In aanloop naar de openstelling van de SDE++ 2024 heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) demissionair minister Jetten geadviseerd over de toe te kennen subsidiebedragen.
Nauwelijks veranderingen
Voor zonnewarmtesystemen zijn er volgens de onderzoekers van het PBL nauwelijks veranderingen opgetreden. De investeringskosten zijn, met omgerekend 544 euro per kilowattpiek, nagenoeg gelijkgebleven. Ook de onderhoudskosten zijn volgens de onderzoekers niet veranderd. Om die reden heeft het PBL de subsidiebedragen ook nagenoeg gelijk gehouden en voor beide subsidiecategorieën voor zonnewarmte verlaagd met slechts 1 procent.
Voor pvt is er wel sprake van de nodige veranderingen. De onderzoekers veronderstellen een kostendaling voor het pv-gedeelte van de installatie, maar een aanzienlijke verhoging van de uitgaven voor elektriciteitsinkoop waarbij uitgegaan wordt van een bestaande netaansluiting.
Geadviseerde basisbedragen
De basisbedragen die het PBL aan minister Jetten heeft geadviseerd voor de SDE++ 2024 – en de basisbedragen voor de SDE++ 2023 die vorig jaar van kracht waren – zijn in onderstaande tabel te vinden (red. noot: pas bij de publicatie in de Staatscourant worden de subsidiecategorieën en subsidiebedragen definitief bekend).
Categorie (euro per kilowattuur) |
Basisbedrag SDE++ 2023 |
Eindadvies basisbedrag SDE++ 2024 |
Zonthermie ≥140 kilowattth-1 megawattth |
0,1170 |
0,1158 |
Zonthermie ≥1 megawattth |
0,0986 |
0,0976 |
Pvt met nieuwe warmtepomp |
0,0530 |
0,0650 |