Wat betekent winst GroenLinks-PvdA en PVV voor de energietransitie?

Zondag is Italië het laatste Europese land dat de stembussen sluit. In de weken en maanden die volgen, zal de impact van de verschillende verkiezingsuitslagen pas echt duidelijk worden, omdat dan de verschillende fracties in het Europees Parlement en de Europese Commissie samengesteld worden.

8 of 7
In de exitpoll zakt GroenLinks-PvdA met 1 zetel ten opzichte van de vorige Europese verkiezingen. De PVV groeit juist met 6 zetels ten opzichte van 2019. Waar de VVD en het CDA beide een zetel inleveren, laten D66, BBB, Volt en NSC een groei zien. Gezien de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen november zal echter met name de partij van Pieter Omtzigt zich weinig gelukkig prijzen met het behalen van slechts 1 zetel.

Klimaatbeleid versnellen
Duidelijk is dat GroenLinks-PvdA en de PVV een totaal ander Europees klimaatbeleid voorstaan. Waar de linkse partij van Frans Timmermans de aanpak van de klimaatcrisis wil versnellen – met een klimaatneutraal Europa in 2040 en 100 procent hernieuwbare elektriciteit in 2035 – pleit de rechtse partij van Geert Wilders juist voor klimaatrealisme.

De PVV vindt dat er vanuit Europa de afgelopen jaren een ware tsunami aan regels over Nederland is uitgestort. ‘De Europese Green Deal, Fit-for-55, Natura 2000, CO2-doelen, CO2-heffingen, verplichte duurzame energie, het houdt maar niet op’, aldus de PVV die pleit voor beleid op basis van gezond verstand. ‘Geen klimaatactivisme, maar -realisme. Geen verlamming, maar vooruitgang. Zodat onze boeren kunnen boeren. Zodat onze vissers kunnen vissen. Onze mensen normaal kunnen leven. En of je vlees eet, het vliegtuig pakt of een brandstofauto rijdt, dat bepalen we zelf wel. Niet Brussel.’

Zonnepanelen
De partij van Timmermans ziet de Europese Unie (EU) juist als een kartrekker van de klimaattransitie. Vanuit Brussel moet een isolatieoffensief en de uitrol van zonnepanelen juist gestimuleerd worden, zo redeneert GroenLinks-PvdA.

Bovendien moeten er duurzaamheidseisen komen aan de import van groene stroom en groene waterstof. ‘De productie in derde landen moet ook ten goede komen aan de lokale energievoorziening en industrie. De bouw van wind- en zonneparken en electrolysers mag niet leiden tot landroof, biodiversiteitsverlies, waterschaarste of -vervuiling, uitbuiting, mensenrechtenschendingen, belastingontwijking of corruptie.’