Kunt u een inschatting geven van de misgelopen CO2-reductie in 2030 door het schrappen van de normering van hybride warmtepompen? Kunt u een inschatting geven van de misgelopen CO2-reductie in 2030 door het schrappen van de in het belastingplan 2024 voorgenomen wijziging van de energiebelasting op aardgas?’

Aanvullend beleid
Verder vraagt het D66-Kamerlid of de minister vindt en verwacht dat aanvullend beleid nodig is binnen de sector gebouwde omgeving om de klimaatdoelen voor 2030 te halen. ‘Zo ja, aan welke maatregelen denkt u dan? Zo nee, waarom niet? Onderschrijft u de aanbeveling van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Reflectie PBL op het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028 en de Keuzewijzer Klimaat en Energie dat aanvullend beleid nodig is en dat zo snel mogelijk moet worden begonnen met de voorbereiding daarvan? Zo ja, welk aanvullend beleid heeft u voor ogen? Zo nee, kunt u uitgebreid toelichten waarom dat niet het geval is?’

Minister Keijzer moet de Kamervragen beantwoorden voordat de gebruikelijke termijn van 3 weken is verstreken. Mocht die beantwoordingstermijn te kort zijn, dan kan zij een uitstelbericht sturen en de vragen binnen 6 weken beantwoorden. Vijlbrief heeft echter gevraagd de vragen vóór de begrotingsbehandeling in de week van 21 oktober te beantwoorden.