logo
wvhj2023
© HRsolar
© HRsolar
3 mei 2023

Normering verwarmingssystemen: combinatie warmtepomp en zonnecollectoren kansrijk

De combinatie van een warmtepomp met zonnecollectoren is kansrijk om aan toekomstige normering voor verwarmingssystemen te voldoen. De combinatie van een hoogrendementsketel met zonnecollectoren is dat echter niet.

Dat is een van de conclusies van een nieuw onderzoek van W/E adviseurs naar de normering van verwarmingssystemen dat kadert in de aankomende verplichting van de hybride warmtepomp. Het adviesbureau heeft in opdracht van minister De Jonge onderzoek gedaan naar de grenswaarden, uitzonderingssituaties en de uitvoering en handhaving van de normering van verwarmingsinstallaties.

Energieprestatie van 0,7
In het huidige Bouwbesluit is de eis voor een EHeatingSystem (EHS) – de energieprestatie voor ruimteverwarmingssystemen – vastgelegd op ≤ 1,31. De onderzoekers van W/E adviseurs stellen voor om in het kader van de normering van verwarmingssystemen die grenswaarde aan te scherpen naar een waarde van 0,7. Mono-gasketels kunnen niet aan die eis voldoen, waardoor automatisch de uitrol van (hybride) warmtepompen gestimuleerd wordt.

‘Een grenswaarde die scherper is dan het huidige gemiddelde zal naar verwachting ook leiden tot onderlinge competitie tussen de aanbieders en bijdragen aan productinnovaties’, aldus de onderzoekers die opmerken dat all-electric warmtepompen aan de voorgenomen eis zullen voldoen en biokachels en -ketels de voorgenomen eis alleen in uitzonderlijke gevallen zullen halen.

Investeringssubsidie
Voor het rapport heeft W/E adviseurs een eerste verkenning gedaan waaruit blijkt dat voor nagenoeg alle grondgebonden woningen de terugverdientijd voor een hybride systeem – een gasketel met elektrische warmtepomp –  korter is dan 7 jaar, rekening houdend met een investeringssubsidie van 30 procent.

De onderstaande tabel geeft een hoofdindeling weer van typen verwarmingssystemen die door W/E adviseurs zijn onderzocht.

Systeem

Energiedrager

1. Gasgestookte ketel

Aardgas

2. Zonneverwarming: ketel + zonnecollector

Aardgas

3. Elektrische warmtepomp

Elektriciteit

4. Hybride: gasketel + warmtepomp

Aardgas + Elektriciteit

5. Centrale elektrische verwarming

Elektriciteit

6. Hybride: elektrische ketel + warmtepomp

Elektriciteit

7. Gasabsorptie warmtepomp

Aardgas

8. Bioketels en -kachels

Biomassa

W/E adviseurs merkt op dat er nog meer combinaties van technieken mogelijk zijn in de gebouwde omgeving, zoals bijvoorbeeld een warmtepomp met bioketel, een warmtepomp met zonneboiler en een bioketel met zonneboiler. ‘Ook deze combinaties kunnen in de toekomst toegepast worden, mits ze voldoen aan de grenswaarde. Combinaties van een elektrische warmtepomp met bioketels, zonneboilers zullen beter scoren dan combinaties met gasketels.’

Zonneboiler
De combinatie van een HR107 ketel – een hoogrendementsketel met een rendement van 107 procent – met een zonnecollector voor alleen ruimteverwarming is volgens W/E adviseurs niet door te rekenen in de NTA-validatietool. Om die reden hebben de onderzoekers aangenomen dat een zonneverwarmingsinstallatie leidt tot 20 procent reductie op de warmtebehoefte en daarmee op de gasvraag. ‘De keuze voor 20 procent is arbitrair, en wordt in praktijk vooral bepaald door de verhouding tussen warmtebehoefte voor verwarming, de oppervlakte van de zonnecollector en de omvang van het buffervat. 20 procent reductie ten opzichte van een EHS van ongeveer 1,21 voor een standalone HR107- ketel geeft een EHS van ongeveer 0,97, wat betekent dat dit soort systemen niet in de buurt komt van een voorgenomen eis van 0,7. Om toch die 0,7 te halen, is een reductie op de warmtebehoefte voor ruimteverwarming van ruim 40 procent nodig. Dat is met zonnecollectoren nauwelijks haalbaar.’

Toch zien de onderzoekers volop kansen voor zonnecollectoren, mits ze niet gecombineerd worden met een gasketel maar met een warmtepomp. ‘Combinatie van een systeem met een warmtepomp maakt de eis wel haalbaar’, aldus W/E adviseurs. ‘Het vermogen / warmtedekkingsgraad van de warmtepomp hoeft dan niet zo hoog te zijn als in de configuratie zonder zonneboiler.’

Uitvoering en handhaving
Los van welke verwarmingssystemen uiteindelijk door eindgebruikers gekozen worden, raadt W/E adviseurs het kabinet aan om na een uitvoeringsperiode van bijvoorbeeld 2 jaar te evalueren of het normeringsinstrument daadwerkelijk heeft geleid tot verbeterde prestatie van verwarmingssystemen.

Temeer omdat de onderzoekers uitdagingen zien bij de handhaving van de normering. ‘Handhaving gebeurt, net als nu, door het bevoegd gezag: meestal de gemeente, soms de provincie. Er is voor gemeenten echter geen systeem beschikbaar waardoor zij geïnformeerd worden dat een verwarmingsinstallatie is aangepast en er mogelijk reden is tot controle of handhaving.’

‘Voor de realisatie van de efficiëntere installaties is een belangrijke rol weggelegd voor de installateurs’, besluit W/E adviseurs. ‘Zij zijn degenen die de eindgebruikers adviseren over wijzigingen in de installatie, degenen die de installatie daadwerkelijk aanpassen en degenen die kunnen vastleggen of een installatie al dan niet voldoet aan de grenswaarde.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten