De Europese Commissie heeft het Green Deal Industrial Plan gepresenteerd als antwoord op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Naar verwachting worden komende maand de verdere details van het plan ingevuld.
Staatssteunbeleid
De regeringsleiders hebben tijdens de Europese Raad van afgelopen weekeinde een aantal gezamenlijke conclusies getrokken. Ten eerste moet zoals in het Green Deal Industrial Plan voorgesteld het staatssteunbeleid verbeterd worden. ‘De procedures moeten eenvoudiger, sneller en voorspelbaarder worden en moeten onder meer via belastingkortingen snel gerichte, tijdelijke en evenredige steun mogelijk maken in de sectoren die van strategisch belang zijn voor de groene transitie en die negatieve gevolgen ondervinden van buitenlandse subsidies of hoge energieprijzen’, aldus de regeringsleiders in hun gezamenlijke verklaring. ‘Ook moet sterk de nadruk worden gelegd op het behoud van het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen. De integriteit van en het gelijke speelveld op de eengemaakte markt moeten behouden blijven.’
Regels en financiering
De regeringsleiders hebben verder een belangrijke conclusie getrokken over het regelgevingsklimaat: ‘Administratieve en vergunningsprocedures moeten worden vereenvoudigd en versneld, onder meer om de productiecapaciteit te waarborgen voor producten die van groot belang zijn voor het realiseren van de EU-doelstellingen op het gebied van klimaatneutraliteit, rekening houdend met de hele toeleverings- en waardeketen over de grenzen heen.’
Tot slot stellen de regeringsleiders via de Europese Raad kennis te nemen van het voornemen van de Europese Commissie om vóór de zomer van 2023 een Europees Soevereiniteitsfonds voor te stellen ter ondersteuning van investeringen in strategische sectoren.
Shortlist
Walburga Hemetsberger, chief executive officer van koepelorganisatie SolarPower Europe, roept op tot snelle actie: ‘Het is van cruciaal belang dat wanneer de Europese leiders elkaar in maart weer ontmoeten, ze duidelijk aangeven welke strategische sectoren steun kunnen verwachten. Het is duidelijk dat zon-pv op de shortlist voor staatssteun moet staan om de doelstellingen voor netto-nul uitstoot en energiezekerheid te bereiken. De doelstellingen richten zich immers alleen op de technologieën die het grootste deel van de groene transitie aansturen. Dat betekent zon-pv, windmolens, warmtepompen, batterijen en elektrische voertuigen.’
Nederland kritisch op individuele onderdelen Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat heeft de Tweede Kamer laten weten dat Nederland niet over alle onderdelen van het Europese plan even enthousiast is. Net-Zero Industry Act ‘Een Net-Zero Industry Act past in het streven van het kabinet voor langetermijnstrategieën voor strategische waardeketens’, aldus minister Adriaansens. ‘Het kabinet steunt de ambitie om de productie van schone technologieën in de EU aan te jagen. Daarbij pleit het kabinet ervoor dat er naar mogelijkheden over de gehele breedte van de verduurzaming van de industrie wordt gekeken.’ De Nederlandse regering stelt wel terughoudend te zijn wat betreft specifieke productiedoelen aangezien deze verstorend kunnen zijn voor de interne Europese markt. Positief over staatssteun Minister Adriaansens stelt dat het kabinet de versnelling en versimpeling van staatssteunprocedures steunt. ‘Het kabinet acht het gericht verruimen van de relevante reguliere staatssteunkaders wenselijk voor zover dit helpt de groene transitie te versnellen en omkleed is met voldoende waarborgen voor het gelijk speelveld.’ ‘Geen extra uitgaven’ ‘Het Green Deal Industrial Plan kan een positieve invloed hebben op het versnellen van de groene transitie in de industrie en het behoud van de concurrentiekracht van de EU’, besluit minister Adriaansens. ‘Waar het versimpelen en versnellen van procedures en het gerichter inzetten van bestaande EU-middelen kan bijdragen aan publieke en private investeringen die de concurrentiekracht versterken, maakt het kabinet zich zorgen dat verlenging en verruiming van het tijdelijke crisiskader – en daarbij met name de mogelijkheid tot anti-relocatiesteun – de concurrentie en de integriteit van de interne markt kunnen schaden.’ |