Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bracht begin maart zijn eindadvies uit voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) en deed daarbij het voorstel om de basisbedragen voor zonnepanelen tot 14 procent te verlagen.
Tot 10 oktober
De SDE++-regeling is dit jaar geopend van 10 september 9.00 uur tot 10 oktober 17.00 uur. Van het subsidiebudget van 11,5 miljard euro is via hekjes 1 miljard euro gereserveerd voor zowel het domein hoge-temperatuurwarmte als het domein lage-temperatuurwarmte – waar zonnewarmte onder valt – als het domein moleculen.
Voor alle subsidiecategorieën van zon-pv geldt vanaf 2024 dat de elektriciteit die zelf wordt gebruikt niet voor subsidie in aanmerking komt.
Zonvolgend
In 2024 geldt voor bijna alle zonnestroomprojecten dat zij een additioneel gecontracteerd terugleververmogen van maximaal 50 procent van het piekvermogen van de zonnepanelen mogen hebben. Door een kleinere netaansluiting kunnen er bij dezelfde netcapaciteit meer hernieuwbare-energieprojecten gerealiseerd worden. Pv-projecten worden voor het verlies aan opbrengst gecompenseerd door een lager aantal vollasturen en een hoger basisbedrag.
Alleen voor zonvolgende pv-systemen geldt de netaansluitingseis niet, omdat deze door het hebben van een vlakker opwekprofiel beter gebruikmaken van de beschikbare netcapaciteit. Zonvolgende systemen hebben hogere investeringskosten dan standaardsystemen, maar kennen eveneens een hoger aantal vollasturen die voor subsidie in aanmerking komen. Op basis van het advies van het PBL wordt dit aantal vollasturen vastgesteld op 1.045 voor zonvolgende pv-systemen op land en op 1.190 voor zonvolgende pv-systemen op water.
Lichtgewicht
Verder zijn er vanaf dit kalenderjaar aparte subsidiecategorieën voor zon-pv op een zwak dak. Dit moet zonnepaneelprojecten ondersteunen op daken van bestaande gebouwen, waarbij het dak in de huidige staat niet sterk genoeg is om een zonnestroominstallatie te kunnen plaatsen. Er geldt een hoger basisbedrag voor deze categorieën in verband met de constructieve versterking van het dak, een bijzondere draagconstructie of de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen.
Natuurinclusief
Voor zon-op-land zijn er in 2024 per projectgrootte 2 subsidiecategorieën: regulier en natuurinclusief. Voor de natuurinclusieve categorieën komen projecten in aanmerking die een vergunning hebben waarin is opgenomen dat zij verplicht zijn om natuurinclusieve maatregelen te nemen. Deze maatregelen betreffen van bovenaf gezien een minimale afstand van 25 procent tussen de zonnepanelen, het opstellen van een inrichtings- en beheerplan, het uitvoeren van een nulmeting voor de bodem- en waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit en tot slot het monitoren van de bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit en het indien nodig bijstellen van de maatregelen om verslechtering te voorkomen.
Een pv-project komt slechts in aanmerking voor de natuurinclusieve subsidiecategorie als alle 4 de maatregelen in de vergunning zijn opgenomen.
Hoogte basisbedragen
De hoogte van de basisbedragen binnen de SDE++ 2024 zijn in onderstaande tabel te vinden (red. noot: het betreft de subsidiecategorieën en basisbedragen zoals deze in de Staatscourant gepubliceerd zijn).
Categorie (euro per kilowattuur) |
Eindadvies basisbedrag SDE++ 2024 |
Daglichtkast (fase 1) |
0,0506 |
Zonthermie ≥ 140 kilowattth en < 1 megawattth (fase 1) |
0,0861 |
Zonthermie ≥ 1 megawattth (fase 1) |
0,0804 |
Zon-pvt systeem |
0,0650 |
Zon-pv, ≥15 kilowattpiek en <1 megawattpiek, gebouwgebonden (net = 50%) |
0,0791 |
Zon-pv, ≥15 kilowattpiek en <1 megawattpiek, gebouwgebonden met lichte dakaanpassing of lichtgewicht panelen (net = 50%) |
0,0828 |
Zon-pv, ≥15 kilowattpiek en <1 megawattpiek, grondgebonden (net = 50%) |
0,0818 |
Zon-pv, ≥15 kilowattpiek en <1 megawattpiek, drijvend op water (net = 50%, fase 1) |
0,0884* |
Zon-pv, ≥ 1 megawattpiek, gebouwgebonden (net = 50%) |
0,0734 |
Zon-pv, ≥ 1 megawattpiek, gebouwgebonden met lichte dakaanpassing (net = 50%) |
0,0772 |
Zon-pv, 1-20 megawattpiek, grondgebonden (net = 50%) |
0,0663 |
Zon-pv, ≥ 20 megawattpiek, grondgebonden (net = 50%) |
0,0624 |
Zon-pv, 1-20 megawattpiek, zonvolgend op land |
0,0663 |
Zon-pv, ≥ 20 megawattpiek, zonvolgend op land |
0,0624 |
Zon-pv, ≥ 1 megawattpiek, drijvend op water (net = 50%) |
0,0770 |
Zon-pv, ≥ 1 megawattpiek, drijvend op water zonvolgend |
0,0770 |
Zon-pv, ≥ 15 kilowattpiek en < 1 megawattpiek, grondgebonden natuurinclusief (fase 1) |
0,0884* |
Zon-pv, > 20 megawattpiek, grondgebonden natuurinclusief |
0,0660 |
Zon-pv, > 20 megawattpiek, zonvolgend land natuurinclusief |
0,0660 |
Zon-pv, 1-20 megawattpiek, grondgebonden natuurinclusief |
0,0706 |
Zon-pv, > 1 megawattpiek, zonvolgend land natuurinclusief |
0,0706 |
* subsidiebedragen bij indienen in fase 1, subsidiebedragen bij indienen in fase 2 tot en met 5 zijn respectievelijk 0,0948 (drijvend) en 0,0896 (op land