De regering wil dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair is. Het Nationale Programma Circulaire Economie (NPCE) bevat maatregelen om de komende jaren zuiniger om te gaan met grondstoffen. Bij het opstellen van het nationaal programma heeft het kabinet de aanbevelingen van een verkenning van de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Verplicht percentage hernieuwbaar
In het nationaal programma heeft het kabinet maatregelen opgenomen langs 4 ‘aangrijpingspunten’: vermindering van het gebruik van grondstoffen; substitutie; levensduurverlenging; en hoogwaardige verwerking. ‘Waar het beleid zich eerder vooral richtte op materialen in de afvalfase, leggen we in dit NPCE steeds meer de nadruk op de gehele keten, van ontwerp en hergebruik tot en met verwerking, zonder de aandacht te verliezen voor de achterkant van de keten’, aldus de staatssecretaris.
Onder de pijler substitutie gaat het kabinet inzetten op een verplicht percentage hernieuwbare grondstoffen. ‘Doel hiervan is dat we meer en betere herbruikbare grondstoffen gebruiken’, aldus de staatssecretaris. ‘De komende tijd verkennen we hoe we dit verplichte percentage het beste kunnen invoeren en wat een realistisch percentage is. Hierbij hebben we oog voor verschillende materiaalstromen. We starten met textiel via de Ecodesign voor duurzame producten (ESPR), verpakkingen (via de verpakkingenverordening), en elektrische apparaten (via de Ecodesign-richtlijn).’
Een voorbeeld van hoe het kabinet levensduurverlenging wil stimuleren is de komst – nog in 2023 – van een reparateursregister voor elektrische en elektronische apparaten, zodat producten die het niet meer doen, worden hersteld in plaats van weggegooid.
Productgroepen
In het NPCE zijn doelen opgenomen voor productgroepen, mede op basis van eerder door de transitieteams opgestelde productgroepen. Zo presenteerde het transitieteam Maakindustrie – als onderdeel van Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie (UPCM) – afgelopen zomer de routekaart Circulaire Maakindustrie. Daarbij pleitte het regieteam voor de komst van een nationale taskforce die de circulariteit van de zonne-energiesector gaat coördineren.
De zonne-energiesector heeft ook een plek gekregen in het Nationale Programma Circulaire Economie. De productgroep Zonneparken is namelijk – net als de productgroep Windparken – ondergebracht in de transitieagenda Maakindustrie.
Circulaire pv-systemen
In het nationale programma is een apart hoofdstuk gewijd aan circulaire pv-systemen. Daarin wordt niet alleen aandacht gevraagd voor de circulariteit van zonnepanelen, maar ook van de omvormers, aansturing, constructie en bekabeling.
Voor de zonne-energiesector wordt gestreefd naar CO2-reductie op 3 vlakken: bij de productie in Nederland (scope 1), in de toeleveringsketen (scope 2) en bij het gebruik van producten (scope 3). Voor de maakindustrie – waar de zonne-energiesector onder geschaard wordt – streeft het nationale programma naar een CO2-reductie van 2,2 megaton via scope 1 en 2. Naast deze algemene bijdragen wordt specifiek gestreefd naar zonnepanelen met een kleine CO2-footprint – >50 procent CO2-reductie scope 3 – en minder milieu-impact als vermindering van impact van (zeer) zorgwekkende stoffen zoals lood en pfas.
3 circulariteitsdoelen
Om de genoemde doelen voor de zonne-energiesector te realiseren, wordt binnen het nationale programma ingezet op 3 circulariteitsdoelen. Ten eerste economische levensduurverlenging en hergebruik van zonnepanelen en componenten. Het gaat daarbij om de huidige en nieuwe generatie zonnepanelen. Ten tweede hoogwaardige circulaire verwerking van vrijkomende zonnepanelen. Het laatste doel is het beschikbaar maken van zonnepanelen die vrij zijn van toxische stoffen.
8 beoogde prestaties
Deze circulariteitsdoelen hangen volgens de opstellers van het nationale programma samen met het behalen van de volgende beoogde prestaties:
17 maatregelen
De schrijvers van het nationale programma willen de voorgaande prestaties behalen door de volgende 17 maatregelen te treffen die een mix vormen van normeren en stimuleren:
De juni 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, het potentieel van de directe lijn, balkonzonnepanelen en het verhogen van het zelfverbruik.